Ja, de grapjes beginnen al binnen te komen. Voor de lezers die het Spaans niet machtig zijn: voor de Spanjaarden beginnen álle Nederlandse achternamen met Van. Een beetje gelijk hebben ze wel, want ook in de Oranje-selectie zitten er een paar: Van Bommel, Van der Vaart, Van der Wiel, Van Bronckhorst… Er bestaat een oud Spaans mopje dat luidt: ‘Hoe noemen ze de Guardia Civil in het Nederlands? Van de Verde’. Van betekent in het Spaans ‘ze gaan, ze lopen, etc’. De Guardia Civil gaat in het groen, dus… (Écht in het Spaans is hij best wel leuk, dit mopje…) Nu komt er een WK-finaleversie op: iemand heeft al een Oranje-shirt laten bedrukken met ‘Van A. Perder’, ofwel: ‘Ze gaan verliezen’. Met rugnummer nul, natuurlijk. De psychologische strijd is losgebarsten.
Tagarchief: oranje
Nederland-Spanje; we vinden elkaar wel leuk
De Tachtigjarige Oorlog kennen we alleen maar uit de geschiedenisboeken, veel Nederlanders weten niet eens meer wie die Alva nou was en na Frankrijk is het ook nog het populairste vakantieland voor de Nederlanders. Onze enige traumatische ervaring met Spanje is dat je als klein kind vreesde dat Zwarte Piet je wel eens in een zak naar dat verre land kon meenemen. Dat wordt dus puur genieten, zondag, over en weer, van voetballers en teams waaraan we, wederzijds, geen enkele hekel aan hebben.
Gisteren ben ik even op pad geweest om zowel de oranje-koorts in Barcelona als die ‘rivaliteit’ te ontdekken. Kwam ik, onder anderen, terecht op de boulevard Joan de Borbó, waar twee totaal verschillende zaken naast elkaar zitten: El Suquet del Almirall van Quim Marqués, heel aardige en uitmuntende kok waarvan ik thuis een boek over La cuina de la Barceloneta heb staan (heerlijk recept van met prei en paddestoelen gevulde inktvissen!) en die net een nieuw boek over klassieke visgerechten aan de Spaanse kust heeft uitgebracht, en naast hem Foc van Marcus de Pijper. Het zijn buren en Marcus huurt zijn tent ook nog van Quim. Quim is Catalaan maar fanatiek voor Spanje, zondag, want het is gewoon Barça dat speelt. Maar hij vindt die Nederlanders wel aardig, en omgekeerd. Hieronder een deel van het verslag dat ik voor het AD schreef:
Het halve dozijn ‘Nederlandse’ kroegen in Barcelona was bij de laatste wedstrijden van Oranje al te klein. Honderden bezwete, allemaal in het oranje uitgedoste landgenoten, over het algemeen een jong publiek, kwamen bijeen in barretjes met de namen Amsterdam, Rembrandt, Foc, Gran Foc en Nakupenda. Al jaren ontmoetingsplaatsen voor velen, deze maand bedevaartsoorden om de wedstrijden van het Nederlands elftal via de NOS en met het commentaar van Frank Snoeks en Jeroen Gruter te zien en te beluisteren.
Hoewel, luisteren. Het kabaal en de drukte waren meestal zo groot, dat het bij kijken bleef, en juichen, zuchten en vloeken. “Een gekkenhuis. Al vanaf de eerste wedstrijd was het vol, maar per ronde kwamen er nóg meer mensen bij,” zegt Vincent Solleveld, één van de eigenaren van de Bar Amsterdam, die op een gegeven moment zelfs mensen moest weigeren. Vol was vol. (Vincent zit nu zelf in Zuid-Afrika, trouwens, met compaan Dirk…)
Na de winst op Brazilië speelden er zich bovendien ongekende taferelen af: de Oranje-supporters vlogen de kleine kroeg uit en liepen de brede achtbaansstraat Aragó op, waar zij uitzinnig de lokale automobilisten begroetten en vrolijk getoeter als antwoord kregen.
In de genoemde barretjes zijn de beste plaatsen al sinds dagen gereserveerd. ,,Aan elk tafeltje hebben we een TV-scherm en die plaatsen zijn toch vooral voor de vaste gasten, die het hele jaar door komen. Zij dineren dan tijdens de wedstrijd,” zegt Marcus de Pijper van Foc en Gran Foc. Boven de eerste bar, aan de haven, hangt een Nederlandse vlag met ‘Holland House’ erop. Binnen zijn er zeven TV-schermen.
“Dit is natuurlijk een droomfinale voor ons, Spanje-Nederland. We wilden nooit alleen maar Nederlands publiek trekken, maar op avonden als dit is het natuurlijk wel leuk,” aldus De Pijper. “De avonden dat Mexico speelde zat het vol met Mexicanen,” zegt Solleveld, die net als de meeste Nederlanders in Barcelona nog wel voor Oranje is. “Maar mijn zoontje Lucas loopt met een Spaans shirt van Pedro rond…”
Naast Foc zit het bekende visrestaurant El Suquet del Almirall, waar kok en eigenaar Quim Marqués zijn liefde voor het Spaanse team uitspreekt. “Eigenlijk is het FC Barcelona dat speelt, met al die jongens van hier. En zó goed, hè? Nederland heeft geen schijn van kans zondag,” lacht Marqués, die de goede verstandhouding met buurman (en huurder) Marcus benadrukt. “Het is goed volk, die Hollanders. Mijn vader had een camping aan de Costa Brava, 30 jaar geleden, en daar hebben we wat Nederlandse vrienden aan overgehouden. En eigenlijk is het voetbal van Spanje het voetbal dat Nederland vroeger speelde.”
Daarom heeft Oranje wel meer fans onder de Catalanen. Sommigen om politieke redenen, omdat zij Spanje niet als hun land beschouwen, en anderen uit bewondering. “Het voetbal is Nederland iets verschuldigd, sinds 1974,” zegt journalist Joan Domènech. “Dus als Oranje van Spanje wint, dan zal me dat iets minder pijn doen dan wanneer het een andere tegenstander was geweest.”
Groot scherm voor Oranje bij Montjuïc
Het gaat door! Zo begint Pascal Jorritsma zijn persbericht van vandaag. Ik neem het maar letterlijk over. Samengevat: zondag een groot scherm voor de Nederlandse kolonie in het Poble Espanyol, metro Espanya en tien minuten lopen… Vanaf 17 uur, entree 20 euro.
Spanje-gekte in Barcelona
Sorry voor de niet voetbal-lezers van het blog, maar het zijn niet de dagen om het over een cultureel evenement of mooi pleintje te hebben. Zeker niet in een voor Nederlanders die in Spanje wonen en, omgekeerd, Spanjaarden die in Nederland wonen nu al onvergetelijke week. Iedereen wordt er door vrienden, kennissen en collega’s op aangesproken: voor wie ben je, wie gaat er winnen, waar zal je zondagavond half negen zijn? Zelfs Barcelona begint een beetje te veranderen. Vanavond, kort na de wedstrijd, was er vuurwerk, getoeter op straat, veel Spaanse vlaggen die uit autoruiten wapperden. Geen 40.000 mensen voor een groot scherm als in Madrid; in Barcelona denkt de gemeente er nog niet aan. Zaterdag is er een grote demonstratie voor de zelfbeschikking van Catalonië; dan is een Spaanse triomf, de heersende Spaanse euforie niet echt welkom. Maar ja, dan zien die Catalanen én de rest van Spanje hoe een oer-Catalaan als Carles Puyol, uit La Pobla de Segur, de streek Pallars-Jussà (echt, Cataláánser dan dat kán gewoon niet) de winnende treffer scoort.
Uitzinnige Madrileense verslaggevers op een radio als de cadena SER, in dit geval, gaan dan direct provoceren en beginnen te zingen ‘soy español, español, español’, terwijl ze weten dat Puyol zich nooit van zijn leven een Spanjaard zal voelen, maar nu zijn hang naar onafhankelijkheid ondergeschikt maakt aan een op dit moment groter doel, dat van een voetballer die wereldkampioen wil worden. Makkelijker te verwezenlijken dan de onafhankelijkheid van Catalonië, in ieder geval.
Het zal een mooie zondag worden. Benieuwd wie in Nederland het eerst Alva onder het stof vandaan haalt. Of hebben we gewoon die kennis niet meer? Geen revanche meer voor de 80-jarige oorlog en de wrede Spaanse onderdrukking, die Koning van Hispaniën die we zelfs in ons volkslied nog eren?
Aan de andere kant: bijna alle Nederlanders met bruine ogen, zoals een half-Fries als ik, hebben eeuwenoud Spaans bloed…
PS: Tip aan de Volkskrant: dat Puyol nóóit het Spaanse volkslied meezingt is logisch; niemand doet het, want het volkslied heeft geen tekst…
Spanje-Catalonië voor Amerikanen
Ze belden net van een Nederlands TV-programma: mocht Spanje de rivaal van Nederland worden, zouden ze graag in Barcelona sfeer komen proeven. Heb maar weer eens uitgelegd dat het Spaanse elftal hier veel minder leeft dan in Madrid en dat veel Catalanen voor Nederland zouden zijn, zondag. Uitgebreider heb ik dat ook vandaag voor de lezers/lezeressen van het Amerikaanse Vanity Fair gedaan. Bij deze, mijn mijn trotse debuut in het Engels voor een miljoenenpubliek. (Nou ja, miljoenen; voetbal zal ze niet veel interesseren, met Angeline Jolie op de cover… Lees trouwens ook het leuke voorgaande stuk van David Winner over de opvallende vrede tussen Nederland en Duitsland.)
Mijn kop -die boven het verhaal- komt, natuurlijk, uit de eerste zin van een mooi liedje van The Nits van 20 jaar terug, Sketches of Spain.
Oranje-gekte in Barcelona (2)
Er komt, komende zondag, natuurlijk een derde aflevering van deze ‘Oranje-gekte in Barcelona’. Zat de wedstrijd tegen Uruguay op de redactie te kijken, maar da’s toch een beetje saai. Dus toog ik in de rust naar Dow Jones aan de Carrer Bruc, waar Alberto Stegeman zich als undercoverjournalist presenteerde hoewel hij nu, zei hij, vakanties aan het redden was, en waar bínnen één grote oranje zee klaar stond en zat om de tweede helft van de halve finale te bekijken. Leuk trouwens, om te zien hoe Spaans/Catalaanse echtgenoten van Nederlandse meisjes in het oranje gehuld gingen. Heet dat integratie?
Gekkenhuis dus, eentje met veel trouwe lezers van dit blog, zo bleek, maar dat terzijde. Er zijn vrienden die me herinneren aan een natuurlijk volledige verkeerde voorspelling van een maand geleden (vroeger als sportjournalist heb ik al nooit de toto of quinielas gewonnen, want elke kennis is betrekkelijk, zeker rond het grillige voetbalveld), al blijf ik van mening dat Oranje niet als team voetbalt. Kijk eens naar Robin van Persie bij 2 van de 3 doelpunten tegen Uruguay; echt uitzinning is de viering niet, terwijl er toch een voor ons veertigers historische finaleplaats op het spel staat. Maar geen gezeik nu, zelfs in BCN gaan de Nederlanders los; Pascal, een lange, vrolijke en jonge ondernemer, wil een reuzegrootscherm zondag opstellen, voor duizenden Nederlanders in het Poble Espanyol, dus dat moet gaan lukken.
Wordt het een finale tegen Spanje, dan is het enige grote scherm in Barcelona een ‘Nederlands scherm’, want de gemeente wil er niet eentje voor het vermaledijde Spanje opstellen. Voor mij zou het de mooist mogelijke finale zijn. Na 25 jaar in Nederland en nu 22 in Spanje/Catalonië/Barcelona, met wel héél Spaanse kinderen, zou het mij geen moer schelen wie er wint. De beste, dan maar. Dát is nog eens ontspannen naar een WK-finale kijken.
UPDATE: Op op de website van BTV staat de TV-reportage die zij gisteren in Dow Jones maakten; begint op 32.30, met interviews met Ceryl, Steven, Renske en Gijs.
Oranje-gekte in Barcelona
Kon natuurlijk niet uitblijven: vriend belde vanuit Café Amsterdam, was er net opgestaan uit zijn royal seat voor het grote scherm en rende, net als meer dan honderd anderen, de ongelooflijke hitte van de bar uit om in de iets minder grote hitte van de straat de overwinning op Brazilië te vieren. “Een gekkenhuis,” gilde hij, maar hij kon mij verder niet verstaan. Je ziet hier in Barcelona veel meer shirtjes van Brazilië en, vandaag, Argentinië dan van Nederland, maar nu kreeg het oranje even de overhand. Gekte op de Carrer Aragó, waar de mensen uit ‘Amsterdam’ die uit Dow Jones troffen, nog zo’n tent die enorm oranje kleurt bij voetbalwedstrijden en waar men wanhopig probeert met bier het in zweet verloren gegane vocht weer op peil te brengen. Ander egroepjes trokken naar Foc of Gran Foc… Het zal zich dinsdagavond ongetwijfeld herhalen, die volle bak in de ‘Hollandse’ kroegen, ook al omdat de meeste WK-wedstrijden hier slechts via een decoder zijn te zien.
Radio na middernacht
De jeugd doet het iets minder, maar er zijn veel Spaanse mannen vanaf een jaar of vijftig die al jarenlang ’s avonds met een radiootje aan – of een oortelefoontje in – in bed gaan liggen. Het is dan net over twaalven, en op vijf of zes verschillende zenders beginnen dan de sportpraatprogramma’s, of beter gezegd voetbal talk radio. Ik vond het maar een vreemd fenomeen; wie ging er nou tot één uur, half twee ’s nachts naar mannen over voetbal luisteren? Dat was wel vér vóór de tijd dat in Nederland zulke programma’s op TV kwamen; sterker nog: de uitvinders ervan in Hilversum, Barend&Van Dorp, deden het idee voor hun trucje op in Spanje.
Vreemd dus, tot ik zelf één of twee keer per maand ging aanzitten bij de mensen van Catalunya Ràdio. Tertulia noemen ze dat hier. Je kennis (of géén kennis) de ether in slingeren, interessant doen, je mening ventileren. ik werd er vaak op aangesproken, mensen gingen je stemgeluid en accent herkennen, slagers en timmerlieden die, zonder je ooit gezien te hebben, vroegen of je die Winkels was. Bleken dit soort programma’s, over heel Spanje gemeten, miljoenen luisteraars te hebben, met El larguero van de SER aks grootste, al was dat vroeger driftkop José María García van de concurrende COPE. Mensen zapten zelfs van het ene naar het andere station.
Gisteren was ik weer even terug, na een jaar of 10, in de nachtelijke studio van Catalunya Ràdio, aan de Diagonal. Buiten liep de jeugd dronken te zijn, binnen deden wij interessant over, onder anderen, het WK en het Nederlands elftal. En tienduizenden mensen die er naar luisterden…
Daags voor het WK van 1974…
Ben met een (nog een beetje geheim) project bezig rond Johan Cruijff, in het Spaans en Catalaans. Kan daardoor nauwelijks naar het WK voetbal kijken. Wil dat ook niet; zo’n eerste speeldronde is nauwelijks interessant. En hier in Catalonië is de belangstelling nog relatief. Of, zoals een wat oudere dame in het dorp, fanatiek aanhangster van FC Barcelona, me vanochtend zei: “La Roja? Em fot pel cul.” Ofwel, die Spaanse selectie konden ze er bij haar van achteren instoppen. En zo zijn er nog altijd veel Catalanen die zo denken, ondanks de aanwezigheid van half Barça in de selectie. Dús, van mijn kant, nog maar geen WK-post. Of een beetje. Kwam tijdens mijn speurtocht weer één van de mooiste foto’s tegen die ik me van Cruijff kan herinneren. De naam van de fotograaf heb ik nooit kunnen achterhalen, maar het shot is intrigerend. Het WK in Duitsland zit eraan te komen, het is het eerste seizoen van de oud-Ajacied bij Barcelona. Uitwedstrijd in La Condomina, Murcia. De strenge agenten van de Guardia Civil van generaal Franco, toen al een beetje ziek, zitten hem op de lippen, net als de supporters. Wat Cruijff daar doet? Hij staat op het punt een corner te nemen.
Vandaag trouwens schrijft Cruijff zijn column in El Periódico. Hij ziet Spanje nu méér favoriet dan tevoren, want het speelde ondanks de nederlaag tegen Zwitserland in ieder geval het vertrouwde en verzorgde voetbal, het Barça-voetbal… En die zege van Duitsland? Stelt niks voor. ‘Ik heb nog geen voetbal gezien,’ zegt Johan, ‘alleen maar angst.’
Waarom Oranje geen wereldkampioen wordt
Op een late vrijdagavond een leuke voetbaldiscussie, op een prachtbalkon dat over de baai bij Sant Feliu de Guíxols aan de Costa Brava uitkijkt, met de vrienden van uitgeverij De Buitenspelers; voetbalgekken, natuurlijk, en wandelende encyclopedieën. Ging over Oranje, en de gekte die de komende weken natuurlijk weer in Nederland gaat ontstaan. Dus zei ik maar – je moet een beetje provoceren – dat Nederland het enige land is waar gedacht en gezegd wordt dat Oranje best wel eens wereldkampioen zou kunnen worden.
Natúúrlijk niet, voegde ik er aan toe, en ik kwam spontaan met een origineel argument, dat ik maar even en public op dit weblog kwak. Laat ik het even vanuit Spanje beredeneren: dat land is voor de meesten de grote favoriet, door de Europese titel van twee jaar terug en door het vertoonde voetbal. Maar ook omdat de spelstijl duidelijk is: Spanje probeert te voetballen als het succesvolle Barcelona en daarom zitten bij de definitieve selectie zeven spelers van Barça, één (Villa) die er komend seizoen gaat voetballen en een ander (Cesc) die ooit de jeugdopleiding van de Catalanen doorliep.
En Oranje? Dat hangt als los zand aan elkaar, heeft geen enkel (club)systeem om zich op te oriënteren, geen kapstok om zich aan vast te houden. Goede voetballers, een deel van hen, succesvol bij buitenlandse clubs, maar er zit geen enkele stevige basis onder, die wél nodig is, zo wijst het verleden uit. Op het WK’74 schitterden we dankzij de Ajax-school en -successen en het EK-1988 wonnen we door de brede basis van PSV, dat net de Europa Cup had gewonnen, aangevuld met de ‘drie van AC Milan’, Van Basten, Gullit en Rijkaard.
En nu, anno 2010? In afwachting van de laatste afvallers zitten in de selectie hooguit vier spelers van één club (Ajax), maar in het beoogde basiselftal zijn dat er maximaal twee: Robben en Van Bommel van Bayern en Stekelenburg en Van der Wiel van Ajax. Verder zijn het allemaal ‘eenlingen’, die in het lange trainingskamp moeten proberen een eenheid te vormen. Spanje, dat vandaag pas bijeenkwam, heeft wat dat betreft al een straatlengte voorsprong…