Categorie archief: voetbal en sport

Spanje-Catalonië voor Amerikanen

Ze belden net van een Nederlands TV-programma: mocht Spanje de rivaal van Nederland worden, zouden ze graag in Barcelona sfeer komen proeven. Heb maar weer eens uitgelegd dat het Spaanse elftal hier veel minder leeft dan in Madrid en dat veel Catalanen voor Nederland zouden zijn, zondag. Uitgebreider heb ik dat ook vandaag voor de lezers/lezeressen van het Amerikaanse Vanity Fair gedaan. Bij deze, mijn mijn trotse debuut in het Engels voor een miljoenenpubliek. (Nou ja, miljoenen; voetbal zal ze niet veel interesseren, met Angeline Jolie op de cover… Lees trouwens ook het leuke voorgaande stuk van David Winner over de opvallende vrede tussen Nederland en Duitsland.)

Mijn kop -die boven het verhaal-  komt, natuurlijk, uit de eerste zin van een mooi liedje van The Nits van 20 jaar terug, Sketches of Spain.

Oranje-gekte in Barcelona (2)

Er komt, komende zondag, natuurlijk een derde aflevering van deze ‘Oranje-gekte in Barcelona’. Zat de wedstrijd tegen Uruguay op de redactie te kijken, maar da’s toch een beetje saai. Dus toog ik in de rust naar Dow Jones aan de Carrer Bruc, waar Alberto Stegeman zich als undercoverjournalist presenteerde hoewel hij nu, zei hij, vakanties aan het redden was, en waar bínnen één grote oranje zee klaar stond en zat om de tweede helft van de halve finale te bekijken. Leuk trouwens, om te zien hoe Spaans/Catalaanse echtgenoten van Nederlandse meisjes in het oranje gehuld gingen. Heet dat integratie?

Gekkenhuis dus, eentje met veel trouwe lezers van dit blog, zo bleek, maar dat terzijde. Er zijn vrienden die me herinneren aan een natuurlijk volledige verkeerde voorspelling van een maand geleden (vroeger als sportjournalist heb ik al nooit de toto of quinielas gewonnen, want elke kennis is betrekkelijk, zeker rond het grillige voetbalveld), al blijf ik van mening dat Oranje niet als team voetbalt. Kijk eens naar Robin van Persie bij 2 van de 3 doelpunten tegen Uruguay; echt uitzinning is de viering niet, terwijl er toch een voor ons veertigers historische finaleplaats op het spel staat. Maar geen gezeik nu, zelfs in BCN gaan de Nederlanders los; Pascal, een lange, vrolijke en jonge ondernemer, wil een reuzegrootscherm zondag opstellen, voor duizenden Nederlanders in het Poble Espanyol, dus dat moet gaan lukken.

Wordt het een finale tegen Spanje, dan is het enige grote scherm in Barcelona een ‘Nederlands scherm’, want de gemeente wil er niet eentje voor het vermaledijde Spanje opstellen. Voor mij zou het de mooist mogelijke finale zijn. Na 25 jaar in Nederland en nu 22 in Spanje/Catalonië/Barcelona, met wel héél Spaanse kinderen, zou het mij geen moer schelen wie er wint. De  beste, dan maar. Dát is nog eens ontspannen naar een WK-finale kijken.

UPDATE:  Op op de website van BTV staat de TV-reportage die zij gisteren in Dow Jones maakten; begint op 32.30, met interviews met Ceryl, Steven, Renske en Gijs.

Oranje-gekte in Barcelona

Kon natuurlijk niet uitblijven: vriend belde vanuit Café Amsterdam, was er net opgestaan uit zijn royal seat voor het grote scherm en rende, net als meer dan honderd anderen, de ongelooflijke hitte van de bar uit om in de iets minder grote hitte van de straat de overwinning op Brazilië te vieren. “Een gekkenhuis,” gilde hij, maar hij kon mij verder niet verstaan. Je ziet hier in Barcelona veel meer shirtjes van Brazilië en, vandaag, Argentinië dan van Nederland, maar nu kreeg het oranje even de overhand. Gekte op de Carrer Aragó, waar de mensen uit ‘Amsterdam’ die uit Dow Jones troffen, nog zo’n tent die enorm oranje kleurt bij voetbalwedstrijden en waar men wanhopig probeert met bier het in zweet verloren gegane vocht weer op peil te brengen. Ander egroepjes trokken naar Foc of Gran Foc… Het zal zich dinsdagavond ongetwijfeld herhalen, die volle bak in de ‘Hollandse’ kroegen, ook al omdat de meeste WK-wedstrijden hier slechts via een decoder zijn te zien.

Daags voor het WK van 1974…

Ben met een (nog een beetje geheim) project bezig rond Johan Cruijff, in het Spaans en Catalaans. Kan daardoor nauwelijks naar het WK voetbal kijken. Wil dat ook niet; zo’n eerste speeldronde is nauwelijks interessant. En hier in Catalonië is de belangstelling nog relatief. Of, zoals een wat oudere dame in het dorp, fanatiek aanhangster van FC Barcelona, me vanochtend zei: “La Roja? Em fot pel cul.”  Ofwel, die Spaanse selectie konden ze er bij haar van achteren instoppen. En zo zijn er nog altijd veel Catalanen die zo denken, ondanks de aanwezigheid van half Barça in de selectie. Dús, van mijn kant, nog maar geen WK-post. Of een beetje. Kwam tijdens mijn speurtocht weer één van de mooiste foto’s tegen die ik me van Cruijff kan herinneren. De naam van de fotograaf heb ik nooit kunnen achterhalen, maar het shot is intrigerend. Het WK in Duitsland zit eraan te komen, het is het eerste seizoen van de oud-Ajacied bij Barcelona. Uitwedstrijd in La Condomina, Murcia. De strenge agenten van de Guardia Civil van generaal Franco, toen al een beetje ziek, zitten hem op de lippen, net als de supporters. Wat Cruijff daar doet? Hij staat op het punt een corner te nemen.

Vandaag trouwens schrijft Cruijff zijn column in El Periódico. Hij ziet Spanje nu méér favoriet dan tevoren, want het speelde ondanks de nederlaag tegen Zwitserland in ieder geval het vertrouwde en verzorgde voetbal, het Barça-voetbal… En die zege van Duitsland? Stelt niks voor. ‘Ik heb nog geen voetbal gezien,’ zegt Johan, ‘alleen maar angst.’

De Vlo die speelt als een Engel

Het WK voetbal is begonnen, niemand kan of wil er omheen. Zeker in Nederland niet, waar ik de afgelopen dagen vooral in saaie vinex- en slaapwijken een explosie aan oranje vlaggetjes heb mogen zien. Nog net vóór de verkiezingen deed vorige week ook een opinieweekblad als Vrij Nederland er aan mee; voetbal is al lang geleden een serieuze bedoening geworden, óók onder intellectuelen. Op de VN-website staat het verhaal onder de verzamelnaam ‘samenleving’ gerangschikt.

Ik had nog nooit voor VN geschreven; eens moest de eerste keer zijn. Bij deze: een (lang) portret van Lionel Messi. Voor de liefhebbers.

Op grote hoogte met Contador

Een topsporter hoeft niet per se heel aardig te zijn. Maar bij mij winnen ze heel wat punten als ze nog in staat zijn zich als een normaal, toegankelijk persoon op te stellen. De halve wereld gaat het over een maand, als het WK vol onbereikbare vedetten is afgelopen, hebben over het nieuwe duel tussen Lance Armstrong en Alberto Contador. Geen kleur, dat heeft de Spanjaard bij vooraf al gewonnen. Om te beginnen in sympathie. In Nederland kennen we hem te weinig, heeft Mart Smeets van de kijkers Armstrong-devoten gemaakt. Dat fanatieke Amerikaanse, eigenlijk mogen we dat wel.

Niet als je al lang in Spanje woont. Dan ben je al snel op de hand van de Spaanse sporter. Die je trouwens eigenlijk alleen maar goed kent vanuit de kranten, want dieptereportages op TV over de sterren zijn ver te zoeken. Wij zouden ‘onze’ reportage van gisteren zomaar aan die domme, archaïsche TVE kunnen verkopen, maar laten we beginnen om Contador in Nederland wat bekender te maken. ‘Wij van de NOS’ trokken een dag op met de tweevoudige winnaar van de Tour de France. Met Anquetil, Gimondi, Merckx en Hinault de enige renner ook die de drie grote rondes heeft gewonden. Cameraman Dennis achterin mijn auto en Contador en zijn companen van dichtbij volgen op de prachtige Pyreneeënklim van de Palhières.

Contador verkent er deze dagen de vier Pyreneeënetappes. Geen probleem dat een TV-ploeg hem een dag op de hielen zit en hem na het avondeten, in een oud hotelletje in Foix, ook nog eens een interview afneemt. Mooie woorden van een prachtig coureur, maar vooral een heel leuk mens. Waarom hij zo gebleven is? Een tipje van de sluier: “Als je eenmaal een hersenbloeding hebt gehad, voor je leven hebt gevochten en op je 20ste dacht dat je misschien nooit meer zou kunnen fietsen, dan kun je alles veel beter relativeren?”

Meer weten? Over dik een maand pas, in principe de vrijdagavond voor de start van de Tour in Rotterdam, bij de NOS. En beelden zeggen soms nog veel meer dan woorden.

De renner, 32 jaar later

Duurde het 51 jaar om De donkere kamer van Damocles van WF Hermans in het Spaans vertaald te krijgen, Tim Krabbé zal zich er net zo over verwonderen dat hij deze week in Madrid de presentatie houdt van de Spaanse versie van zijn historische De Renner, volgens velen van ons nog altijd het beste boek in het Nederlands dat ooit over wielrennen, of de fiets, is geschreven. En dat was in 1978…

Een kleine uitgeverij, Los Libros del Lince, die geen geld heeft om Krabbé ook nog naar Barcelona op promotietour te sturen, heeft het aangedurfd de kleine roman – 157 pagina’s in het Spaans – in dit wielergekke land uit te brengen. Wéér een leuk kado erbij voor onze Spaanse en Catalaanse relaties die ook nog een beetje van fietsen houden.

Waarom Oranje geen wereldkampioen wordt

Op een late vrijdagavond een leuke voetbaldiscussie, op een prachtbalkon dat over de baai bij Sant Feliu de Guíxols aan de Costa Brava uitkijkt, met de vrienden van uitgeverij De Buitenspelers; voetbalgekken, natuurlijk, en wandelende encyclopedieën. Ging over Oranje, en de gekte die de komende weken natuurlijk weer in Nederland gaat ontstaan. Dus zei ik maar – je moet een beetje provoceren – dat Nederland het enige land is waar gedacht en gezegd wordt dat Oranje best wel eens wereldkampioen zou kunnen worden.

Natúúrlijk niet, voegde ik er aan toe, en ik kwam spontaan met een origineel argument, dat ik maar even en public op dit weblog kwak. Laat ik het even vanuit Spanje beredeneren: dat land is voor de meesten de grote favoriet, door de Europese titel van twee jaar terug en door het vertoonde voetbal. Maar ook omdat de spelstijl duidelijk is: Spanje probeert te voetballen als het succesvolle Barcelona en daarom zitten bij de definitieve selectie zeven spelers van Barça, één (Villa) die er komend seizoen gaat voetballen en een ander (Cesc) die ooit de jeugdopleiding van de Catalanen doorliep.

En Oranje? Dat hangt als los zand aan elkaar, heeft geen enkel (club)systeem om zich op te oriënteren, geen kapstok om zich aan vast te houden. Goede voetballers, een deel van hen, succesvol bij buitenlandse clubs, maar er zit geen enkele stevige basis onder, die wél nodig is, zo wijst het verleden uit. Op het WK’74 schitterden we dankzij de Ajax-school en -successen en het EK-1988 wonnen we door de brede basis van PSV, dat net de Europa Cup had gewonnen, aangevuld met de ‘drie van AC Milan’, Van Basten, Gullit en Rijkaard.

En nu, anno 2010? In afwachting van de laatste afvallers zitten in de selectie hooguit vier spelers van één club (Ajax), maar in het beoogde basiselftal zijn dat er maximaal twee: Robben en Van Bommel van Bayern en Stekelenburg en Van der Wiel van Ajax. Verder zijn het allemaal ‘eenlingen’, die in het lange trainingskamp moeten proberen een eenheid te vormen. Spanje, dat vandaag pas bijeenkwam, heeft wat dat betreft al een straatlengte voorsprong…

Anoniem in de massa

Op dit moment, dat van de foto, net voor zeven uur op een aangename zondagavond, was het nog leuk. Meer dan 98.000 mensen verdeeld over de drie imposante ringen van het Camp Nou om Barça kampioen te zien worden. Het werd 4-0 tegen het arme, daardoor degraderende Valladolid, en het feest kon beginnen.

Dat was ook nog leuk. Een beetje langdradig, maar geen moment van irritatie, geen spoortje van geweld, geen geur van incidenten. De bijna 100.000 mensen gingen vrolijk weg, misschien de stad in, waar op en rond het Plaça de Catalunya 40.000 anderen, die niet naar het stadion waren geweest, al aan het feestvieren waren.

Feest?

Ja, heel even, misschien twee uurtjes. Toen gebeurde hetzelfde als alle jaren… De politie kent ze wel, raddraaiers die de anonimiteit van een feestende massa gebruiken om vernielingen aan te richten, winkels te plunderen, van alles en nog wat in brand te steken, motoren en fietsen om te gooien. Gisteren wachtten ze niet eens tot middernacht. Al vanaf een uur of negen ging de vlam erin en werd de Mobiele Eeenheid van de Mossos met gebroken flessen bekogeld. Sinistere balans voor een avondje feesten: 104 gearresteerden en 119 lichtgewonden, waaronder 32 politieagenten. Veel van die Mossos waren trouwens niet als zodanig herkenbaar: opnieuw bleken Barça-shirtjes, capuchonnen en andere onruststoker-achtige kleding de perfecte vermomming voor de mannen in burger om die arrestaties uit te voeren. Probleem is natuurlijk dat je het ene kamp niet meer van het andere onderscheidt.

Spaanse trots

Dit technologische wonder moet me iets sneller in Barcelona brengen. Misschien ouderwets, maar ik vind het wel wat hebben, het kopen van lokale of nationale produkten die niet voor de internationale concurrentie hoeven onder te doen. Dus waarom een modieuze Trek, of Cannondale, of Cervélo aanschaffen als Spanje zijn Orbea heeft? Bovendien geeft dat nog een extra voordeel: ik kocht hem in Vilanova i la Geltrú in de winkel van Celestino Prieto, een oud-wielrenner van historische ploegen als Kas (met Sean Kelly) en Reynolds (Delgado, Indurain). Hij stopte net met fietsen toen ik de Tour de France ging verslaan. We kenden elkaar niet, maar hebben wederzijdse vrienden. En dát is Spanje: “Oh, ken je hem ook? Dan krijg je de fiets voor zoveel mee.” En dan gaat er ineens 500 euro van de officiële verkoopprijs af, bijna 25%. Zou met een buitenlands merk niet kunnen, daarop is de winstmarge voor de winkelier veel kleiner. (Wat? Zóveel voor een fietsje, hoor ik de leken al zeggen. Tja; diepte-investering in de eigen gezondheid, en toch stukken goedkoper dan een Picasso.)

Dus ik dolblij met mijn Orbea Onix van 57 cm, 8,8 kilo, Shimano Ultegra-‘versnellingsbak’, wielen van hetzelfde merk. Vannacht staat hij (of zij, la bicicleta) in de slaapkamer, vind het zonde haar nu al in de vochtige garage te zetten. Nu nog zelf wat kilo’s eraf en het carbonfiber vliegt ongeremd over de heuvels langs de Middellandse Zee.