Tagarchief: Pyreneeën

De Pyreneeën zijn nu al niet wit meer

In november waren ze dolblij in de skigebieden in de Pyreneeën. Vroeger dan ooit vielen er flinke pakken sneeuw en het skiseizoen kon niet vroeg genoeg beginnen. In La Molina, het bij Barcelonezen zo populaire skistation omdat het maar op anderhalf uur rijden ligt, verheugden ze zich mede op een fantastisch wereld-kampioenschap snowboard, in januari. Dat is het nu, januari, en dat WK is bezig, zonder publiek bijna, maar vooral zonder sneeuw. De enige sneeuw die er is ligt op de piste’s en wordt kunstmatig in leven gehouden. ‘Suikersneeuw’ noemde Nicolien Sauerbreij het vandaag, de Nederlandse sportvrouw van het jaar die in het troosteloze La Molina, als Olympisch kampioene, al in de achste finales werd uitgeschakeld.

Het is een warme winter, in Noord-Spanje. Dat plus wat regen hebben de sneeuw doen verdwijnen, de bergen zijn geel, bruin en een beetje groen. Al zeggen ze dat de komende dagen de temperaturen sterk gaan dalen. Maar sneeuw zal er nauwelijks vallen. Geen seizoenstoerisme dat zo sterk aan het klimaat is gebonden. Nog een wonder dat dankzij de techniek zo’n WK nog doorgang kan vinden… Waardoor ik weer heb geleerd wat een double cork in de half pipe is, of zoiets.

De beer is los in de Pyreneeën

Als de Spaanse koning Juan Carlos op beren wil jagen – iets wat hij eenmaal per jaar pleegt te doen – gaat hij naar Roemenië of Rusland, waar de berenjacht is toegestaan. Enkele jaren geleden maakten zijn Russische gastheren het een beetje te bont. Om het de koninklijke gast iets eenvoudiger te maken zetten ze niet alleen een halftamme beer uit in het reservaat, maar werd het beest eerst nog dronken gevoerd met wodka. Waggelend was de beer een eenvoudig doelwit voor de koning, die zelf ook wel eens lijkt te waggelen. Natuurlijk werd het bericht ontkend, maar het was te mooi om niet waar te zijn.

Sinds 1996 heeft Spanje ook weer beren, maar daar mag zelfs de koning niet op jagen. Samen met de Franse overheid begonnen de Spanjaarden met een herintroductie-programma van de in de jaren vijftig uitgestorven beren; het laatste autochtone exemplaar van de Europese Bruine Beer was ‘per ongeluk’ door jagers omgebracht. Er werden vijf exemplaren uit Slovenië gehaald en het wachten was op de voortplanting. Tot woede trouwens van zowel boeren aan de Franse als de Spaanse kant van de Pyreneeën, waar de beren werden losgelaten. Nu moet er zo’n dozijn vrij rondlopen, nadat in januari weer twee jongen zijn geboren; onlangs werden zij door een automatische camera ‘betrapt’ (foto boven).

Af en toe verscheuren de beren een lammetje of een schaap, héél soms laten ze een wandelaar schrikken, maar over het algemeen zijn ze enorm mensenschuw en is er, behalve één man die dreigde te worden aangevallen, nog nooit menselijk leed te betreuren geweest. Even op ‘berenexcursie’ is moeilijk: de beesten zijn heel moeilijk te vinden. Voor wie toch op safari wil: in Spanje houden ze zich op in de bergen van de Vall d’Aran, net boven het hoofdstadje Vielha, of in de buurt van Esterri d’Aneu, een leuk dorpje aan het einde van een lange vallei. Aan de Franse kant zijn ze vooral te vinden in de bossen rond Couflens.

Op grote hoogte met Contador

Een topsporter hoeft niet per se heel aardig te zijn. Maar bij mij winnen ze heel wat punten als ze nog in staat zijn zich als een normaal, toegankelijk persoon op te stellen. De halve wereld gaat het over een maand, als het WK vol onbereikbare vedetten is afgelopen, hebben over het nieuwe duel tussen Lance Armstrong en Alberto Contador. Geen kleur, dat heeft de Spanjaard bij vooraf al gewonnen. Om te beginnen in sympathie. In Nederland kennen we hem te weinig, heeft Mart Smeets van de kijkers Armstrong-devoten gemaakt. Dat fanatieke Amerikaanse, eigenlijk mogen we dat wel.

Niet als je al lang in Spanje woont. Dan ben je al snel op de hand van de Spaanse sporter. Die je trouwens eigenlijk alleen maar goed kent vanuit de kranten, want dieptereportages op TV over de sterren zijn ver te zoeken. Wij zouden ‘onze’ reportage van gisteren zomaar aan die domme, archaïsche TVE kunnen verkopen, maar laten we beginnen om Contador in Nederland wat bekender te maken. ‘Wij van de NOS’ trokken een dag op met de tweevoudige winnaar van de Tour de France. Met Anquetil, Gimondi, Merckx en Hinault de enige renner ook die de drie grote rondes heeft gewonden. Cameraman Dennis achterin mijn auto en Contador en zijn companen van dichtbij volgen op de prachtige Pyreneeënklim van de Palhières.

Contador verkent er deze dagen de vier Pyreneeënetappes. Geen probleem dat een TV-ploeg hem een dag op de hielen zit en hem na het avondeten, in een oud hotelletje in Foix, ook nog eens een interview afneemt. Mooie woorden van een prachtig coureur, maar vooral een heel leuk mens. Waarom hij zo gebleven is? Een tipje van de sluier: “Als je eenmaal een hersenbloeding hebt gehad, voor je leven hebt gevochten en op je 20ste dacht dat je misschien nooit meer zou kunnen fietsen, dan kun je alles veel beter relativeren?”

Meer weten? Over dik een maand pas, in principe de vrijdagavond voor de start van de Tour in Rotterdam, bij de NOS. En beelden zeggen soms nog veel meer dan woorden.

Op de vloed van het smeltwater

Heb het zelf nog nooit gedaan, maar als je de acht mannen en vrouwen gillend in de boot hoort is de verleiding groot. De dit jaar overvloedig gevallen sneeuw in de Pyreneeën is massaal aan het smelten – toch, boven de 2.000 meter liggen er nog dikke muren op de bergwanden – en dat zorgt voor wilde stromen van de anders zo rustige beekjes in de dalen van het massief. De foto is van gisteren in Axat, een dorpje aan de Franse kant van de Pyreneeën, maar zo ver (bijna 3 uur) hoef je vanuit Barcelona niet te rijden om met vrienden een potje te gaan raften.

Vooral in de soms prachtige gargantas (of gorgues in het Frans), letterlijk vertaald ‘kelen’, die door het eeuwige water uitgeholde kloven tussen woeste bergwanden, in het noorden van de provincie Lleida kun je wild en minder wild varen. Je leest weinig over (dodelijke) ongevallen, dus het reële gevaar zal wel meevallen. Als er iets gebeurt, is het meestal domme pech. Kan niet één concreet bedrijf aanbevelen, maar het grotere dorpje Pont de Suert is één van de bekendste rafting-centra. Je kunt ook iets dieper de Pyreneeën inrijden, naar Llavorsí, Vielha, Bassella of Esterri d’Áneu, het laatste dorpje voor je de in de winter altijd dichtgesneeuwde Bonaigua-pas over moet.

15º in de sneeuw

Sta je in de bergen, aan de noordkant van het Cadí-massief, met de Pyreneeën aan de overkant van de vallei van de sprookjesachtige streek Cerdanya, is het er 9 graden op 2.000 meter hoogte. En 15º in het dal. En net boven de 20º aan de kust… Het weer is van slag, en dan wordt de sneeuw pap. Kunstsneeuw, want de échte sneeuw in Masella was al eerder door de zon en de hoge temperaturen weggebrand. Nou lijkt de kwaliteit van de sneeuw niet écht uit te maken als je nauwelijks kunt skiën en het zo’n zes jaar geleden voor het laatst hebt gedaan, maar kenners zeggen dat het toch écht veel scheelt of je over netgevallen verse sneeuw zoeft of over die grijze pap die duizenden skiërs achter zich hebben gelaten.

Want duizenden waren er. Kun je ook op rekenen als het voor velen vrije dagen zijn. Dus overbodige tip: skiën in de Pyreneeën doe je op een doordeweekse dag, kort nadat er een flinke sneeuwbui is geweest. Het is trouwens wel een voordeel die pistes zo dichtbij te hebben: blijkt de tweede skidag dus minder leuk te zijn dan verwacht, dan pak je in, stap je om half twee in de auto en ben je over héél rustige wegen om drie uur in Barcelona, waar je nog even een onverwacht lekkere pizza eet bij La Piazzenza, een historisch familietentje aan de Avinguda Gaudí, op slechts één blok van de Sagrada Familia, maar met 90% locals aan tafel en slechts enkele toeristen, wat in Barcelona voldoende zegt over de kwaliteit.

De bergen moet je respecteren

masella2

Afgelopen weekeinde voor het eerst de verwarming aangedaan, na ruim zeven maanden zonder enige activiteit in de radiatoren… Was ook wel nodig, blijkt, want ’s middags en ’s avonds daalde de kou over heel Catalonië neer, ook al blijft het overdag uiterst aangenaam, met de licht verwarmende zon die ons rond de 20º brengt. In de Pyreneeën viel anderhalve meter sneeuw, wat skistation Masella er ongetwijfeld toe brengt komend weekeinde als eerste de witte pistes te openen.

Maar dat mooie weer, die prachtige herfstzon, kan ook bedriegelijk zijn, zeker in die bergen. En geen streek zo verraderlijk, zeggen de experts, als de meest oostelijk gelegen Pyreneeën, die rond de valleien van Camprodón en Ribes de Fresser, zeg maar de weg vanuit Barcelona via Vic recht naar boven toe. Daar blaast de Torb, een wind die tolt en draait en er zaterdagavond voor zorgde dat de eerste twee doden van deze herfst-winter in de bergen te betreuren waren.

Het was een prachtmorgen, zaterdag, en vijf wandelaars zochten de top van de Puigmal op, een redelijk eenvoudig begaanbare berg van 2913 meter. Op de terugweg sloeg het weer binnen vijf minuten om, aldus andere dagjesmensen. Een korte sneeuwstorm, gierende wind, de temperatuur die ineens met negen graden tot onder het vriespunt daalde… De vijf raakten de weg kwijt en werden pas in het donker door de reddingsbrigade’s gevonden.

masellaTwee vrijgezelle zussen, begin veertig, uit Barcelona waren toen al doodgevroren. Vreemd, vond iedereen, want als je een beetje voorbereid en met goede kleding de berg op gaat kom je echt niet in vijf, zes uur om van de kou. Bewijs is dat de andere drie vandaag het ziekenhuis hebben verlaten en geen blijvend letsel hebben. Brandweerlieden, burgemeesters en ervaren bergmensen zeggen het maar weer eens: het is een mirakel dat er niet meer doden in de bergen vallen, zo weinig voorbereid als sommige mensen de toppen opzoeken. Te dunne kleding, geen voedsel of water, slecht schoeisel, geen GPS. Je moet de bergen behalve adoreren en veroveren vooral respecteren en daar herinneren ze ons elk jaar wel enkele malen aan.

In één uur in de skigebieden

tunnel cadi

Dat je vanuit Barcelona, vanaf het strand dus, binnen een uur in de eerste echte skigebieden (La Molina-Masella) kunt komen is te danken aan de Túnel de Cadí. Dit weekeinde wordt herdacht dat die tunnel, om middernacht tussen 30 en 31 oktober, precies 25 jaar geleden werd geopend. De bergen werden ontsloten, de streek Cerdanya een paradijs van tweede woningen voor vooral welgestelde Barcelonezen en de hoogste bergtoppen, die in Andorra, lagen ineens op minder dan twee uur met de auto, de afgrijselijke file’s in het al even deprimerende hoofdstadje Andorra la Vella even buiten beschouwing latend; of de in mooie winter- dus ski-weekeinden verstopte toevoerweg vanuit la Seu d’Urgell naar Andorra.

cadi2De vijf kilometer lange tunnel doorklieft het natuurpark Cadí-Moixeró, een lange tijd onneembare barrière waarover niet één fatsoenlijk weggetje loopt. Vroeger moesten de mensen daarom over heel andere (om)wegen richting de Pyreneeën. De meest gebruikelijke was de oostelijke route over Vic, Ripoll en Ribes de Freser, en daarna de prachtige, maar wel oneindig lange Collada de Toses, een voortdurend kronkelende bergweg. De andere, westelijk door het binnenland via Ponts en de Coll de Nargó, is nog altijd een weg die veel mensen nemen om naar Andorra te rijden en de tol van de Cadí te omzeilen; bovendien is het een veel minder drukke weg. Tussen de ene en de andere route ligt hemelsbreed meer dan 70 kilometer en daar was tot 1984 dus helemaal niets.

dorria tosesMaar vooral de Collada de Toses is aan te raden voor reizigers die geen haast hebben. Ik blijf het een prachtige weg vinden, precies langs de Pyreneeën. Was er jaren geleden eens voor een verhaal over de hoogste, nog bewoonde dorpjes in Catalonië. Dorria, precies halverwege de Collada, op het hoogste punt ook, was er één van. Op 1.560 meter woonde nog één echtpaar, met wat honden en schapen. Conchita wilde niet met haar door wind, sneeuw en kou getekende gezicht op de foto. Vroeger zei ze, gingen hun kinderen er lopend naar school, naar een dorp in het dal. Anderhalf uur duurde de weg terug, bergop. Maar hun kinderen zijn naar de stad verhuisd, naar Barcelona. Een leegloop die zoveel van dit soort dorpjes heeft getroffen.

P.S. Ski-liefhebbers moeten nog even wachten. Het is nu 27 graden in de Pyreneeën, met bovendien het fenomeen van de ‘thermische inversie’: in de dalen, vaak bedekt door mist, is het kouder dan op de bergtoppen.

Skieën tot 10 mei op 1 uur van BCN

Veel mensen komen deze en volgende maand naar Barcelona of de Costa Brava voor wat zon, strand en misschien het eerste voorzichtige voetje in de nog koude zee. Nou hebben we die zon nog nauwelijks gehad, zijn de vooruitzichten ook niet erg optimistisch, maar is er misschien een verrassend alternatief dat velen niet verwachten. Deze week is de zoveelste grote sneeuwbui van deze lange winter over de Pyreneeën uitgestort en hebben de skistations besloten veel langer dan gebruikelijk open te blijven. Normaal gesproken markeert Pasen het einde van het ski-seizoen, dat de laatste jaren bovendien nogal mager was door de grote droogte die Catalonië teisterde. Sommige ski-oorden zullen nu tot 10 mei openblijven, zoals het vooral onder Barcelonezen populaire Masella: dit station, vastgeplakt aan La Molina, ligt op net iets meer dan een uur rijden van Barcelona. Snelweg recht omhoog, via Terrassa, Manresa en Berga naar de Túnel de Cadí, eerste afslag rechtsaf en, voor wie er van houdt, daar gloort op de toppen skiplezier in het voorjaar. Slechts als het de komende weken ineens ongelooflijk warm gaat worden en de dooi ongenadig toeslaat, zouden de skiliften ietsje eerder kunnen stoppen.

Natte winter, volle stuwmeren

sau11

Het is het verschil tussen een droge winter, vorig jaar, en de natte, die we nog steeds ondervinden. Het stuwmeer van Sau is de beste graadmeter van de droogte in Catalonië, een meer trouwens waar we in en rond Barcelona bijna al ons drinkwater vandaan halen. Precies een jaar geleden maakte ik een journalistieke tocht langs de rivier de Ter en zag het meer er onrustbarend leeg uit: de oude kerk van Sant Romà, een dorpje dat onder het water verdween toen de stuwdam eind jaren zestig werd aangelegd, stond niet alleen in volle glorie boven het water, maar aan zijn voet was het nog eens vijf meter diep om bij het water te komen. Het stuwmeer was, net als de meesten in Catalonië, slechts voor 23% gevuld. Bij 20% zou de alarmfase ingaan en het water gerantsoeneerd worden.

sau2In april dat jaar begon het, na twee jaar droogte, echter copieus te regenen. En zo gaat het al een jaar. Wonderbaarlijk hoe snel die ongelooflijke grote stuwmeren dan weer vollopen. Op de tweede foto, die ik nam vanaf de honderden meters hoge rotsen bij het wonderschone dorpje Tavertet, is nog slechts het puntje van de kerk te zien. Deze dagen is Sau op 90% van zijn capaciteit. En dan moet de dooi in de Pyreneeën nog beginnen, wat hectoliters extra water naar de rivieren en de stuwmeren zal brengen, want nergens in Europa ligt zoveel sneeuw als op sommige plaatsen in de Spaans-Franse bergketen. Deze week, trouwens, wordt opnieuw sneeuw verwacht.