Tagarchief: rambla

Net achter de Rambla

Het was één van de eerste Spaanse liedjes die ik voortdurend hoorde, vlak voor mijn komst naar Barcelona in 1988: La negra flor van Radio Futura, band die toen enorm in de mode was. Gaat over een wandeling van de hoofdpersoon met zijn ‘zwarte bloem’, een donker meisje, naar het einde van de Rambla. Zwarte bloemen zijn er nog altijd, op en rond de Rambla, maar de meesten zijn slachtoffers van de Nigeriaanse maffia die meisjes onder valse voorwendselen naar Europa lokt. In Barcelona vormen zij één van de grootste en meest opdringerige groepen prostituees. Kwam twee jaar geleden El País met de eerste niets verhullende foto’s over hoe de meisjes hun klanten midden op straat afwerken, vandaag is het de beurt aan mijn El Periódico.

Was toen de Boqueria-markt het strijdtoneel, nu hoefde onze fotograaf Ferran Nadeu maar één nacht te posten in het kokette Petritxol-straatje om talloze standjes en vluggertjes te kunnen fotograferen. Meestal zijn het toeristen die vanaf de Rambla worden meegelokt; soms worden ze nog beroofd ook, zeker als ze flink dronken zijn. Dat het juist in Petritxol is, is voor veel Barcelonezen schokkend, omdat het overdag zo’n veilig, gezellig straatje lijkt met talloze antiquairs en chocolade-zaakjes. Stille getuige op de afwerkplaats is bovendien een beeld van de stadsheilige Mercè.

In de krant vandaag redelijk gejuiste foto’s. In ons digitaal archief heb ik de niets verhullende plaatjes kunnen zien. Dat joch met die geruite blouse op de pagina bovenaan is wel heel erg herkenbaar. Zeker weten dat zijn moeder niet weet wat hij allemaal in Barcelona uitvoert.

De fauna van de Rambla

De Rambla is altijd een verzameling beesten van allerlei soorten pluimage geweest. Maar de échte dieren, de oorspronkelijke, die zijn aan het uitsterven. Op dit moment zijn er nog maar twee van de ouderwetse pajarerías over, die stalletjes waar je, middenin de stad, diverse beestjes kon kopen. Toeristen zeiden dat ze het allemaal zo zielig vonden, die konijntjes in te kleine kooien, net als de hamsters, cavia’s, vogels en, in het water, vissen en schildpadden; maar tegelijkertijd oefenden die beestjes een onweerstaanbare aantrekkingskracht op die toeristen uit, én op vooral de jeugdige lokale bevolking.

De gemeente Barcelona heeft nooit goed geweten wat het ermee aanmoest, met die beestenbende. Er kwamen acties van dierenbeschermers, het werd steeds politiek incorrecter om op de drukste boulevard van de stad kooien vol dieren te hebben, en uiteindelijk werd besloten ze te hervormen. Er kwam een nieuw ontwerp en daarin konden de eigenaren totaal andere dingen gaan verkopen. Sinds enkele maanden staan er nu kleurrijke – en daarmee is alles wel gezegd – kiosken die turron, coques, ijsjes en andere zoetwaren verkopen. Stands die totaal uit de toon vallen bij de rest van de kiosken (kranten, bloemenstallen) die al sinds mensenheugenis de Rambla opsieren. Daar is de gemeente nu ook achter gekomen, dat het eigenlijk helemaal niet staat, die veel te hoge fel verlichte dingen op de Rambla.

Dus moeten ze weer weg. Ja, net gebouwd, de stad heeft er zo’n 280.000 euro in gestoken, de ondernemers hebben contracten met leveranciers afgesloten en waren blij met hun nieuwe bestemming, maar nu moeten ze toch weg… Vandaag deelden ze carbón uit, bestemd voor de burgemeester. Die zwarte (en zoete) ‘kolen’ is wat hier de stoute kindertjes met Driekoningen krijgen – gelukkig worden ze niet in een zak mee naar Nederland genomen. Ook zijn ze handtekeningen aan het verzamelen. Om de definitieve dood van de dieren op de Rambla te voorkomen.

Orde in de chaos der standbeelden

Het is altijd al druk op de Rambla, het altijd kloppende toeristische hart van de stad, maar soms is er helemaal geen doorkomen aan. Dan blijven groepen toeristen ineens rijen dik staan, maken ze foto’s, lachen en schreeuwen ze en belemmeren ze de doorgang voor de rest van de 78 miljoen mensen die jaarlijks over de Rambla flaneren.

Levende standbeelden van allerlei pluimage blijken een massale aantrekkingskracht op toeristen uit te oefenen, al zitten sommigen er bedroevend stil bij. De concurrentie is er hard, de leuksten verdienen het meeste geld. Ooit begon het met een soort mimespelers die urenlang doodstil konden zitten om de passanten in verwarring te brengen. Echt of niet echt?

Inmiddels is het circus van menselijke standbeelden in Barcelona uitgegroeid tot een soort pretpark waarin alles geoorloofd is. Er kwamen imitatoren van voetballers als Ronaldinho en Messi, schietende cowboys, lachende fruitschalen, huilende baby’s en  aangstaanjagende filmmonsters. Gisteren stonden er vijf van hen op een rij, op een strookje van nog geen vijftien meter, van een droeve Charles Chaplin tot een gouden engel.

“We moeten grenzen stellen aan het aantal standbeelden. Bovendien zullen ze aan enkele minimale artistieke criteria moeten voldoen,” maakte onlangs wethoudster Assumpta Escarp van Barcelona bekend. De gemeente komt in actie op verzoek van groeperingen als de Vrienden van de Rambla, verontruste winkeliers en omwonenden die al jaren protesteren tegen de verloedering van de ruim een kilometer lange promenade.

Volgens hen is het toerisme dat er komt steeds ‘goedkoper’ en slechte en lelijke standbeelden dragen niet bij aan het esthetische herstel, dat dit voorjaar is begonnen door het verwijderen van veel van de dierenkiosken waar beestjes de hele dag lang in kleine kooien te koop werden aangeboden.

De gemeente heeft nu besloten het aantal standbeelden tot 15 te beperken, de helft van het aantal dat zich nu meestal op de boulevard posteert. Bovendien mogen ze er niet te lang staan en worden er twee shifts ingevoerd, van tien uur ‘s morgens tot vier uur ‘s middags en een tweede tot tien uur ‘s avonds. Maatregelen waar de beelden het, natuurlijk, niet mee eens zijn.

We vinden het prima dat er een beetje orde wordt geschept, want de laatste jaren doet iedereen zich maar als standbeeld voor, zonder veel aan zijn of haar creatie te werken,” zeggen de Italianen Elena en Teodoro, die al tien jaar op de Rambla staan. Het echtpaar zit, van top tot teen geverfd, op oude opoefietsen en werkt zo’n tien uur per dag.

“Zes uur is veel te kort, dan verdien je niet genoeg,” zegt Teodoro. “En als je de avonddienst hebt, ben je slecht uit, want als het geen zomer is is er vanaf zeven uur niets meer te verdienen.” Ze moeten nu officieel bij de gemeente om een vergunning vragen, en daarbij ook een curriculum inleveren. “Ze willen dat je ervaring in het theater hebt, bijvoorbeeld. En onze tien jaar ervaring hier dan?”

Drie jaar cel voor een voetbalrel

Zo, die hakt erin. Niet het stoplicht van de foto, maar het vonnis van een rechter vandaag in Barcelona. Kom in Spanje niet aan een politie-agent; dat was vroeger al zo, toen de paramilitaire Guardia Civil en de nationale politie, de grises, van Franco je al angst inboezemden, maar het geldt nu nog steeds. Twee jonge relschoppers (niet die van de foto) zijn vandaag veroordeeld tot drie jaar gevangenisstraf omdat zij bij de rellen op de Rambla na de ongelooflijke overwinning van FC Barcelona vorig jaar op Chelsea (goal van Iniesta in blessuretijd) met ‘gevaarlijke voorwerpen’ (flessen, volle blikjes drank, stenen) naar de agenten van de Mossos d’Esquadra hadden gegooid. De voorwerpen raakten niemand, er waren ook geen gewonden onder de agenten en juist daarom is dat vonnis van de rechter vandaag zo groot nieuws in Barcelona.

Ik heb het al vaker gezegd, in en rond het Camp Nou zijn er vrijwel nooit meer problemen met geweld en hooligans. Maar elke historische zege van Barça wordt wel met de nodige rellen gevierd op en rond de Rambla, waar rotzooischoppers in de anonimiteit van de massa etalages vernielen, brommers omgooien en de politie uitdagen. Deze rechter schijnt daar met een voorbeeld-vonnis een einde aan te willen maken. Een voetbalzege met geweld vieren? Stenen gooien naar de politie? Drie jaar de cel in. Dat verwacht je dus niet, als je stoer staat te doen in een misschien dronken bui. De twee waren bovendien met ‘een groep mensen’, maar de rest kon niet geïdintificeerd worden. Met zijn tweeën moeten ze boeten, heel lang boeten… Genoeg voer voor discussie, de komende dagen. En in afwachting van een hoger beroep, natuurlijk.

Van Chocolateria Mallorquina naar Café de l’Ópera

Kon het niet nalaten, na het bekijken van de expositie van Ballell (zie vorige post hieronder). Een ochtend naar de Rambla geweest, op zoek naar dezelfde plaatsen, en hoe die in 103 jaar zijn veranderd. Of eigenlijk niet.

Veel gevels zijn hetzelfde gebleven, de meeste gebouwen van de Rambla stonden er al aan het einde van de 19e eeuw. Hij is natuurlijk een stuk drukker geworden, rommeliger vooral. Deze plaats boven was het moeilijkst te vinden, maar een kort bezoekje aan het historische Café de l’Ópera bracht direct al uitkomst. “Dat, links op de foto, dat is dit café,” zei een ober direkt. Een eeuw geleden heette de bar namelijk Chocolateria Mallorquina. De bar opende trouwens al rond 1750, toen als een klein pension met barretje, goed bezocht omdat de Rambla het vertrekpunt was van talloze paard- en wagens met levensmiddelen en andere handel richting het binnenland, tot Zaragoza en Madrid aan toe. Toen een eeuw later de trein begon te rijden en precies aan de overkant het Liceu-theater opende, werd de bar de genoemde Chocolateria, en kort daarna een luxe restaurant, La Mallorquina. In 1928 kochten de voorouders van de huidige eigenaars het, verbouwden het in de modernistische stijl en gaven het de huidige naam mee, bekend bij de meeste toeristen. Om 12 uur gistermorgen was het er trouwens erg stil binnen.

Moeilijk trouwens, onmogelijk bijna, om precies dezelfde invalshoek als de fotograaf van toen te vinden. De lenzen zijn anders, het beeld komt anders de camera in. Maar de herkenbaarheid blijft, van de lantaarnpaal, exact dezelfde nog, tot het gebouw op de achtergrond.

Andere dingen zijn wel volledig verdwenen, zoals de barretjes die er toen nog op het middendeel van de Rambla stonden, zoals hier helemaal aan het einde (of het begin), bij het beeld van Columbus.

Geiten op de Ramblas

Nee, die op de foto, dat zijn natuurlijk geen geiten (díe foto staat hieronder ergens, maar is niet zo scherp om deze post te openen). De man met honden op de Rambla dels Caputxins (één van de vijf delen waaruit de Ramblas  bestaat, samen met die van Canaletes, Estudis, Sant Josep en Santa Mónica) is één van de honderd foto’s van Frederic Ballell die tot 22 mei te bewonderen zijn in het fotoarchief van de gemeente, het Arxiu Fotogràfic in de Born.

Ballell, in 1864 geboren in Puerto Rico, was één van de eerste Catalaanse fotojournalisten: fotografen die meer dan alleen maar mooie plaatjes maken, maar hun onderwerpen met journalistiek gevoel uitkiezen en weergeven, die schrijven met het beeld. Als elke Barcelonees liep hij regelmatig op de Rambla, en ‘stal’ er foto’s van de nietsvermoedende wandelaars. Prachtig altijd om te zien, hoe zo’n populaire straat er iets meer dan een eeuw geleden bij lag; de foto’s zijn van 1907 en 1908.

Dat het allemaal van die, zoals ze het noemen, ‘spontane’ foto’s zijn is opvallend, omdat een fotocamera in die tijd geen klein onopvallend apparaatje was, voor veel mensen bovendien nog een bezienswaardigheid en voor de fotograaf dus moeilijk om niet de aandacht te trekken.

De onbedorven Rambla, 1969

rambla1969

Kan aan de hand van deze foto natuurlijk niet zeggen dat vroeger alles beter was. Vroeger was, in dit geval, 1969. Een zomer precies 40 jaar geleden. Met mama en broertje Jelle (sorry, broer) op de Rambla, zonder enig idee wat de toekomst ooit zou brengen, dat ik er uieindelijk nog honderden, duizenden keren overheen zo fietsen of lopen. Kan me van dit eerste bezoek als zesjarige aan Barcelona helemaal niets meer herinneren. Waarschijnlijk hebben we toen niet eens de Sagrada Familia bezocht, want die was nauwelijks beroemd; we hebben er ook geen foto’s van.

Kan dus ook niet uit eigen ervaring zeggen dat de Rambla toen mooier en leuker en oorspronkelijker was dan nu. Maar dat leidt geen enkele twijfel, als je ziet tot wat de boulevard nu verworden is. De bloemenstalletjes zijn gebleven, net als de krantenkiosken en de kooitjes met opgesloten dieren. Het plaveisel is ook nog hetzelfde. Wat veranderd is, is alles eromheen, de menselijke fauna, af en toe letterlijk een beestenboel. Ik ga het er niet nóg eens uitgebreid over hebben, maar zo’n foto doet terugdenken aan een onbedorven Rambla, met authentieke hoermadams én kruimeldieven, want dat hoort er altijd bij. En als je ons zo ziet, arbeidersgezin dat in de tijden van Franco (foei!) voor één keer de caravan thuisliet en naar Spanje vloog, gingen de toeristen toen ook nog redelijk netjes gekleed.

Rottend vlees in de Boqueria

boqueria1

Wij, journalisten, kunnen natuurlijk schrijven wat we willen, maar vaak zijn het de foto’s die het doen. Barcelona is vandaag opgeschrikt door foto’s, van Edu Bayer, een jonge en aardige collega van El País, één van de vele freelancefotografen die probeert te overleven in een tijd dat ze soms nog maar 50 of 60 euro per plaatje krijgen. En wij, bloggers, nemen dat soort foto’s massaal ongestraft over, velen zonder vaak de bron te vermelden.

Edu trok ‘ s nachts naar de achter- en zijkanten van Barcelona’s populairste markt, de Boqueria aan de Rambla. Dat kan gevaarlijk zijn, zeker als je er met een grote, dure camera loopt. Maar die had hij nodig, met een beetje telelens, om de teloorgang van het oude centrum van de stad vast te leggen. Het afgelopen jaar is de agressieve prostitutie van piepjonge Afrikaanse meisjes aan de Rambla sterk gegroeid. Wil je niet met ze mee, dan doen ze hun best in ieder geval je portemonnee te rollen: de één pakt de man, vooral de toerist, bij zijn ballen, de ander rolt zijn kont- of borstzak. Sinds kort gebruiken ze ook een soort pepperspray om de onwillige toerist even blind te maken en hem van zijn geld en creditcards te ontdoen.

boqueria2De meisjes worden, net als hun ‘collega’s’ uit Oost-Europa, door internationale maffia’s in de stad gestald. Daar moeten ze elke nacht een bepaald bedrag verdienen. Sommigen nemen de klant mee naar een goor pension, anderen hebben daar het geld niet voor en gebruiken de bij nacht gesloten Boqueria als afwerkplaats. Gesloten? Om vier, vijf uur ’s nachts komen al de eerste leveranciers van verse vis en groenten en die treffen regelmatig dit soort rottend vlees aan. Dat rottend slaat natuurlijk op de mannen, toeristen die ook ’s nachts nog in hun kleurige korte broek lopen en die broek, na het betalen van 20 tot 40 euro, even laten zakken en in een door maffiosi geëxploiteerd meisje stoppen. Ik hoop dat als één van de jongens op de foto een Nederlander is, dat zijn moeder of vriendin hem op dit blog of bij El País ziet, en dat zijn straf vreselijk zal zijn. Misschien dat fotograaf Edu Bayer daarmee een beetje een goede daad heeft verricht.

De ontdekking van een oude ‘fonda’

P1010631

Zo ontdek je nog eens dingen. In de eerste plaats dat er in (en rond) Barcelona Nederlanders zijn die de 50 of 60 zijn gepasseerd en elkaar maandelijks ontmoeten in wat zijzelf een seniorenlunch noemen. Ze bestaan uit (oud-)ondernemers, expats die al 45 jaar in Spanje wonen, een vroegere consul-generaal in Barcelona plus de huidige consul die de laatste weetjes uitwisselen. (Eén is buurman aan de Costa Daurada van Joop Wildbret, een naam die velen niets zal zeggen, maar voor een vroegere FC Utrecht-supporter als ik gelijkstaat aan de roemruchte periode eind jaren tachtig in de oude Galgenwaard waarin wij op de Bunnikzijde helden als Leo van Veen, Joop van Maurik, Ton du Chatinier en vele, vele anderen toejuichten; ook Wildbret speelde in dat team.) Om de boel op te leuken nodigen ze een spreker uit, en dat kan dus ook een journalist zijn die over zijn Barcelona-gevoel komt praten.

In de tweede plaats ontdek je het restaurant waar zoiets gehouden wordt. Op de foto ziet het er misschien iets sinister uit, maar het is een historische plaats waar ik al vaak was langsgefietst maar nooit was binnengegaan. In 1850 richtten de broers Joan en Pau Riba in de Carrer Sant Pau, om de hoek bij de Rambla aan de achterkant van het Liceu-operatheater, de Fonda España op. In die jaren waren de fonda’s pleisterplaatsen voor reizigers waar ze konden slapen maar vooral goed konden eten. (De beroemdste is de Fonda Europa in Granollers, fameus om zijn keuken.) caspunxesTien jaar later toverden de broers hun fonda om tot een heus hotel, dat werd ontworpen door de na Gaudí bekendste modernistische architect, Lluís Domènech i Muntaner, o.a. auteur van het wonderbaarlijke Casa de les Punxes aan de Diagonal (links). Binnenin leefde de architect zich flink uit, al is het restaurantdeel van wat nu Hotel España of Espanya heet het meest sobere van de constructie. Een restaurant dat nog altijd de naam Fonda draagt.

Ik weet niet hoe de kamers zijn, maar dit eenvoudige 2-sterrenhotel is met een schappelijke prijs misschien een goede tip voor reizigers die niet méér dan 100 euro voor een 2-persoonskamer willen uitgeven en tóch om de hoek bij de Rambla willen zitten.

Obama met rugzak op de Rambla(s)

 

rambla2

Alles wat Barack Obama doet en zegt is hot. Dus was de grote vraag van de journalisten zondag in Praag: wát heeft hij gezegd tegen José Luis Rodríguez Zapatero, de premier van Spanje die jarenlang door George Bush werd genegeerd, niet omdat ZP geen woord Engels spreekt, maar omdat hij na zijn verkiezingswinst in 2004 direkt de Spaanse troepen uit Irak terugtrok.

Obama en Zapatero gaven na hun eerste bilaterale ontmoeting geen persconferentie, dus moesten de verslaggevers van ‘regeringsbronnen’ horen wat er ongeveer was besproken. En daar kwam-ie: “Ik zou graag naar Spanje komen en terugkeren in Barcelona.”

Wat heeft de Amerikaanse president met Barcelona? Daarvoor moet je één van zijn boeken, Dreams from my father, lezen. Daarin beschrijft hij, heel kort, hoe hij in 1988 bij een tussenstop op weg naar Kenia als jonge rugzaktoerist een middagje door de stad en over de Rambla slenterde, in gezelschap van een Senegalees die hij zojuist in Barcelona had ontmoet. “Terwijl we richting Ramblas slenterden, had ik de indruk of ik hem al mijn hele leven kende; alsof we allebei dezelfde reis maakten, ook al waren we uit tegenovergestelde plaatsen op de planeet vertrokken.”

De Rambla (hier zeggen we het in enkelvoud, en bijna nooit Ramblas) die Obama 21 jaar geleden zag heeft niets meer te maken met die van nu. Hij zal, waarschijnlijk, flink teleurgesteld zijn te zien hoe de populaire promenade veranderd is in één lange stroom toeristen, die ook nog eens eenvoudige prooien voor de zakkenrollers zijn. (In 2008 werden per dag 2,5 boefjes door de politie op de Rambla in fraganti betrapt en aangehouden; vaak overigens dezelfde jongens en meiden, die dezelfde dag al weer waren vrijgelaten.)

Zelfs de eigenaars van kranten-, bloemen- en dierenstalletjes, die toch van het toerisme moeten leven, zijn de hordes vaak ordinaire buitenlanders een beetje zat. Vorig jaar zomer vroegen zij via spandoeken de 27 miljoen jaarlijkse bezoekers om respect. “Lieve bezoeker. Dit is een stad waar mensen wonen en werken, het is geen pretpark. Er zijn winkels op de Rambla die al 150 jaar oud zijn. Vóórdat u met zijn allen kwam, waren wij héél gelukkig. Alstublieft, toon een beetje respect voor de stad en zijn inwoners. Dank u.”

In een enquete van Virgin twee jaar terug onder zijn Britse reizigers kwam de Rambla eruit als de vierde ‘meest teleurstellende toeristische attractie’ op aarde. De boulevard was trouwens in goed gezelschap: nummer één was de Eiffeltoren, nummer twee de Mona Lisa in het Louvre en nummer drie Times Square. Als verdediging kwan natuurlijk wel worden aangevoerd dat de Engelsen geen smaak hebben.