Messi en Maradona en Messi
(Hard Gras, februari 2013)
Wat gegevens ter inleiding.
De geschiedenis van ‘El Diez’.
Sinds 1958 hebben maar negen voetballers op wereldkampioenschappen het nummer 10 van Argentinië gedragen. Terwijl bij Brazilië ene Pelé in het nummer der perfectie excelleerde (en bij Italië Gianni Rivera dat deed en bij Hongarije Ferenç Puskas dat altijd had gedaan), speelden bij de Argentijnen Alfredo Rojas (1958), José Sanflippo (1962) en Antonio Rattin (1966) met de 10; zij waren geen uitzonderlijke spelers. Ramón Heredia was de Argentijnse nummer 10 op het WK van 1974 waar Argentinië met 4-0 van Nederland verloor; Heredia was een verdediger, maar de rugnummers werden toen op alfabet verdeeld. (Net als bij Oranje trouwens, waar Ruud Geels nummer 1 was en bondscoach Rinus Michels alleen voor Johan Cruijff een uitzondering maakte, anders was het de nummer 14 die met het keepersnummer had gespeeld.) Ook in 1978 werden de Argentijnse nummers op alfabet toegewezen, de 10 was tussen Houseman (9) en Killer (11, een verdediger) in voor Kempes, die natuurlijk geen slechte speler was, maar wel een pure 9.
Daarna werd het nummer 10 eigendom van Diego Armando Maradona. In de triomftocht van 1978 mocht de toen pas 17-jarige Diego van Luis César Menotti niet meedoen omdat de bondscoach, die hem al wel in de albiceleste had laten debuteren, nog te jong vond en niet wist wie hij van de ‘ouderen’ uit de selectie moest laten. Ook voor het WK in 1982 in Spanje speelde het alfabet nog mee, maar net als Michels voor Cruijff in 1974 maakte Carlos Bilardo voor Maradona een uitzondering. De nummer 10 van Boca Juniors ging natuurlijk niet met een ander nummer voor Argentinië spelen.
Maradona maakte zijn land in 1986 wereldkampioen in het nummer 10 en droeg het shirt ook nog op de WK’s van 1990 en 1994. Op dat laatste toernooi, in de Verenigde Staten, speelde hij maar twee wedstrijden omdat hij tegen Nigeria zo hard had gelopen dankzij het innemen van efedrine, norefedrine, pseudoefedrine, norpseudoefedrine en meta-efedrine, zo wees de urinetrest uit. Onschuldig spul trouwens (in hoestdrankjes, bijvoorbeeld) in vergelijking met de cocaïne die hij al jaren snoof.
Na het WK van 1994 bleef het nummer 10 in de rest van de wereld een teken van excellentie waarin spelers als Bergkamp, Hagi, Biaggio, Ronaldinho, Zidane en Del Piero het publiek deden genieten en hun ploeggenoten naar grote triomfen leidden. Op het laatste EK speelden onder anderen de volgende spelers met 10: Sneijder, Özil, Arshavin, Rosicky, Rommedahl, Fàbregas, Keane, Rooney en Benzema. Maar in Argentinië werd ‘de 10’ een last die bijna ondraaglijk was, hoe goed en fantasievol de speler die het droeg ook was. Dé nummer 10 moest altijd een nieuwe Maradona zijn, en die is er niet. Of die was er niet. Ariel Ortega (1998 en 2002), Juan Román Riquelme (2006) mochten het op een WK proberen, Pablo Aimar en Javier Saviola had het ook wel gewild. Allemaal werden ze ‘de nieuwe Maradona’ genoemd toen ze heel jong heel goed speelden. De nieuw ‘pibe’; ze waren goed, maar bij verre weg geen Maradona.
De Argentijnse voetbalbond had na het afscheid van Maradona zelfs het plan om, net als in de NBA gebruikelijk is, het rugnummer 10 voorgoed terug te trekken, maar de FIFA stond dat niet toe, een WK-selectie moest uit de nummers 1 tot en met 23 bestaan. In de lichte volkswoede die toen in Argentinië ontstond had Mario Kempes wel een goed betoog: “Het is geen goed idee de 10 uit de roulatie te nemen. Dat staat toch voor de meest fantasierijke speler van het team en de wereld zou een Argentinië zonder 10 niet begrijpen.”
Op 24 mei 2010 besloot Diego Maradona, bondscoach van Argentinië, dat Leo Messi, in Duitsland-2006 nog de nummer 19 van zijn land, op het WK in Zuid-Afrika zijn nummer 10 zou dragen.
Nog wat gegevens ter inleiding.
Toen Diego Maradona op 29 juni 1986 in de finale tegen Duitsland (rivaal waar Felix Magath nummer 10 droeg) wereldkampioen werd, was hij 25 jaar en 242 dagen oud. Leo Messi bereikt die leeftijd op 21 februari dit jaar, ongeveer de verschijningsdatum van dit nummer van Hard Gras.
Op die leeftijd had Maradona behalve die wereldtitel één jeugd-WK gewonnen, één kampioenschap Metropolitano met Boca Juniors en drie bekers (Copa del Rey, Copa de la Liga en Spaanse supercup) met FC Barcelona. Aan het einde van dat glorieuze 1986 zou hij zijn eerste en enige Gouden Bal krijgen. Verderop in de tijd werd hij twee keer kampioen met Napoli.
Tot en met 3 februari 2013 – toen dit verhaal moest worden ingestuurd – heeft Leo Messi al wel een jeugd-WK (in Nederland) en Olympisch goud (in Peking) gewonnen, maar nog geen wereldtitel met de grote Argentijnse selectie. Wel heeft hij, met FC Barcelona, drie Champions League’s, twee WK’s voor clubs, vijf Spaanse kampioenschappen, twee Spaanse bekers, vijf Spaanse Supercups en twee Europese Supercups gewonnen. Hij heeft vier keer de Gouden Bal gewonnen en twee keer de Gouden Schoen als topscorer van de Europese competities.
Diego Maradona, die voor Argentinos Juniors debuteerde toen hij nog net geen zestien jaar was, had met 25 jaar en ruim 7 maanden in 331 wedstrijden voor zijn clubs 212 doelpunten gescoord.
Leo Messi, die op zijn zeventiende zijn officiële debuut bij het Barça van Rijkaard beleefde, heeft na zijn ene treffer op 3 februari tegen Valencia in 360 wedstrijden voor Barcelona 293 doelpunten gemaakt.
Maradona scoorde niet in de WK-finale (3-2) en bleef toen voorlopig op 26 doelpunten uit 51 interlands staan.
Messi heeft met Argentinië 31 doelpunten in 76 wedstrijden gescoord.
De voorlaatste gegevens ter inleiding.
Op 22 juni 1986 kreeg de 25-jarige Diego Maradona in de WK-kwartfinale tegen Engeland de bal in de middencirkel aangespeeld, nog net op eigen helft. Met drie tikjes en een draai om zijn as maakte hij zich los van twee tegenstanders en begon een onstuitbare dribbel, iets aan de rechterzijde van het veld. In totaal raakte hij twaalf keer de bal (niet eenmaal met rechts), liet hij vier tegenstanders achter zich en toen hij de keeper uitspeelde en op doel schoot waren er 10,3 seconden verstreken sinds zijn eerste balcontact.
Op 18 april 2007 kreeg de 19-jarige Leo Messi in de bekerwedstrijd tegen Getafe de bal aan de rechterzijlijn aangespeeld, net iets op zijn eigen helft. Met vier tikjes draaide en sprintte hij bij twee tegenstanders weg en begon hij een onhoudbare opmars vanaf die rechterkant van het veld. In totaal raakte hij dertien keer de bal (driemaal met rechts), liet hij vier tegenstanders duizelen en toen hij de doelman uitkapte en schoot waren er precies 11 seconden verstreken sinds zijn eerste balcontact.
De allerlaatste weetjes ter inleiding.
Zes voetballers hebben het voorrecht gehad officiële wedstrijden te spelen met zowel Diego Maradona als Leo Messi. Zes spelers die (een deel van) de laatste twee voetbaljaren (1995-1997) van ‘Pelusa’ bij Boca Juniors meemaakten en vele seizoenen later nog altijd deel uitmaakten van de Argentijnse selectie toen ‘la Pulga’ er vanaf 2005 zijn opwachting maakte: doelman Roberto Abbondanzieri, Rodolfo Arruabarrena, Juan Roman Riquelme, Kily González, Martín Palermo en Juan Sebastian Verón, al speelden González en Palermo beiden maar één of anderhalve wedstrijd met Maradona respectievelijk Messi. In zijn laatste jaren bij Argentinië, tot en met het WK-2010, was Verón samen met Javier Mascherano en Gabi Milito één van de hoeders van het wonderkind Messi. Niemand beter dus dan Verón die de prangende vraag kan beantwoorden die bij deze ook hier wordt gesteld.
Is Messi beter dan Maradona?
Verón – generatiegenoot van recordinternationals Zanetti en Ayala die in de herfst van 1994 debuteerden en dus nét niet meer Maradona maar wél Messi meemaakten – hield het natuurlijk diplomatiek, toen hij er door een Spaans radiostation naar werd gevraagd. “Ik mocht met allebei een mooie periode meemaken. Ze zijn allebei de beste, maar in verschillende tijdperken. Diego was de beste van zijn tijd en Leo is het nu, en hij heeft nog heel veel marge om te verbeteren en tot de allerbesten van de geschiedenis te behoren.” Aldus Verón.
Nog één weetje dan.
Als je op google de zoekopdracht ‘Messi Maradona Better’ intikt, dan krijg je in het Engels ruim anderhalf miljoen resultaten. Tik je ‘Messi Maradona Mejor’ in, wat hetzelfde betekent maar dan in het Spaans, springt de teller naar circa 15,3 miljoen resultaten.
Tot zover de inleidende gegevens, de cijfers. Nu het debat, de sentimenten, het gevoel, de opinies, de voorkeuren, eindeloos uitgesproken in die 15,3 miljoen Spaanstalige webpagina’s waar het onder anderen over die ene vraag gaat. Wie is of was beter? Zeggen de cijfers, de resultaten, de prijzen meer dan genoeg? Of hangt het van dat ene wereldkampioenschap af? Waar beter dat te vragen dan in Argentinië, waar ze 40 miljoen bondscoaches hebben die nog 100 keer meer per dag dan in Nederland over voetbal filosoferen en het allemaal ook nog heel mooi kunnen verwoorden en opschrijven. Waar je in Buenos Aires taxichauffeur bent en fan kunt zijn van of Boca of River of Independiente of Vélez of Estudiantes en daar een hele rit over kunt praten. Er zijn duizenden voetbalblogs in een land dat sinds 1986 naar een nieuwe wereldtitel snakt. En wat mooier dan die volgend jaar in het buurland, bij aartsrivaal Brazilië veroveren. Een nieuw Maracanaço, 62 jaar nadat Uruguay in het Maracaná-stadion van Rio de Janeiro tegen Brazilië met 2-1 won en wereldkampioen werd.
Sergio Levinsky, Esteban Bekerman en Alejo Rivera zijn zomaar drie van die journalisten, bloggers en twitteraars over voetbal. Argentijnen. Mooie praters. Onstuitbaar. Levinsky, de grootste pleitbezorger van Messi voor het Argentijnse thuisfront, spreekt in een nietszeggend koffiebarretje in Barcelona, waar hij de helft van het jaar woont en voor tijdschriften uit de halve wereld schrijft. Bekerman, voetbalhistoricus, journalist voor El Perfil en docent aan de School voor de Sportjournalistiek, verhaalt in de klassieke bar El Coleccionista voor het park Rivadivia hartje zomer in een bloedheet Buenos Aires, dichtbij zijn voetballiefde Vélez Sarsfield. En Rivera, commentator van TV-zenders FoxSports en Canal9, via de mail vanaf zijn vakantieadres ergens aan de Atlantische kust. Een gesprek op afstand van elkaar, maar over dezelfde zaken. Een discussie die steeds minder een discussie is. Ze hadden een totaal verschillende mening, tot voor kort. Want in Argentinië heb je mensen die voor eeuwig ‘Maradonistas’ zouden blijven, dachten ze ook zelf, en anderen die zich al eerder tot het Messiaanse geloof bekeerden. Maar de omslag begint nu plaats te vinden, ook onder de meest nostalgische van de volgers; ze zijn iets bijzonders aan het meemaken, het ongelooflijke, onbeschrijflijke 2012 van Leo Messi en zijn vierde Gouden Bal zal het begin van het definitieve keerpunt zijn geweest. Niet omdat hij bij FC Barcelona records bleef breken, maar omdat ook Argentinië hem eindelijk als de grote leider van de selectie is gaan zien.
Nog één stap te gaan dus. Rio-2014.
Maar toch, zelfs dan, klinkt in de commentaren door: als voetballer zal Messi dan definitief groter zijn dan Maradona, als hij het nu al niet is. Als sociaal fenomeen, icoon van het land, religieus leider van net zoveel wonderen op het gras als zonden buiten het stadion, zal hij Maradona misschien nooit overtreffen.
Wat vragen aan de Argentijnse kenners. Al hoef je ze eigenlijk nauwelijks vragen te stellen, ze praten toch wel.
Waarom heeft Messi er zolang over gedaan om de Argentijnse aanhang voor zich te winnen? Of andersom: waarom hebben de fans zo lang gewacht om hem in hun armen te sluiten?
Bekerman: “Dat komt vooral omdat Messi nooit voor één van de grote clubs hier heeft gespeeld, zijn jeugd in het baby-voetbal van Newell’s Old Boys daargelaten. Wij noemen dat een spelers zonder hinchada, zonder eigen aanhang; hij heeft niet vooraf al een deel van de supporters voor zich kunnen winnen. Zijn acceptatie hier hing exlusief af van zijn goede wedstrijden voor de Argentijnse selectie.”
Rivera: “Om je wat voorbeelden van spelers in het buitenland te noemen: Tévez heeft de aanhang van Boca achter zich, Agüero die van Independiente en Higuáin die van River, daar hebben zij eerst gespeeld voordat ze vertrokken. Messi werd hier toch lang als een Spanjaard gezien.”
Bekerman: “We moeten niet vergeten dat hij als een jongetje naar Barcelona vertrok. In een opwelling van goedkoop nationalisme bekritiseerden veel mensen hem hier zelfs omdat hij het volkslied niet zou meezingen, hij zou de tekst niet eens weten. Hij zou daarom het Argentijnse shirt niet zo ‘voelen’ als anderen en daarom zou hij ook minder goed spelen, hij zou niet alles geven, niet zoveel als een echte Argentijn voor zijn land zou doen.”
Levinsky: “Wij Argentijnen zijn een heel jaloers volk. Het Argentijnse publiek heeft moeite degene te accepteren die succes in het buitenland heeft. De idolen van Argentinië hebben het buitenland juist nodig om een beetje te kunnen ademen, het is benauwd hieronder, we zitten toch in een uithoek van de wereld. Alle groten uit onze geschiedenis, op Evita Perón na, zijn overleden in het buitenland. Che Guevara. Onze nationale held, generaal San Martin. Zanger Carlos Gardel; ja bij een vliegtuigongeluk, oké, maar hij was altijd door de hele wereld op reis. De schrijvers Borges en Cortázar… Dat is geen toeval. De Argentijnen voelen de pijn door hen verlaten te zijn, al ging Messi eigenlijk niet eens uit vrije wil maar omdat niemand hier die hormoonbehandeling voor hem wilde betalen.”
Bekerman: “En door politiek gedoe, iemand van River Plate heeft me dat eens uitgelegd. Messi werd aan River aangeboden, maar omdat die club in Rosário, waar Messi vandaan kwam, zaken deed met de voetbalschool Renato Cesarini werd daar een stokje voor gestoken. Messi was niet van die school, dus konden ze aan hem niets verdienen als River hem ooit weer zou verkopen. Hij had geen goede peetvaders.”
Rivera: “Een ander probleem was dat de Argentijnen op televisie bij FC Barcelona een heel andere Messi zagen voetballen dan hier thuis, live in het stadion, in de albiceleste. Je zag dat hij met de selectie meer leed dan genoot. Het was echt een gigantisch verschil, en niemand begreep dat. Niemand stond er bij stil dat zijn omgeving hier in de selectie heel anders was, het systeem; en ook de waardering van zijn medespelers…”
Bekerman: “Maradona had een veel betere ploeg om zich heen. Eind jaren zeventig en de jaren tachtig waren de beste jaren van het Argentijnse voetbal. Dát waren pas kerels, stevige mannen die ook allemaal erg ervaren waren, een gouden generatie. Diego was hun onbetwiste leider, natuurlijk, maar allemaal stonden ze hun mannetje, óók in de verdediging, iets wat we nu niet hebben. Sinds de jaren negentig zijn onze beste spelers allemaal kleine mannetjes, jongens als Ortega, Aimar, Saviola… Maar niemand die een team kan dragen. Maradona had Brown, Passarella, Burruchaga en Ruggeri om zich heen… Valdano niet te vergeten. Veel mannen van in de dertig… Messi heeft die steun nooit gehad. Er worden hier bijna geen goede verdedigers en centrale middenvelders meer gevormd, er zijn geen echte leiders meer. Mareschano heeft de bijnaam Jefecito (het chefje, EW), maar dat is hij écht niet, zelfs niet een kleine chef.”
Levinsky: “En dan de pers, dat is een serieus probleem voor Messi geweest. Maradona leefde nog toen Messi doorbrak, hij leeft nog steeds, ondanks alles, hij is nog betrekkelijk jong, en hij heeft na al die jaren nog een hele Maradoniaanse pers achter zich. Diego zelf staat geen enkele vergelijking toe, hij praat slecht over Pelé. De Argentijnse pers is lange tijd bang geweest te zeggen dat Messi beter is, of in ieder geval vergelijkbaar. Gedurende jaren werd Messi opzettelijk in categorie verlaagd, ze zeiden: Messi houdt van zijn club, maar niet van Argentinië. Bepaalde media waren dat, Fox-TV bijvoorbeeld, Fox Sports, die zendt in heel Zuid-Amerika uit. Dan zag je Messi ergens in de Champions League drie keer scoren en dan zei de commentator: ja, dat Spartak Moskou heeft slechte verdedigers, dit zullen we hem in Argentinië niet zien doen, hier heb je keiharde verdedigers…”
Bekerman: “Levinsky heeft zich als doel gesteld vanuit Barcelona heel Argentinië ervan te overtuigen dat Messi Maradona al heel lang geleden heeft overvleugeld en dat wij nooit een speler als Messi hebben gehad. Maar het is waar: er bestaat een Maradoniaanse kerk, een Maradoniaans geloof waarvan de volgelingen duidelijk ook geprofiteerd hebben. Sportjournalisten zijn chefs geworden dankzij hun goede contacten met Diego, ze kregen nieuwtjes van hem, maar dan moesten ze hem natuurlijk niet bekritiseren. Daar kan Maradona absoluut niet tegen, tegen kritiek.”
Er is ook vaak gezegd dat het systeem van Argentinië Messi niet lag. En dat Maradona hem als bondscoach ook niet bepaald steunde.
Levinsky: “Het voetbal in Argentinië is heel defensief, je wordt gek van de 0-0 uitslagen. Onuitstaanbaar. En de selectie speelt altijd 4-4-2. Met twee pure spitsen als Higuaín, Agüero of Tévez voorin kon Messi eigenlijk zijn plaats niet vinden. En dan zijn onze vier verdedigers ook nog eens vier man die de middellijn niet over komen.”
Bekerman: “Er zijn mensen hier die hem een pure buitenspeler noemen, kun je je dat voorstellen? Messi heeft mensen om zich heen nodig die zijn rol goed kunnen interpreteren, het moeten goede ondersteunende acteurs voor hem zijn. Dat kunnen aanvallers of middenvelders zijn, maar ook verdedigers zoals Dani Alves bij Barça dat is. Messi kreeg de bal bijna nooit ‘schoon’ aangespeeld, hij moest zich veel te ver terug laten zakken om hem zelf op te halen. Je zag het in Zuid-Afrika, op het WK; een wedstrijd mét of zónder Verón was heel anders, Verón wist wat Messi nodig had. Maar Maradona noch Batista zagen dat; je moet bij Messi niet naar een bepaald tactisch systeem kijken, het moet gewoon allemaal om hem draaien, dan komt het wel goed.”
Levinsky: “Je kunt gerust zeggen dat de carrière van Messi in Argentinië een 3.000 meter steeplechase is geweest; de problemen met zijn groeihormonen, de enorme druk, de plaats waar hij moet spelen, het feit dat hij in het buitenland woont, de jaloezie van Maradona… Maar nu komt hij bij de finish en gaat hij winnen…”
Rivera: “De komst van Alejandro Sabella heeft alles voor hem veranderd. Sabella heeft hetzelfde gedaan als Bilardo in 1983, toen hij duidelijk stelde dat Maradona de enige speler was die zeker was van een basisplaats, dat hij de man was om wie het team moest draaien. Sabella zei het niet in woorden, maar in daden, door Messi de aanvoerdersband te geven. Nu beseffen alle internationals dat hij de beste is, en de leider. En Messi is zo de Messi van Barcelona geworden, en nu begint het publiek hem te waarderen en applaudiseren.”
Een korte onderbreking van de dialoog van de kenners om die kentering te signaleren. In 2011 incasseert Leo Messi in twee Argentijnse stadions de waarschijnlijk enige fluitconcerten van zijn ‘eigen’ publiek. Het zijn niet eens nederlagen, maar teleurstellende gelijke spelen, één in Santa Fe in de Copa América tegen Colombia en de ander in een WK-kwalificatiewedstrijd tegen Bolivia in het Monumental-stadion van River Plate. Messi zelf, na zijn vierde Gouden Bal in een interview met de Spaanse krant El Periódico: “Ik heb heel erg afgezien in de selectie. Er zijn zoveel dingen over me gezegd… er was zo veel en harde kritiek… Maar ik leed niet alleen, de spelers, de bondscoach, de aanhang, iedereen had het moeilijk omdat we niet de resultaten behaalden die we allemaal wilden. Gelukkig konden we het jaar nog goed afsluiten.”
De eerste omwenteling komt op 15 november 2011, in het Colombiaanse Barranquilla. Argentinië staat met 1-0 achter in de WK-kwalificatiewedstrijd. Na rust, bij een verstikkende temperatuur van 37 graden en een hoge vohtigheidsgraad, neemt Messi zijn nog altijd beroerd spelende ploeg op zijn frêle schouders. Met ‘Maradoniaanse dribbels’, aldus de krantenverslagen, blaast hij nieuw leven in het elftal en maakt hij zelf de gelijkmaker. Kort voor tijd is de 1-2 van Agüero. Messi is opgestaan als de leider van de bende.
Een maand eerder heeft hij zijn ploeggenoten al definitief voor zich gewonnen. Argentinië speelt een vriendschappelijke wedstrijd in Calcutta tegen Venezuela. Het is het debuut van Sabella als bondscoach en het debuut van Messi als aanvoerder. Volgens de Argentijnse journalist Ezequiel Fernández krijgt Messi van de promotor van het duel 200.000 dollar als bonus. Eenmaal in de kleedkamer na de gewonnen wedstrijd richt Messi zich tot de anderen: “Jongens, jullie hebben net zo veel last van de hitte als ik, jullie hebben deze lange reis net als ik gemaakt, jullie hebben je net als ik moeten inenten. Dit geld is net zo goed voor jullie als voor mij.”
In 2012 gaat hij op dezelfde toon door, met onder anderen twee hattricks in vriendschappelijke wedstrijden tegen Zwitserland en Brazilië. Maar het belangrijkste zijn de overwinningen in de kwalificartiereeks van het WK; Argentinië gaat in zijn Zuidamerikaanse poule aan de leiding.
Messi, in het interview van januari 2013: “Na alles wat ik heb meegemaakt met de nationale selectie is het nu een paradijs, ik kan het me nog niet voorstellen. We hebben dat met z’n allen voor elkaar gekregen. Ik was niet de enige die lange tijd niet op mijn niveau speelde, het was de hele ploeg. Van binnenuit hebben we het kunnen omkeren.”
Esteban Bekerman: “Toch denk ik dat het een fout is van Sabella om Messi als aanvoerder te benoemen. Dat is een rol voor een speler die in staat is om met de scheidsrechters te discussiëren en zijn ploeggenoten vooruit te schreeuwen, te corrigeren. We hebben fantastische aanvoerders gehad, zoals Nestor Pipo Rossi, Pedro Dellacha, Daniel Passarella en Oscar Ruggeri, en Maradona natuurlijk. De geschiedenis van het Argentijnse elftal bewijst het, volgens schrijver Juan Sasturain: met deze mannen als aanvoerders haalde Argentinië zijn beste resultaten. Maar toen we een virtuose speler als Nolo Fereira op het WK van 1930 als aanvoerder hadden, die prachtig de aanval kon leiden maar geen persoonlijkheid had om de ploeg in defensie en op het middenveld te ondersteunen en corrigeren, gingen we ten onder tegen rivalen met een betere mentaliteit, zoals Uruguay. Ik denk dat er toch een veel te hoge verwachting is van Messi, hij is geen organisator, hij kan de ploeg niet in zijn eentje op sleeptouw nemen zoals Maradona dat wel deed. We moeten ook niet te veel van hem willen, hij heeft een totaal andere persoonlijkheid dan Maradona.”
Alejo Rivera: “Op het WK in Zuid-Afrika was Messi in de wedstrijd tegen Griekenland aanvoerder omdat veel vaste spelers niet meededen. Martin Palermo vertelde eens dat Leo in de tunnel richting het veld geen idee had wat hij zijn medespelers moest zeggen. Hij is zó stil. Maradona was een aanvoerder die het team opzweepte, motiveerde. Hij had charisma.”
Sergio Levinsky: “Ik denk dat het voor Messi juist goed is, die aanvoerdersband. Nu voelt hij zich gerespecteerd en geliefd, en dat is toch belangrijk voor hem, hoe weinig hij zich ook van de omgeving lijkt aan te trekken.”
De vergelijkingen beginnen al te klinken. Messi-Maradona, Maradona-Messi. Een luxe-discussie voor de Argentijnen, natuurlijk, die ook nog eens Di Stefano hadden. Messi? Maradona?
Rivera: “Leo is de Maradona van deze tijd, daar heb ik geen enkele twijfel over. We kunnen het nu definitief zeggen: er is een nieuwe Maradona opgestaan. Links, behendig, topschutter, Argentijn. In het voetbal zie ik weinig verschil tussen hen. Leo is misschien iets sneller, en hij maakt meer doelpunten, dat is zeker. Het grootste verschil zit hem in het karakter.”
Levinsky: “Maradona zocht de microfoon altijd op, Messi zoekt zijn huis het liefst op. Nu heeft hij ook nog een baby, en gaat-ie nog sneller naar huis dan vroeger. Daar wil hij zijn geliefde milanesas eten en is hij gelukkig. Maradona sprak met Fidel Castro en de Paus, Messi weet niet eens wat-ie moet zeggen als hij de Gouden Bal krijgt, dan wordt-ie nerveus, is hij verlegen.”
Rivera: “Messi heeft het moeilijk in een land als Argentinië waar je als man toch vooral een grote mond moet hebben en je, zeker als je bekend bent, je overal moet en wil laten zien. Maar voor hemzelf is het misschien wel het beste, want op de manier zoals hij leeft kan hij het makkelijk tot zijn veertigste op een voetbalveld uithouden.”
Bekerman: “Messi is eigenlijk helemaal geen product van het Argentijnse voetbal. Hij is gemaakt in de Masía van FC Barcelona, daar is hij opgevoed. Zijn voetbalcultuur is niet de Argentijnse, maar die van Barça, al is het verrassend dat hij zo jong uit Argentinië is vertrokken maar nog altijd met het accent praat van een jongen van Rosario… Hij heeft absoluut geen Spaanse tongval gekregen. Zijn herkomst maakt hem ook heel anders dan Maradona. Diego kwam uit een villa miseria, was ondervoed toen hij als tienjarige bij Los Cebollitas kwam, zo vertelt zijn ontdekker Francis Cornejo in het boek Cecollita Maradona. Diego had wel een strenge vader, maar verder geen hechte familie. Leo komt uit een gewoon gezin uit de middenklasse, een familie die hem beschermt, nog altijd.”
Maar beter, wie is er beter? Wie was er beter? Maradona? Messi? De Argentijnen moeten dat weten, als geen ander.
Rivera: “Als je puur naar de cijfers kijkt heeft Leo Diego overvleugeld. In de jeugd wonnen ze ongeveer hetzelfde, op clubniveau heeft Messi al veel meer prijzen vergaard. Maar nummers zijn koel; als je in Argentinië vraagt wie er beter is, dan is het antwoord altijd hetzelfde: Messi moet een WK winnen.”
Levinsky: “Messi is al lang veel beter dan Maradona ooit geweest is. Niemand betwist toch nog dat Messi meer heeft gewonnen. Ja, men begint altijd over dat winnen van een WK. Leo is er al op twee wereldkampioenschappen bij geweest: in Duitsland speelde hij heel weinig, in de verloren wedstrijd in de kwartfinale tegen Duitsland zelfs niet één minuut. En in Zuid-Afrika was de ploeg nog niet op hem afgestemd, Maradona twijfelde als bondscoach, veranderde per wedstrijd van gedachte. Het WK in Brazilië is een fantastische gelegenheid voor hem om aan alle discussie een einde te maken, dan is hij maar net iets ouder dan Diego in Mexico ’86.”
Bekerman: “Het gaat niet om dat wereldkampioenschap, het is iets anders. Oké, Messi zal Argentinië volledig voor zich winnen, maar toch zal hij nooit een Maradona zijn. Wel op voetbalgebied, maar niet als de icoon die Diego was. Diego was een god, ís nog steeds een god voor velen, ondanks alles wat hij fout heeft gedaan in het leven; hij heeft zijn best gedaan die goddelijke status af te breken. En dat is deels ook gebeurd. Vroeger had hij alleen maar aanbidders, nu zijn er genoeg mensen die hem haten om hoe hij is. Maar hij blijft Maradona.”
Levinsky: “Zelfs Maradona begint het toch publiekelijk langzaam te erkennen, dat Messi misschien wel beter is.”
Bekerman: “Carlos Bianchi zei het tegen me: Messi is beter. Nou, dat betekent wat hoor, als Bianchi het zegt, nog altijd de Argentijnse voetballer die de meeste competitiedoelpunten ooit heeft gescoord. Méér dan Di Stefano, hè? Als Bianchi al zo denkt…”
Rivera: “Het zal moeilijk zijn voor Diego om te zien dat zijn troon wankelt. Dat zou het voor elk van ons zijn in ons vak, als je ziet dat er iemand écht beter aan het worden is. Maar ik vind dat Maradona toch altijd wel mooie woorden voor Messi heeft gehad. Laten we afwachten wat hij zegt als Leo Argentinië naar de derde wereldtitel leidt…”
Levinsky: “Het kan, het kan. Voorin hebben we een fantastische selectie, op het middenveld ook wel. Het probleem is achterin. We hebben geen twee goede centrale verdedigers, maar Sabella is intelligent, hij stelt nu altijd de twee zelfde jongens op, zo hebben ze nog ruim een jaar om een goed duo te gaan vormen.”
Rivera: “Argentinië behoort tot de kandidaten, zoals eigenlijk altijd. Maar als Messi in vorm is, dan is Argentinië een superkandidaat. We moeten alleen nog een goed verdedigingsblok vinden, opdat daarna de spitsen het kunnen afronden.”
Bekerman: “Wat ik al eerder zei: Argentinië moet de ervaren, sterke spelers zien te vinden die Messi, Agüero en co kunnen begeleiden en sturen. Als we dat op orde hebben, kunnen we wereldkampioen worden. Maar zonder hen zal het net als de laatste 23 jaar weer op een teleurstelling uitlopen.”
Nog wat feitjes ter afsluiting.
Op de drukke kruising van de straten Corrientes en 9 de Julio, het meest centrale punt van Buenos Aires, torent Leo Messi hoog boven de mensen uit op twee immense reclameborden. Hij prijst een Turkse vliegtuigmaatschappij aan en een ziektenkostenverzekering. Op bussen en abri’s vertelt hij de geneugten van een gezond kruidendrankje. Op tv en internet promoot hij zijn geboortestreek Rosario. Hoewel zonder enig charisma heeft zijn verlegen koppie bekende reclamegezichten uit het voetbal als Tévez, Palermo en Verón verdreven. Zijn Barça-shirt van Barça wordt beter verkocht dan welk shirt van Boca of River ook.
Of deze, het tegenovergestelde.
De Argentijnse sportpers houdt elk jaar een verkiezing van de beste sportman van het jaar. Over 2012, het jaar waarin Leo Messi met 91 doelpunten (waarvan 12 voor Argentinië) alle records verpulverde, ging de prijs, de Olimpia de Oro, naar bokser Sergio Maravilla Martínez, wereldkampioen middengewicht. Tweede werd Sebastián Crismánich, die in het taekwondo het enige goud voor Argentinië op de Spelen van Londen won. Derde werd Leo Messi.
Of, zoals één van die vele Argentijnse voetbalblogs het verwoordde: “Op een dag zal Messi de Falklandeilanden heroveren en bekritiseren we hem omdat hij vergeten is de blauwwitte kokarde op te spelden.”
En die 10,2 miljoen webpagina’s met de melding Maradona Messi Mejor? Wat zeggen die? Dat er nog lang geen eensluidend oordeel is. Iedereen, echt iedereen wordt er naar gevraagd, en iedereen heeft een antwoord, meer of minder origineel.
Fabio Capello: “Messi is een genie, hij doet dingen die anderen niet doen, hij scoort, hij vindt dingen uit die de verdedigers van de tegenpartij niet kunnen ontcijferen. Hij is de beste van de wereld, ná Maradona.”
Enzo Francescoli: “Messi is uniek, en naar mijn smaak is hij beter dan Maradona.”
Osvaldo Ardiles: “Ik heb zeven seizoenen met Maradona gespeeld en altijd dacht ik dat er nooit meer een speler zoals hij zou bestaan, maar ik moet toegeven dat Messi beter is.”
Pelé: “Messi is een kopie van Maradona, maar Neymar heeft alles in zich om beide te overtreffen.”
Johan Cruijff: “Het is absurd Messi met Maradona te vergelijken. Je kunt gewoon niet zeggen dat de één categorisch beter is dan de ander. De tijden zijn anders. Maradona was een fenomeen, Messi nu ook. Laten we daarvan genieten.”
Luis César Menotti: “Hij is een fantastische voetballer, links, handig, sterk, hij speelt bij Barça en hij is Argentijn. Maar het is geen nieuwe Maradona, hij heet Messi.”
Andreas Brehme: “Messi is veel beter dan Maradona. Hij heeft hersens, en die ontbraken bij Maradona.”
Diego Cholo Simeone: “Diego heeft ons geëmotioneerd, hij heeft ons prachtige momenten bezorgd, maar Leo is beter, hij is beslissender. Hoeveel kampioenschappen en Europa Cups won Maradona? Het lijkt alsof je de één niet waardeert als je voor de ander kiest, maar voor mij is de beste degene die het meeste wint.”
Sergio Kun Agüero: “Het is niet normaal wat Leo doet, hij is op dit moment de beste van de wereld. Maar de beste van de geschiedenis is Maradona, hij is God.”
Diego Maradona: “Laat Messi eerst maar eens geschiedenis schrijven, daarna zien we wel wie de beste is.”
Leo Messi: “In geen miljoen jaar zal ik in de buurt van Maradona komen.”