Tagarchief: radio

Radio na middernacht

De jeugd doet het iets minder, maar er zijn veel Spaanse mannen vanaf een jaar of vijftig die al jarenlang ’s avonds met een radiootje aan – of een oortelefoontje in – in bed gaan liggen. Het is dan net over twaalven, en op vijf of zes verschillende zenders beginnen dan de sportpraatprogramma’s, of beter gezegd voetbal talk radio. Ik vond het maar een vreemd fenomeen; wie ging er nou tot één uur, half twee ’s nachts naar mannen over voetbal luisteren? Dat was wel vér vóór de tijd dat in Nederland zulke programma’s op TV kwamen; sterker nog: de uitvinders ervan in Hilversum, Barend&Van Dorp, deden het idee voor hun trucje op in Spanje.

Vreemd dus, tot ik zelf één of twee keer per maand ging aanzitten bij de mensen van Catalunya Ràdio. Tertulia noemen ze dat hier. Je kennis (of géén kennis) de ether in slingeren, interessant doen, je mening ventileren. ik werd er vaak op aangesproken, mensen gingen je stemgeluid en accent herkennen, slagers en timmerlieden die, zonder je ooit gezien te hebben, vroegen of je die Winkels was. Bleken dit soort programma’s, over heel Spanje gemeten, miljoenen luisteraars te hebben, met El larguero van de SER aks grootste, al was dat vroeger driftkop José María García van de concurrende COPE. Mensen zapten zelfs van het ene naar het andere station.

Gisteren was ik weer even terug, na een jaar of 10, in de nachtelijke studio van Catalunya Ràdio, aan de Diagonal. Buiten liep de jeugd dronken te zijn, binnen deden wij interessant over, onder anderen, het WK en het Nederlands elftal. En tienduizenden mensen die er naar luisterden…

Praatradio, vijf uur lang, zonder muziek

P1010676

Vanmiddag een interview bij de radio gehad, in één van de leukste studio’s trouwens, die van Catalunya Ràdio aan de Diagonal. Begane grond, op een hoek bij de straat, en al zo normaal in het straatbeeld dat er vrijwel nooit meer iemand door de ook van buiten transparante ruiten gaat staan loeren. Heb er vroeger vaak ’s nachts gezeten om over voetbal te praten: een programma dat om middernacht begon en tot half twee duurde. Eén keer werden we opgeschrikt door een grote knal, de ruiten en hele studio trilden: de ETA had 3 kilometer verderop een kantoorgebouw geprobeerd op te blazen. Nog nooit zo snel, en op de fiets natuurlijk, op de plaats van een aanslag geweest…

Maar daar ging het niet over. Radio. Een fenomeen in Spanje, veel beter beluisterd dan in Nederland. Een ándere radio ook. Je hebt muziekzenders, met, je raadt het al, alleen maar muziek en af en toe een stemmetje ertussendoor. En je hebt de traditionele zenders, de praatzenders. Letterlijk, want er wordt nooit ook maar één plaatje opgezet, hooguit tien seconden muziek van een jingle. Radio is hier praten en luisteren, zoals vanmiddag. De twee meiden van Hem de parlar (We moeten praten) praten elke werkdag drie uur aan elkaar, mét verschillende gasten natuurlijk. Vorige week was ik bij het ochtendprogramma van dezelfde zender: van 6 tot 11 uur, aan één stuk door (dat programma, ik niet), slechts onderbroken door de reclame en nieuwsbulletins.

Muziekje erbij? Doen ze hier niet aan. Ook niet bij de sportuitzendingen. Bij Langs de Lijn werd de muziekkeus en -samensteller beroemd, in Spanje moet je het niet in je hoofd halen de wedstrijdverslagen van de verschillende velden te onderbreken; de luisteraar zapt direkt naar de concurrent die wél het misschien nakende doelpunt live zal verslaan.

Populair om de tijd te vullen zijn de tertulias: de rondetafelgesprekken van zogenaamde én échte deskundigen, meestal óók journalisten. Ze praten over van alles en nog wat. De voetbalvariant van die tertulia werd ooit door m’n vrienden Leo Verheul, die het fenomeen uit Spanje kende, en Hugo Borst in Nederland op televisie geïntroduceerd; het was de voorloper van het huidige Studio Voetbal en die speciale praatprogramma’s tijdens EK’s of WK’s voetbal.

Opgroeien aan zee

P1010619

Een meisje van de radio wilde vanochtend een wandeling maken door Sitges. Daarvoor kiezen ze dan een min of meer bekende inwoner. Met een microfoon onder de neus door het dorp lopen, anecdotes vertellen, mooie plekjes laten zien en vragen beantwoorden. Hoe dat is, wonen in een dorp, vroeg het meisje uit de grote stad. Ze was 25 en dit was de tweede keer dat ze in Sitges, op 40 kilometer van haar Barcelona, terechtkwam.

Het antwoord was eenvoudig, in één foto te vatten: enkele klasjes van de lagere school, op bezoek geweest in een museum in het oude deel van het dorp en daarna nog even naar het strand. De rugzakjes, met ongetwijfeld een broodje erin, netjes op een rij op de boulevard, de schoenen uit en het strand op, een uur lang onbedorven spelen. In een dorp aan het strand, zei ik, wil je dat je kinderen opgroeien. En zelf willen ze dat natuurlijk ook. Die zee zullen ze nooit van hun leven meer vergeten.

I’m from Barcelona

manuel

Vanavond les geven op een universiteit. English for sportsjournalists. Een Master voor mensen die zich willen specialiseren in een wereld, de journalistiek, waar in Spanje elk jaar duizenden universitaire afgestudeerden een baan proberen te vinden na een opleiding van vijf, zes jaar. En omdat er geen werk is, gaan ze post-doctorale opleidingen doen. Deze vijf lessen Engels zijn onderdeel van een groter programma. En dat Engels praten, begrijpen of schrijven is nog altijd een ramp in Spanje. Zoals in elk groot land de mensen denken dat ze met hun eigen taal ver genoeg kunnen komen in de wereld. Weet niet wat het niveau van de 22 studenten is, maar meestal houdt het niet over. Het I’m from Barcelona van Manuel uit Fawlty Towers. Komt omdat hier op televisie alles nagesynchroniseerd wordt, tot het journaal aan toe. (Manuel was in de Spaanse versie een Mexicaan, bijvoorbeeld.) George Bush is na acht jaar vertrokken als president van de VS, maar bijna niemand in Spanje heeft hem ooit horen praten. Altijd kwam er een voice-over met de Spaanse vertaling. Eén opdracht aan de leerlingen: luister naar Barack Obama, het liefst zijn speech na de Caucus-overwinning in Iowa, en je merkt dat Engels luisteren en leren heel eenvoudig een aangenaam is.

De opening van de les zal een fragment zijn uit het programma van José María García, twee decennia lang de omstreden maar ook populaire presentator van het best beluisterde sportprogramma op de radio. Twee miljoen mannen lagen na middernacht, van 12 tot 2, in bed naar hem te luisteren. Op een dag wilde hij Lorenzo Sanz bellen, toen de voorzitter van Real Madrid. Die zat in het Hilton-hotel in Amsterdam, toen zijn ploeg de Champions League-finale in de Arena speelde, maar García belde waarschijnlijk een verkeerd nummer. Het geduld van de recepcioniste van het kleine Amsterdamse hotelletje met vier kamers is bewonderenswaardig. En dan nog moet ze, helemaal op het einde, die drie ongelooflijke beledigende woorden aanhoren: http://www.youtube.com/watch?v=AcBHggkUDRE