Tagarchief: corpus

Spaanse trots

Dit technologische wonder moet me iets sneller in Barcelona brengen. Misschien ouderwets, maar ik vind het wel wat hebben, het kopen van lokale of nationale produkten die niet voor de internationale concurrentie hoeven onder te doen. Dus waarom een modieuze Trek, of Cannondale, of Cervélo aanschaffen als Spanje zijn Orbea heeft? Bovendien geeft dat nog een extra voordeel: ik kocht hem in Vilanova i la Geltrú in de winkel van Celestino Prieto, een oud-wielrenner van historische ploegen als Kas (met Sean Kelly) en Reynolds (Delgado, Indurain). Hij stopte net met fietsen toen ik de Tour de France ging verslaan. We kenden elkaar niet, maar hebben wederzijdse vrienden. En dát is Spanje: “Oh, ken je hem ook? Dan krijg je de fiets voor zoveel mee.” En dan gaat er ineens 500 euro van de officiële verkoopprijs af, bijna 25%. Zou met een buitenlands merk niet kunnen, daarop is de winstmarge voor de winkelier veel kleiner. (Wat? Zóveel voor een fietsje, hoor ik de leken al zeggen. Tja; diepte-investering in de eigen gezondheid, en toch stukken goedkoper dan een Picasso.)

Dus ik dolblij met mijn Orbea Onix van 57 cm, 8,8 kilo, Shimano Ultegra-‘versnellingsbak’, wielen van hetzelfde merk. Vannacht staat hij (of zij, la bicicleta) in de slaapkamer, vind het zonde haar nu al in de vochtige garage te zetten. Nu nog zelf wat kilo’s eraf en het carbonfiber vliegt ongeremd over de heuvels langs de Middellandse Zee.

Bloementapijt voor een goddelijk lichaam

P1010847

Een overvol dorp. Zoals elk jaar rond deze tijd liggen de straatjes van Sitges bedekt met bloementapijten, altijd weer een toeristische attractie. Als je ze één keer hebt gezien, weet je het wel, is de nieuwsgierigheid bevredigd en kan het je de volgende jaren nauwelijks nog bekoren. Zeker niet wanneer je je over hele smalle stoepjes langs duizenden andere mensen moet worstelen terwijl je alleen maar een brood wilde kopen. Het zijn van die dagen dat je gewoon weg moet blijven uit het dorp.

P1010844Maar waarom doen ze het eigenlijk? De oorsprong is, zoals met veel  feesten en tradities, religieus. Het is Corpus Christi, ofwel Sacramentszondag. Wikipedia moet de agnost verlossing bieden: “Sacramentszondag wordt gevierd op de tweede zondag na Pinksteren. Op dit feest wordt gevierd dat Jezus Christus zich in de gedaante van brood en wijn aan de gelovigen wil geven als voedsel en voortdurend onder de mensen wil blijven door middel van zijn waarachtige tegenwoordigheid (Sua realis praesentia) in de geconsacreerde offergaven. De eerbied die in de Rooms-katholieke Kerk voor de geconsacreerde hostie bestaat, wordt op deze feestdag benadrukt.” Tja. (In het Spaans is de hostia trouwens niet alleen dat koekje uit de kerk, maar ook een flinke klap én een kreet van verbazing. Hostia!)

Maar nergens is te vinden waar die bloementapijten nou vandaan komen. In andere dorpen doen ze het met tapijten van zout. Laat in de middag gaat dan de processie eroverheen, gevolgd door de kinderen die dat jaar de catechesatie hebben ‘ondergaan’.

Het zal de dorpen die het organiseren en voor de anjers, het zand, de rozen en andere benodigdheden zorgen niet veel uitmaken hoe religieus dat feest nou is. Zolang er maar toeristen en dagjesmensen op afkomen.