Tagarchief: hotel

Spookhotels aan de Costa Brava

Al jarenlang torent boven het oude centrum van het idyllische Sant Feliu de Guíxols (spreek uit: gkiésjoels) aan de Costa Brava een groot, verlaten hotel waarvan de luiken altijd dicht zijn. Veel toeristen vragen zich altijd af wat dat enorme Panorama Park Hotel daar doet, in zijn onafwendbare proces van aftakeling. En als die toeristen verder in het dorp goed uit hun ogen kijken, komen ze nog meer van dat soort spookhotels tegen: hotel Les Noies aan de centrale Rambla, Rex I en Rex II, Avenida, Regente, Montserrat, Regina, Mediterráneo… negen in totaal, allemaal op slot sinds de zomer van 2003.

Het verhaal van die hotels is dat van de vreemde broers Francisco en Joan Anlló, die beiden in 2002 aan een ziekte stierven. Hun hele leven hadden zij gegeven aan het bouwen, kopen en runnen van deze hotels in hun geliefde vakantiedorp; zelf woonden zij in een luxeflat van 200 vierkante meter aan de Diagonal in Barcelona. Ze waren in de zeventig toen ze stierven. Nooit waren ze getrouwd geweest, ze hadden geen kinderen… sterker nog: ze hadden helemáál geen familie. En ze lieten geen testament achter.

Tegen de talloze werknemers hadden ze wel eens gezegd: als wij er niet meer zijn, is het hotel van jullie. Maar dat stond niet op papier. Dus kwam die enorme erfenis (ook nog wat parkeergarages en appartementen) uiteindelijk terecht bij de Catalaanse overheid. En omdat de bureaucratische molen nogal langzaam draait, zijn er jaren nodig geweest om te beslissen wat er met al die hotels moest gebeuren. Ze worden nu geveild. Slechts drie mogen er als hotel blijven bestaan, de rest wordt gesloopt of opgeknapt, en er komen woningen op die plaatsen.

De veiling van al dat vastgoed zou zo’n 12 miljoen euro moeten opleveren. De flat aan de Diagonal is al voor 600.000 euro van de hand gegaan. En in Zwitserland hadden de broers Anlló nog eens 820.000 euro op een rekening staan. Nooit genoten ze van die rijkdom, ze dachten slechts aan werken. Terwijl al die werknemers uiteindelijk niks van dat geld noch eigendommen hebben gezien, gaat nu de opbrengst van de veiling, volgens de Catalaanse wet, via de overheid naar sociale projecten die de gemeente van Sant Feliu de Guíxols kan uitvoeren.

De beroemdste schoenen, op de Passeig de Gràcia

Op het eerste gezicht hebben de foto en de kop boven deze post niets met elkaar te maken. Dit, op de foto, is het terras van het hotel Mandarin Oriental, vorig jaar geopend aan de Passeig de Gràcia (ik zal nog wel een bericht besteden, binnenkort, aan de mode om ’s avonds op deze fabuleuze hotelterrassen te vertoeven, óók als je er geen kamer hebt), en helemaal op de benedenverdieping, die er zo uitziet…

is deze week een nieuwe schoenenwinkel geopend, net zo luxueus als dit hotel. Vanaf de straat kun je de winkel niet eens zien, er is geen etalage, maar dat is ook niet nodig. Het zijn de schoenen waar sjiek-Barcelona al jaren op wachtte en de koopsters zullen de winkel vanaf nu blind weten te vinden, op zoek naar de Manolo die hen het beste past.

De Manolo’s zijn de beroemdste schoenen ter wereld, vooral nadat Jessica Parker er al in het eerste seizoen van in Sex and the City haar diepe liefde voor betuigde, voor de meest elegante hyperhoge hakken die er zijn, volgens kenners. Elke vrouw die er in Hollywood en omstreken toe doet heeft een paar Manolo’s in de kast staan. De schoenen zijn ontworpen door Manolo Blahnik, een Spanjaard met een Tsjechische achternaam, land waar zijn vader vandaan kwam toen hij op de Canarische Eilanden verliefd werd op een Spaanse. Vreemd genoeg had Blahnik lange tijd geen enkele eigen winkel in Spanje; pas sinds kort opende er één in Madrid, in de calle Serrano, en nu deze in Barcelona, met hoge hakken van 400 tot 3.000 euro. Er zijn ook nog duurdere paren, maar die worden slechts op bestelling gemaakt, en daarvoor bestaat een wachtlijst van verschillende maanden.

Dat Manolo nooit in Spanje te koop was komt waarschijnlijk omdat hij al op jonge leeftijd in het buitenland triomfen begon te vieren. Al in 1973 opende hij zijn eerste schoenenwinkel in Londen, Zapata in de wijk Chelsea. Manolo Blahnik, 68 jaar jong, weet of vreest al wat er ooit op zijn grafsteen komt te staan, de beroemde zin die Madonna ooit aan zijn schoenen wijdde: “De Manolo’s zijn beter dan sex”.

Een beetje schrikken in het hotel

Omdat hij zo eenvoudig is, en dus heel leuk, van de Spaanse TV-zender Cuatro: een beetje slecht verlichte hotelgang, een klein meisje en een verborgen camera. Meer heb je niet nodig. En wat al die bioscoopfilms uiteindelijk met ons doen: we worden al bang van een onschuldig meisje in een nachtjapon:

Het beste hotel van Spanje

Ik kende het hotelletje niet, maakte er tweeëneenhalf jaar geleden eens, van afstand, een verhaaltje over. Of, beter gezegd, het maakte onderdeel uit van een verhaal, typisch één voor de zomerbijlage: de hotel top-10 van Spanje volgens de reizigers in hun internet-recensies op websites als Tripadvisor en Expedia. Reiziger met smaak, kon ik constateren, want die top-10 bestond uit zijn geheel uit kleinere familiehotels, vooral in Andalusië, maar ook twee in Catalonië: het hotel Montecarlo aan de Rambla en Aiguaclara in Begur, één van de mooste plaatsjes aan de Costa Brava.

Clara en Joan, de eigenaren van de 10 kamers van hotel Aiguaclara, stuurden me twee jaar later een e-mail: ze hadden bericht gekregen van Tripadvisor dat zij waren uitgeroepen tot het beste hotel van heel Spanje in 2009, gezien de reacties van de reizende internetters. Ze vertelden me dat ze, vóórdat dat verhaal in El Periódico verscheen, nooit in de gaten hadden gehad dat ze zo populair waren. Nu vragen ze de gasten hóe die bij Aiguaclara terecht zijn gekomen, en zo’n 70% noemt Tripadvisor, vooral de Amerikanen en Aziaten. Nogmaals, over het algemeen is de smaak van die reizigers goed, al moet je erop letten dat er wel een minimaal aantal recensies staan: één iemand die 5-sterren geeft wil niet alles zeggen.

Heb er zelf nog nooit geslapen, dus, maar ben laatst voor een nieuw verhaal wel even langs geweest, en volgens mij heeft Tripadvisor gelijk: het is een heerlijk hotelletje, lekker losjes, alsof je even bij vrienden op bezoek gaat. En dan ook nog, straks als het goede weer eindelijk eens moet komen, op een héél klein stukje rijden van enkele van de mooiste strandjes van de Costa Brava, Sa Riera en Sa Tuna.

In de rij voor een plekje in de hemel

Het is nog lang geen weer om op het strand te liggen; sterker, de lente begon met, weer, een nat weekeinde. Miezerige dagen waarop de Barcelonezen de immense lobby van het nieuwe Hotel W hebben ontdekt. Dus toch maar eens gaan kijken, ook al vind ik het niet gepast dat een dergelijk hotel op het strand, bijna in het water is gebouwd, terwijl in de rest van Spanje huizen en appartementen worden gesloopt die ooit te dicht aan de kust zijn neergezet.

De lobby, de bar, was op een luie zondagmiddag rond vijf uur helemaal afgeladen, en dat ondanks het feit dat je er ook 5-sterrenprijzen voor een glaasje wijn of een kopje thee betaalt. Mag de vreugde van veel mensen niet drukken, blijkt.

Architectonisch – ontworpen door Ricardo Bofill – en qua design mag het hotel van de Starwood-keten er zijn. En dan zijn we nog niet boven geweest, in de Eclipse-bar op de bovenste verdieping, die elk weekeinde the place to be is en daarmee de lobby van Hotel Omm een beetje lijkt te hebben verdreven. De bar gaat om zeven uur ’s avonds open en tegen middernacht staat er soms een enorme rij casual geklede mensen voor de lift te wachten op hun beurt om naar de hemel te mogen. Mooi ook, het contrast met de oude, verlaten havengebouwen aan het begin van de vroegere pier.

Trouwens, wil je in het Nederlands worden aangesproken? Natasja en stagiaire Naima aan de welcome-desk doen dat graag. En als je erg belangrijk bent, of een BN-er, dan kun je misschien rechtstreeks bij de directeur terecht, Richard Brekelmans, een Nederlander die jarenlang het Le Meridien aan een zijstraat van de Rambla leidde.

Nu nog wachten op het mooie weer, want sinds het in het najaar opende, hebben de soms beroemde gasten van Hotel W zich op het terras of de enorme explanade nog nauwelijks in de zon kunnen baden.

Een hotel bijna in het water

hotel vela

Veel mensen snappen er niets van. Sinds enkele jaren past Spanje de Kustwet (Ley de Costas) toe, die onder anderen bepaalt dat er tot een bepaalde afstand van de zee geen bouwsels mogen staan. Dat betekent niet alleen dat er niet gebouwd mag worden, maar dat ook al bestaande gebouwen moeten worden afgebroken. De fameuze chiringuitos, een twintigtal restaurantjes vol nostalgie aan zee in de Barceloneta, waren begin jaren negentig de eerste slachtoffers. Inmiddels zijn langs alle costa’s restaurants en appartementen tegen de grond gegaan (laatst het restaurant El Fortí in Tarragona, na 19 jaar van rechtszaken) en worden dorpjes als het ook door veel Nederlanders bewoonde Empuriabrava (Costa Brava) deels bedreigd.

Daarom lijkt het zo paradoxaal dat juist in Barcelona, op nog geen 100 meter waar die houten chiringuitos stonden, het immense Hotel W is verrezen. Een mastodont van bijna 100 meter hoog die lijkt op eenzelfde soort hotel in Dubai en in de volksmond al de naam hotel Vela (zeil) heeft meegekregen. Op 1 september gaat het open, maar vanaf het strand van Barcelona kun je het al sinds maanden zien liggen, met zijn 27 verdiepingen en 473 kamers. Gelukkig dat het oorspronkelijke project van architect Ricardo Bofill werd afgekeurd: dat voorzag in een hoogte van 160 meter, maar dat zou volgens de gemeente de skyline bederven.

Dat het hotel bijna in de Middellandse Zee gebouwd mocht worden, komt omdat het op het terrein van de autonome haven van Barcelona (Port de Barcelona) ligt, en daarvoor geldt die kustwet niet. Dus mag je er bouwen waar je wilt.

algarrobico1Overigens vraag je je af wat nou wel en wat niet mag. De gemeente Carboneras gaf jaren geleden een bouwlicentie voor een hotel in de baai Algarrobico, aan de rand van het prachtige natuurgebied Cabo de Gata (mijn favoriete vakantieplek in Spanje). De bouwer kwakte de betonnen kolos gewoon óp het strand. Pas nadat Greenpeace in actie kwam, besloot de staat het hotel te onteigenen en af te breken, maar na een jarenlange juridische strijd heeft de overheid nu daarvan afgezien. Dus zal dit hotel, waarvan de bouw nu al jaren stilligt, misschien ooit eens ongestraft opengaan.

De ontdekking van een oude ‘fonda’

P1010631

Zo ontdek je nog eens dingen. In de eerste plaats dat er in (en rond) Barcelona Nederlanders zijn die de 50 of 60 zijn gepasseerd en elkaar maandelijks ontmoeten in wat zijzelf een seniorenlunch noemen. Ze bestaan uit (oud-)ondernemers, expats die al 45 jaar in Spanje wonen, een vroegere consul-generaal in Barcelona plus de huidige consul die de laatste weetjes uitwisselen. (Eén is buurman aan de Costa Daurada van Joop Wildbret, een naam die velen niets zal zeggen, maar voor een vroegere FC Utrecht-supporter als ik gelijkstaat aan de roemruchte periode eind jaren tachtig in de oude Galgenwaard waarin wij op de Bunnikzijde helden als Leo van Veen, Joop van Maurik, Ton du Chatinier en vele, vele anderen toejuichten; ook Wildbret speelde in dat team.) Om de boel op te leuken nodigen ze een spreker uit, en dat kan dus ook een journalist zijn die over zijn Barcelona-gevoel komt praten.

In de tweede plaats ontdek je het restaurant waar zoiets gehouden wordt. Op de foto ziet het er misschien iets sinister uit, maar het is een historische plaats waar ik al vaak was langsgefietst maar nooit was binnengegaan. In 1850 richtten de broers Joan en Pau Riba in de Carrer Sant Pau, om de hoek bij de Rambla aan de achterkant van het Liceu-operatheater, de Fonda España op. In die jaren waren de fonda’s pleisterplaatsen voor reizigers waar ze konden slapen maar vooral goed konden eten. (De beroemdste is de Fonda Europa in Granollers, fameus om zijn keuken.) caspunxesTien jaar later toverden de broers hun fonda om tot een heus hotel, dat werd ontworpen door de na Gaudí bekendste modernistische architect, Lluís Domènech i Muntaner, o.a. auteur van het wonderbaarlijke Casa de les Punxes aan de Diagonal (links). Binnenin leefde de architect zich flink uit, al is het restaurantdeel van wat nu Hotel España of Espanya heet het meest sobere van de constructie. Een restaurant dat nog altijd de naam Fonda draagt.

Ik weet niet hoe de kamers zijn, maar dit eenvoudige 2-sterrenhotel is met een schappelijke prijs misschien een goede tip voor reizigers die niet méér dan 100 euro voor een 2-persoonskamer willen uitgeven en tóch om de hoek bij de Rambla willen zitten.

Terrassen met uitzicht

claris1

Een inwoner van de stad zelf komt er niet zo snel, de toegangsdeur plus de receptie van het vier- of vijfsterrenhotel blijkt meestal een te grote psychologische barriëre. Maar ze zijn meer dan welkom, de Barcelonezen, op de luxe terrassen met fantastisch uitzicht op de hoogste daken van de stad, zeker nu de (buitenlandse) toeristen het laten afweten.

Toevallig, of niet, maar de twee grootste kranten van de stad, El Periódico en La Vanguardia, openden vandaag beide hun stadspagina’s met een reportage over die hotelterrassen, waarvan de meesten overigens pas in juni werkelijk opengaan. Jaren geleden is Hotel Claris, in Pau Claris achter de Passeig de Gràcia, er als eerste mee begonnen en nog altijd is de jaarlijkse opening van zijn terras een sociale gebeurtenis waar alle (semi-)beroemdheden op afkomen. De hotels die daarna werden gebouwd zorgden er allemaal voor een groot terras, meestal met zwembad, op hun bovenste verdieping te hebben en die open te stellen voor meer mensen dan alleen de hotelgasten.

hotelmeNu zijn ze bijna niet te tellen, de hotelterrassen in vooral het centrum van de stad, bovenop, onder anderen, Hotel Pulitzer naast het Plaça de Catalunya, Hotel 1898 aan de Rambla, het prachtig gerestaureerde maar peperdure Hotel Casa Fuster helemaal aan de bovenkant van de Passeig de Gràcia of het gloednieuwe Hotel Me, hier rechts op de foto, aan het saaie nieuwe stuk van de Diagonal.

Dat laatste hotel heeft eveneens een club geopend op één van zijn verdiepingen, ook iets wat mode is sinds het hypermoderne Hotel Omm in de Carrer Roselló, vlak achter de Pedrera van Gaudí, zijn receptie-lounge transformeerde tot een bedevaartsoord voor de mooiste en hipste mensen van Barcelona. Je kunt er genieten, als je er van houdt, van de nieuwste modetrends, om mooie lijven gewikkeld. En als er per ongeluk een grote man met een schreeuwerig roze polo en witte broek doorheen loopt weet je gelijk dat er ook andere Nederlanders aanwezig zijn.

De VS streven Spanje voorbij

simpson vliegveld

Barcelona lijkt nog elke dag stampvol met toeristen, maar de schijn bedriegt. Heel Spanje trekt steeds minder als vakantiebestemming. Dat komt natuurlijk door de crisis, maar er móeten andere oorzaken zijn. Jarenlang was het land namelijk de nummer twee van de wereld wat het aantal buitenlandse toeristische bezoeken betreft, na het onaantastbare Frankrijk. Het ook bij Nederlanders populairste Franse land trok vorig jaar 79,3 miljoen mensen, overigens wel 3,2% minder dan in 2007. Tweede werden de Verenigde Staten, met 58,03 miljoen (een stijging van 3,6%), die daarmee Spanje (57,31 miljoen, -2,3%) voorbijstreefden. Nou is dat laatste geen unicum: de VS nemen gewoon weer de positie in die zij tót de aanslagen in New York in 2001 hadden.

Is de dollar nog altijd vrij goedkoop voor de Europeanen, Spanje heeft juist last van de wisselkoersen. Het zwakke pond speelt het land parten, omdat de Britten verreweg de grootste groep vakantiegangers zijn aan de Costa’s; voor hen is een biertje aan het Spaanse strand ineens een stuk duurder geworden en de verwachting in GB is dat veel van de Britten dit jaar voor een vakantie in eigen land zullen kiezen.

Het eerste trimester van dit jaar voorspelt ook niet veel goeds voor Spanje: in januari, februari en maart kwamen er 16,3% minder toeristen dan een jaar eerder, veel slechter dan het gemiddelde van 7,7% waarmee het toerisme in de hele wereld daalde. En dat zal écht niet alleen door het natte winterweer zijn gekomen. Niet voor niets beloofde premier Zapatero gisteren tijdens het debat over de ‘staat van de natie’ 600 miljoen euro extra voor het moderniseren van de hotels…

I’m from Barcelona

manuel

Vanavond les geven op een universiteit. English for sportsjournalists. Een Master voor mensen die zich willen specialiseren in een wereld, de journalistiek, waar in Spanje elk jaar duizenden universitaire afgestudeerden een baan proberen te vinden na een opleiding van vijf, zes jaar. En omdat er geen werk is, gaan ze post-doctorale opleidingen doen. Deze vijf lessen Engels zijn onderdeel van een groter programma. En dat Engels praten, begrijpen of schrijven is nog altijd een ramp in Spanje. Zoals in elk groot land de mensen denken dat ze met hun eigen taal ver genoeg kunnen komen in de wereld. Weet niet wat het niveau van de 22 studenten is, maar meestal houdt het niet over. Het I’m from Barcelona van Manuel uit Fawlty Towers. Komt omdat hier op televisie alles nagesynchroniseerd wordt, tot het journaal aan toe. (Manuel was in de Spaanse versie een Mexicaan, bijvoorbeeld.) George Bush is na acht jaar vertrokken als president van de VS, maar bijna niemand in Spanje heeft hem ooit horen praten. Altijd kwam er een voice-over met de Spaanse vertaling. Eén opdracht aan de leerlingen: luister naar Barack Obama, het liefst zijn speech na de Caucus-overwinning in Iowa, en je merkt dat Engels luisteren en leren heel eenvoudig een aangenaam is.

De opening van de les zal een fragment zijn uit het programma van José María García, twee decennia lang de omstreden maar ook populaire presentator van het best beluisterde sportprogramma op de radio. Twee miljoen mannen lagen na middernacht, van 12 tot 2, in bed naar hem te luisteren. Op een dag wilde hij Lorenzo Sanz bellen, toen de voorzitter van Real Madrid. Die zat in het Hilton-hotel in Amsterdam, toen zijn ploeg de Champions League-finale in de Arena speelde, maar García belde waarschijnlijk een verkeerd nummer. Het geduld van de recepcioniste van het kleine Amsterdamse hotelletje met vier kamers is bewonderenswaardig. En dan nog moet ze, helemaal op het einde, die drie ongelooflijke beledigende woorden aanhoren: http://www.youtube.com/watch?v=AcBHggkUDRE