
Collega Steven Adolf schreef ooit een heel boek, Spanje achter de schermen, geïnspireerd op de verschillende feesten die in Spanje worden gehouden. Het AD vroeg me onlangs een verhaal van vier pagina’s voor de Reiswereld te schrijven met eenzelfde leidraad: een tocht door Spanje aan de hand van die feesten (plus een overzicht, onderaan, van de belangrijkste moderne muziekfestivals). Een tocht in vogelvlucht, natuurlijk, want er is zóveel te beschrijven dat je er, inderdaad, een heel boek voor nodig zou hebben. Bij deze:
Spanje is één grote fiesta. Bijna elke dag van het jaar kun je wel ergens in het land feestvieren, en op sommige plaatsen gaat zo’n feest een week lang door. Maar buiten die traditionele stads- en dorpsfeesten zijn er ook nog talloze culturele en muzikale festivals. Een tocht door een feestelijk Spanje.
Door Edwin Winkels
Een grote meerderheid van de Spanjaarden woont in flats en huisjes die niet groter dan 70 vierkante meter zijn, een ruimte die meestal met het hele gezin moet worden gedeeld, inclusief soms al volwassen kinderen die tot hun dertigste dat huis niet verlaten. Het is één van de redenen, samen met het doorgaans aangename weer, dat Spanje vooral op straat leeft. Of misschien zijn oorzaak en gevolg wel omgekeerd, werden al die woningen zo klein gebouwd omdat de bewoners toch meestal op straat waren.
Op straat ook, in de buitenlucht, viert de Spanjaarden het liefst zijn feesten, nodigt hij vrienden en familie uit aan een lange tafel voor de deur, beeld dat in de grote steden natuurlijk is verdwenen. Maar de traditie blijft altijd aanwezig, ook omdat veel stedelingen ooit uit een dorp kwamen, of uit een leuke stadswijk die eigenlijk altijd een dorp is gebleven. Niet dat elke Spanjaard elke dag ergens feestviert, maar je kan zonder problemen een lange tocht langs feestend Spanje uitstippelen, vooral in de zomer, wanneer de meeste stads- en dorpsfeesten plaatsvinden. En zo ontdekken dat geen dorp, geen stad, geen streek van Spanje hetzelfde is.
We rijden Spanje aan de oostkant binnen, waar Girona vanaf de snelweg nooit enige aantrekkingskracht uitoefende, maar een heerlijke stad blijkt te zijn. Zo heerlijk, dat het al jarenlang samen met het Baskische Vitoria de stad met het beste levensklimaat in Spanje is. Mooie plaats om, tussen de oude huizen van de Joodse wijk El Call, op 23 april Sant Jordi eens mee te maken. Catalonië heeft zijn nationale feestdag op 11 september, maar Sant Jordi is een veel amusantere dag. Jordi is de beschermheilige van de eigenzinnige regio, en in zijn naam geven mannen en vrouwen elkaar die dag een roos en/of een boek kado. Prachtig gezicht om die meestal zonnige dag bijna elke vrouw of meisje van de stad vrolijk met een roos te zien lopen. En alle boekwinkels hebben buiten een stalletje en in sommige daarvan signeren de schrijvers hun laatste roman of essay.
Ook Barcelona heeft zijn massale Sant Jordi natuurlijk, maar Barcelona heeft zoveel, het hele jaar door. De stadsfeesten van Mercè eind september, de ‘dorpsfeesten’ van de wijk Gràcia half augustus, maar omdat Barcelona heel veel cultuur heeft is het raadzaam eens een voorstelling van het theaterfestival Grec in de open lucht mee te maken. Verborgen op de Montjuïc-heuvel ligt het prachtige amfitheater uit 1929 waar in juni en juli concerten, ballet- en theatervoorstellingen onder de sterrenhemel plaatsvinden.
De reis kan verdergaan via de kust, met op 40 kilometer onder Barcelona het idyllische en van massatoerisme verschoond gebleven Sitges als cultureel epicentrum. Beroemd om zijn carnaval, met twee optochten op zondag en dinsdag die tot vier uur ‘s nachts duren, herbergt Sitges in oktober één van de meeste opvallende filmfestivals. Geboren als evenement voor horrorfilms heet het nu het ‘Fantastische Film’-festival, en daar past alles in, met elk jaar een hommage aan historische films als King Kong en Jaws en veel aandacht voor Aziatische produkties.
Het binnenland in, waar de provincie Teruel eens, wanhopig, een campagne begon die ‘Teruel bestaat!’ heette, want bijna geen Spanjaard lijkt er ooit de komen. Er is een heus museum van dinosaurussen – resten gevonden in de omgeving – maar vooral de moeite waard is een bezoek aan het nietige dorpje Calanda rond Pasen. Spanje is een lawaaiig land, het rumoer is overal, van de kroeg tot in de kerk, maar soms lijken ze er een record te willen breken. Dat gebeurt bij de Rompido de la hora (letterlijk: het breken van het uur), wanneer om 12 uur op Goede Vrijdag honderden immense trommels beginnen te roffelen. Alles trilt, van de huizen tot de ingewanden, twee uur lang, op het dorpsplein. Een traditie die sinds 1640 bestaat.
Want Spanje staat vol met soms eeuwenoude tradities waarvan vaak niets eens de herkomst is te herleiden. Uiterst dubieuze tradities ook, vooral waar dieren mishandeld worden, dorpen waar de jeugd urenlang een eenzame stier met speren en lansen bestookt of waar een geit vanaf de kerktoren naar beneden wordt gegooid. Veel onschuldiger en vermakelijker is daarom de Tomatina van Buñol; eind augustus verstrekt de gemeente meer dan 100.000 kilo aan zeer rijpe tomaten waarmee tienduizenden mensen elkaar bekogelen. Het hele dorp kleurt rood, in een recente traditie die in 1945 werd geboren toen groepen jongeren ruzie kregen tijdens het dorpsfeest en met fruit uit een stalletje begonnen te gooien.
Buñol ligt aan de weg van Madrid naar Valencia, de hoofdstad van het vuur is. Elk jaar half maart staat Valencia in brand, als de tientallen prachtige, meer dan 10 meter hoge fallas – poppen of soms hele scènes, vaak karikaturen van politici en andere beroemdheden – in de fik worden gestoken. Elke wijk, elk plein in de stad heeft wel zijn falla-groepering die het hele jaar met de voorbereiding bezig is, omdat werk binnen enkele uren in vlammen te zien opgaan. Een gewoonte die, volgens de meest plausible overlevering, ontstond toen timmerlieden hun jaarlijkse overschot aan hout verbrandden. Het vuur is ook overgeslagen naar de Balearen, waar de feesten van Sant Joan, de kortste nacht van 23 op 24 juni, in brand wordt gezet. Spanje kent geen vuurwerk met oudjaarsnacht, maar alle knallers worden op 23 juni urenlang afgestoken. Op Menorca is in Ciutadella het grootste feest ter ere van Sant Joan, met als hoogtepunt de tussen het publiek opspringende paarden, maar er gaan elk jaar meer mensen naar het ziekenhuis wegens alcoholgebruik dan om verwondingen door paardenhoeven.
Op de lange weg verder zuidwaarts, langs de Costa Blanca, zijn in de zomer vooral in de dorpen van de provincie Alicante regelmatig kanonschoten te horen. Vila-joiosa, net onder Benidorm, is één van de talloze dorpen die elk jaar weer het feest van de Moros y Cristianos organiseert, een enorm, dagenlang schouwspel op straat waarin de bezetting van Spanje door de Arabieren en de veldslagen vanaf de vijftiende eeuw tijdens de herovering door de christenen worden opgevoerd, compleet met aanvallen vanuit zee, maar ook met meer vreedzame optochten.
De zee. Spanje heeft officieel 3.900 kilometer kust, maar een precieze berekening brengt dat aantal tot liefst 7.900. Spanje leeft van die zee, en ook dat moet worden geëerd. Zoals in Carboneras, het voorportaal van één van de mooiste, minst verpeste streken van het land, het natuurpark Cabo de Gata aan de zuidoostpunt. Daar halen de vissers in augustus de Virgen del Carmen (de Heilige Maagd van de berg Karmel) uit haar kerkje om haar, mooi versierd op een vissersboot, naar de haven te brengen. Carmen is de beschermheilige van de vissers en onder haar toeziend oog wordt bij aankomst een enorme sardinada popular gehouden, waarbij bevolking en bezoekers duizenden sardientjes van de grill verorberen.
De meeste feesten in Spanje hebben een religieuze achtergrond, en natuurlijk valt ook Kerst daaronder. Even verderop aan de N-340, met 1.100 kilometer de langste weg door Spanje, is Almayate, een dorpje bij Vélez-Málaga één van de vele plaatsen die rond Kerst een ‘levende kerststal’ organiseert, een goede gewoonte in heel Spanje, waaraan ouders en kinderen graag deelnemen. Om het wel héél echt te laten lijken, worden er tijdens de voorstelling twee varkens gesclacht, die daarna worden geroosterd en opgediend.
Maar nog veel intenser dan de Kerst wordt, in christelijk opzicht, de Romería de Rocío beleefd, een dagenlange pelgrimstocht met paard en wagen naar deze Heilige Maagd in een klein kerkje in het dorpje Almonte, in de provincie Huelva. De hysterie lijkt er compleet als de beeltenis in Pinksternacht door tientallen jongemannen moet worden ‘geroofd’; iedereen wil er als eerste bij zijn, de maagd aanraken, onder de kreet “guapa, guapa!”, om haar te zeggen hoe mooi ze wel niet is. Met een religieuze achtergrond (het begin van het vasten tot Pasen) is ooit ook het Carnaval geboren, maar dat is nu ongeveer het meest pagane feest dat er is en in Spanje vooral op in Santa Cruz de Tenerife groots wordt gevierd en met de optochten in zacht winterweer een beetje in de buurt van Brazilië komt.
Paarden zijn vooral in Zuid-Spanje nog altijd zeer aanwezig in het leven. Eén van de mooiste spektakels met paarden valt in augustus in Sanlúcar de Barrameda te beleven. Data en tijdstippen hangen af van de zeestroming, want slechts bij zeer laag water kunnen de paardenrennen op het strand worden gehouden, met meer dan 200 volbloedpaarden die, in het tegenlicht van de boven de Atlantische Oceaan zakkende zon, om de prijzen strijden.
In Sevilla laten ze hun beroemde paarden op stal als ze rond Pasen dagenlang hun mooiste maagden uit de kerken halen en op loodzware praalwagens, door tientallen sterke en devote mannen gedragen, aan de stad tonen. De Semana Santa met haar indrukwekkende optochten, inclusief de nazarenos die boetedoen met puntmaskers waaraan later door de Ku Klux Klan een onheilspellende draai aan werd gegeven, is het jaarlijkse hoogtepunt in de in de zomer bloedhete stad. Daarom wordt de al even vrolijke en onmisbare Feria de Sevilla ook altijd kort na Pasen gehouden, vóórdat de hitte dat eeuwige feesten nóg zwaarder maakt.
Heet kan het in de zomer ook in Mérida zijn, maar dat mag geen beletsel zijn het klassieke theaterfestival van de monumentale stad te bezoeken, vooral omdat de voorstellingen pas om elf uur beginnen, in de zwoele avondlucht.Nergens zijn buiten Rome zulke ongelooflijke en bijna volmaakte resten uit de tijd van Romeinse heerschappij te vinden, met als hoogtepunt de twee theaters, en nergens komen opvoering en podium zo dicht bij elkaar als in Mérida. In 1933 ‘heropende’ actrice Margarita Xirgú het 21 eeuwen oude theater met Medea en het festival richt zich op oude, Grieks-Latijnse teksten. Dit jaar zal de tragedie Antigone van Sophokles het festival avondenlang dragen.
Het mooie van Spanje is dat, zoals in Mérida, de omgeving al een theater op zich is, cultureel erfgoed dat de bezoeker terug in de tijd neemt. Dus kun je feest of festival er combineren met het ontdekken van de plaats waar het zich afspeelt. Neem het eveneens klassieke theater in Almagro of het marionettenfestival in het nabijgelegen Alcázar de San Juan; twee plaatsen middenin het Castilla-La Mancha waar Don Quichotte tegen de molens vocht, molens die op de heuvels nog in al hun eenvoud te zijn bewonderen en de bezoeker terugbrengen naar de tijden van schrijver Cervantes; en zóveel lijkt er in deze weidse, ruige omgeving niet veranderd sindsdien.
Van het platteland naar de grote stad is in Spanje een kleine stap. Midden op die enorme hoogvlakte, de meseta, ligt Madrid. Metropool met activiteiten het hele jaar door, maar nooit zo in een feeststemming als tijdens de Feria de San Isidro in mei en juni, het grootste en langst durende stierenvecht-evenement op de wereld. Niet voor iedereen een plezier, maar de meeste Madrilenen lopen nog altijd weg met wat de liefhebbers als pure kunst beschouwen. In restaurants in de omgeving van arena Las Ventas is dagelijks de gestoofde staart van stieren te eten, een lekkernij.
Beroemder in het buitenland zijn de stieren van Pamplona, sinds Ernest Hemingway er lyrisch over schreef. Enkele Amerikanen en andere bezoekers van ver weg zijn sindsdien overleden in de altijd glibberige straten van het stadje, door stieren vertrapt of op de horens genomen in de altijd hectische, enkele minuten durende race richting arena in de vroege ochtend, als de alcohol van de nacht ervoor meestal nog niet uit de breekbare lichamen is verdwenen. De datum van de start van de San Fermines is eenvoudig, de zevende van de zevende.
Spanje is veel meer land dan stad, veel meer natuur dan steen, en misschien daarom die obsessie voor beesten, overal aanwezig. Galicië, bijna totaal agrarische- en vissersregio in het noordwesten met honderden nietige dorpjes, heeft zijn Rapa das Bestas, talloze dagen in de zomer dat de wilde paarden uit de bergen gemarkeerd moeten worden. De beste boeren strijden om wie de meeste van die paarden tijdelijk onder controle krijgt voordat ze weer worden vrijgelaten. Het beroemdste festijn vindt in A Estrada, bij bedevaartsoord Santiago de Compostela plaats.
Natuur is ook het water, moeilijker te bedwingen dan de wilde paarden, zo blijkt elk jaar weer tijdens de afdaling van de Sella, een rivier die in Asturië met enorme kracht afdaalt uit de mooiste, meest wilde bergketen van het land, de betoverende Picos de Europa. Tientallen mannen en vrouwen in kano proberen de eerste zaterdag van augustus in een spectaculaire dans van kano’s en kayakken over schuimend water als eerste de doodvermoeiende tocht van bijna 20 kilometer tussen Arriondas en Ribadesella aan de noordkust af te leggen.
Tijd om, na deze feestelijke tocht van zo’n 3.800 kilometer door het onmetelijke land, af te sluiten met een stadsfeest, de Semana Grande van San Sebastián. Het dagelijkse plezier van het eten van de pinxos aan de bar met een zurito (biertje) of txakoli (glaasje witte wijn) wordt vermenigvuldigd door het vuurwerk en de optochten van reuzen, en vooral veel muziek, een feest dat veel lijkt op een willekeurig feest dat overal in Spanje wordt gevierd.
Spanje houdt van muziek, in geen dorps- of stadsfeest mag een populaire band ontbreken. Het land heeft ook zijn eigen festivals. Niet zo groot en massaal als Pinkpop en Lowlands, maar meer gespecialiseerd in bepaalde type’s muziek. Aan de Costa Brava vinden intieme, mooie zangfestivals als die van Peralada en Cap Roig plaats, maar voor de ‘moderne’ muziekliefhebber is er ook veel te kiezen. Een korte selectie van enkele van de beroemdste festivals van het land.
26-28 mei (net dit weekeinde geweest, dus): Primavera Sound, Barcelona met o.a. PJ Harvey, Pulp, John Cale
Hét feest voor de onafhankelijk indy-muziek. De organisatie heeft dit jaar echter een probleem: de slotavond valt samen met de Champions League-finale tussen FC Barcelona en Manchester United en veel bands willen tijdens die wedstrijd niet spelen.
16-18 juni: Sónar, Barcelona en La Coruña, met o.a. Underworld, The Human League, Die Antwoord
De absolute pionier in de modernste varianten van de techno- en andere electronische muziek, met veel evenementen rond de concerten, waar trouwens vertrouwde housebands als Underworld niet ontbreken.
14-17 juli, FIB, Benicàssim, met o.a. Portishead, Arctic Monkey’s, Primal Scream
Het festival dat het dichtst in de buurt van Pinkpop of Lowlands komt, met tienduizenden bezoekers die dagenlang op campings rond dit plaatsje aan de kust halverwege tussen Barcelona en Valencia verblijven.
12-23 juli, Low Cost, Benidorm, met o.a. Love of Lesbian, Klaxons, dei Suoni
Benidorm zei z’n oude, meer traditionele festival met een hoog Julio Iglesias-gehalte vaarwel om twaalf dagen lang in hartje zomer jeugdiger en modernere bezoekers naar het massatoerisme-oord aan de Costa Blanca te trekken.
23 juli, Monegros Desert Festival, Fraga, met David Guetta, Busta Rhyms, Tote King.
Een belevenis op zich, een bezoek aan de grootste woestijn van Spanje, tussen Lleida en Zaragoza, waar bij het vallen van de avond hét techno- en DJ-evenement van het land begint, dat tot ver in de volgende ochtend doorgaat, aan één stuk door.
Vind ik leuk:
Vind-ik-leuk Laden...