Tagarchief: kerk

Voor wie de klok luidt…

Steeds vaker ontstaat er in Spaanse dorpjes een conflict tussen de mensen die er altijd gewoond hebben en de nieuwe buren uit de grote stad. De laatsten hebben last van eeuwenoude gebruiken, zoals het klokkengelui. Een rechter gaf één van hen gelijk en legde de kerktoren van Sant Mori ‘s nachts het zwijgen op.

Het is een doodstil dorpje in het prachtige achterland van de Costa Brava, dichbtij de populaire kustplaats L’Escala. Er is bijna nooit iemand op de lege straten, waar elk kwartier de klokken van de kerk weerklinken. Eén lichte slag om kwart over, twee om half en drie om kwart voor. Plus, natuurlijk, de wat zwaardere slagen van het uur, van één tot twaalf. En dat al meer dan een eeuw lang.

Sant Mori heeft 130 inwoners, waarvan het grootste deel niet meer met Mariano Sanz praat sinds hij acht jaar geleden naar de rechter stapte. Eerst had hij het nog aan de pastoor gevraagd, en aan de burgemeester, maar die vonden zijn verzoek te belachelijk voor woorden. Of de kerkklokken ‘s nachts niet meer konden luiden. Zijn gasten in het prachtige kasteeltje van Sant Mori konden niet slapen.

“Enkele slaapkamers liggen op nog geen 20 meter van de kerktoren,” zegt Sanz. “Ik ben het kasteel aan mensen gaan verhuren omdat het een beschermd monument is en wij verplicht zijn het te onderhouden, maar we krijgen daarvoor geen enkele subsidie. Maar de allereerste gasten zeiden al dat ze steeds wakker werden van het klokgelui. Ik kan het door die overlast niet zo vaak verhuren als ik zou willen.”

Sanz is de zwager van markies Francisco de Asís de Moxó Alonso-Martínez wiens familie het kasteel van Sant Mori al sinds de vijftiende eeuw in bezit heeft. Voor 13.000 euro per week zijn de tien kamers voor groepen tot 20 personen te huur. “Ik heb nieuw leven en geld in dit dorpje gebracht,” verdedigt Sanz zich.

Al woont hij er al 20 jaar, de dorpelingen zien hem als één van die vervelende buitenstaanders die zich niet aan de plaatselijke gebruiken willen aanpassen. Het klokgelui is de meest gehoorde klacht van stedelingen die hun heil op het platteland hebben gezocht. Maar ook het balken van ezels of de geur van mest kunnen hen niet altijd bekoren. Mariano Sanz is de eerste die voor elkaar heeft gekregen dat het gerechtshof in Barcelona het klokkengelui als geluidsoverlast beschouwt omdat het aantal decibellen te hoog is. Van middernacht tot acht uur ‘s morgens moeten de klokken in Sant Mori nu zwijgen.

“Als je hier komt wonen, heb je je maar aan te passen aan de plaatselijke gebruiken,” zegt burgemeester Modesta Cucurull. “Als ik naar de Barcelona verhuis ga ik toch ook niet vragen of ze de drukke straat voor mijn deur voor verkeer willen afsluiten omdat ik er last van heb? Een dorp is een dorp, met al zijn geuren en geluiden, maar er zijn steeds meer stedelingen die dat naar hun gelang willen veranderen.”

Zij is boos omdat er nu geen hoger beroep meer mogelijk is. In het dorp heeft ze meer mee- dan tegenstanders in haar strijd tegen de kasteelheer. En ze wijst op een wetsartikel, waarin staat dat kerken en moskeeën niet onder de wet op geluidshinder vallen.

Elke zondag is er nog een mis in Sant Mori. Pastoor Joan Güell heeft zich niet te veel met de strijd om de klokken willen mengen. “Een belachelijke discussie is dit. Ik zal de uitspraak moeten naleven, maar niet van harte. Het klokgelui is de roep van God, en die kun je niet zomaar ‘s nachts even het zwijgen opleggen.”

De katholieke kerk wordt oud

Dat ’t niet goed gaat met de katholieke kerk is een pleonasme. Dat het heel erg slecht gaat was zondag te zien in de mis van het kleine dorpje Sant Miquel de Fluvià, in de provincie Girona. Tot ontsteltenis van de gelovigen begon Mosén Viñás zich uit te kleden. Niet om kleine jongetjes te bespringen of zo, maar gewoon omdat hij steeds zieker is. In zijn lijf en in zijn hoofd.

Al tientallen jaren is hij de priester van dit en andere dorpen uit de omgeving. Op zijn 75ste jaar vroeg hij aan het bisdom of hij met pensioen kon, maar de superieuren smeekten hem in ieder geval nog twee parochieën te blijven bedienen. ‘Viñas,’ zeiden ze, ‘je kent ons probleem. Er zijn nog zó weinig priesters. Er is gewoon geen vervanging.’

Dus ging hij nog even door, want hij voelde zich nog fit. Maar daar is het laatste jaar verandering in gekomen. Hij kreeg probleempjes, zijn lichaam protesteerde. Om het nog een beetje respectvol te zeggen: soms ontsnapte er een wind die in de kerk behoorlijk echode. En hij waste zich niet elke dag even grondig. Maar dat van zondag was nieuw. Hij begon te praten over zijn overleden ouders, liet een jeugdfoto van zichzelf zien, trok zijn habijt en bovenkleren uit en stond op het punt zijn riem af te doen om zich daarmee te gaan geselen. Hij wilde zo boeten voor wat hij fout had gedaan. De misdienaars en enkele gelovigen konden hem op tijd afstoppen.

De katholieke kerk wordt oud. Heel oud.