Over boeken gesproken: de aantrekkingskracht tussen de schrijvers hier (Barcelona, Catalonië, Spanje) en de lezers dáár blijft groot. Zie dat zojuist De kunst van verliezen (Saber perder) van de héél leuke en aardige regisseur, columnist en schrijver David Trueba in het Nederlands is uitgekomen (hier een interview met hem), én dat het Instituut Jeroen Bosch twee al wat ‘oudere’ boeken uit de kast haalt, megabestsellers De schaduw van de wind en De kathedraal van de zee, om er een een literair weekeinde in Barcelona aan vast te knopen. Op deze blog hadden we vanzelfsprekend al over de ‘plaatsen der delict’ van zowel Carlos Ruiz-Zafón als over Ildefonso Falcones bericht, maar niets is natuurlijk zo leuk als het zelf ook beleven, mét of zónder literaire gids.
Tagarchief: literatuur
De renner, 32 jaar later
Duurde het 51 jaar om De donkere kamer van Damocles van WF Hermans in het Spaans vertaald te krijgen, Tim Krabbé zal zich er net zo over verwonderen dat hij deze week in Madrid de presentatie houdt van de Spaanse versie van zijn historische De Renner, volgens velen van ons nog altijd het beste boek in het Nederlands dat ooit over wielrennen, of de fiets, is geschreven. En dat was in 1978…
Een kleine uitgeverij, Los Libros del Lince, die geen geld heeft om Krabbé ook nog naar Barcelona op promotietour te sturen, heeft het aangedurfd de kleine roman – 157 pagina’s in het Spaans – in dit wielergekke land uit te brengen. Wéér een leuk kado erbij voor onze Spaanse en Catalaanse relaties die ook nog een beetje van fietsen houden.
El cuarto oscuro van W.F. Hermans
Het heeft even geduurd, 51 jaar om precies te zijn, maar sinds een maand kunnen ook de Spanjaarden genieten van één van de boeken die op mij, van de ellenlange leeslijst van het gymnasium (30 boeken in het Nederlands, 15 in het Engels, 15 in het Duits, 15 in het Frans, als mijn geheugen me niet bedriegt), het meeste indruk maakten. Waarom, dat wist ik eigenlijk niet meer, en daarom heb ik vorig jaar De donkere kamer van Damokles eindelijk eens herlezen. Nog altijd een mooie, grauwe, beklemmende roman, maar aan de andere kant op een veel lichtere, vermakelijker toon geschreven dan ik me had voorgesteld. En nog spannend ook; misschien dat dat de middelbare scholier ook bekoorde.
Héél het buitenland heeft trouwens lang op een vertaling van het meesterwerk van W.F.Hermans moeten wachten, ook al omdat de misantropische schrijver zelf niet érg bereidwillig was mee te werken aan het aan het buitenland verkopen van zijn rechten; hij was sowieso altijd een grote hoofdpijn voor zijn uitgevers, tot hij in 1995 overleed.
De donkere kamer kwam in 2002 in Engeland uit (een eerdere poging in de jaren zestig niet meegerekend), Duitsland volgde hetzelfde jaar. “Waarom hebben wij zo lang op een meesterwerk uit een aan de onze verwante taal moeten wachten? Is iedereen blind geweest of zo?” vroegen de recensenten zich af. In Frankrijk kwam de doorbraak in 2007 met een lovende kritiek van Milan Kundera in Le Monde. Ook hij vond het onbegrijpelijk dat niemand hem ooit van die onbekende W.F.Hermans had verteld.
Veel van die vertalingen zijn trouwens het resultaat van de subsidies van het Nederlands Literair Productie- en Vertalingenfonds. De Spaanse vertaling is van Catalina Ginard Féron, die al talloze boeken uit het Nederlands heeft vertaald.