Tagarchief: parijs

De vooruitziende blik van Picasso

Je weet nooit hoe waarheidsgetrouw zo’n anecdote is, en hoeverre hij in een eeuw tijd alleen maar mooier is gemaakt, maar de legende blijft de moeite waard: begin 20ste eeuw at Pablo Picasso met enkele vrienden in de brasserie La Coupole, zo’n plaats waar je eens gegeten moet hebben, aan de Boulevard Montparnasse, in de tijd dat de schilder uit Málaga in Parijs woonde en daar inspiratie opdeed. De maitre herkende Picasso en zei hem dat niemand aan tafel het diner hoefde te betalen als Picasso voor hem een tekening op de achterkant van de placemat maakte. Dat deed de schilder, die graag gratis wilde eten, maar toen hij de tekening overhandigde zei de maitre hem dat hij hem niet had ondertekend. “Nee,” antwoordde Picasso, “ik betaal hiermee alleen maar het eten, ik koop niet het hele restaurant…”

Picasso had een vooruitziende blik, al kan hij nooit vermoed hebben hoeveel op de wereld ooit voor zijn schilderijen betaald zou worden. In 1951 verkocht hij voor 19.800 dollar zijn schilderij Nude, green leaves and bust, de Engelse naam van het werk dat morgen bij Christie’s in New York onder de hamer gaat. Het is één van zijn grote schilderijen die nog in een privécollectie behouden waren en daarom een flink bedrag moeten opleveren: het veilinghuis verwacht dat dat tussen de 70 en 90 miljoen dollar zal zijn. Crisis? “In moeilijke tijden is een Picasso een goede investering,” zegt de veilingmeester. Het record staat, ook op naam van Picasso, op 104 miljoen dollar, gevangen in 2004. Wie dat geld niet heeft, kan trouwens ook naar het Metropolitan: daar worden op dit moment 300 werken van Picasso tentoongesteld.

UPDATE: Het schilderij is gisteravond verkocht voor 106,4 miljoen dollar (81 miljoen euro).

Toen het ijs nog een oase was

Oké. Als je (lang) in het buitenland woont, mis je de hagelslag (kun je op Schiphol kopen), de drop (idem dito) en het schaatsen op natuurijs. Dat laatste, daar gaat het natuurlijk om, ook deze dagen weer, want een bevroren sloot kun je niet op Schiphol kopen, of bij Albert Heijn. Deze post is een beetje geïnspireerd op de Nederlandse winter van vorig jaar. Toen vroor het even, lag er prachtig ijs, en stonden er direct files, zowel op de weg en de dijken als op het ijs. Mensen werden agressief. Schaatsen leek me even niet leuk meer, want tegenwoordig moet iedereen alles tegelijk doen. Dus ga ik nostalgisch doen, en het hebben over de winter van 1984-’85, met deze voor mij unieke foto’s.

Op 21 februari 1985 vond de Elfstedentocht plaats. Nou en? Nou, heel veel. Nu wordt er ieder jaar over gezeurd, maar dat was wél de eerste tocht der tochten in 22 jaar, de eerste sinds de historische lijdensweg van Reinier Paping en companen in 1963 (de winter waarin ik werd geboren, trouwens, met vijf meter sneeuw voor de boerderij van pake en beppe in Morra, Oostdongeradeel, Friesland). Zó lang zonder Elfstedentocht, we werden dus een beetje gek, maar lang niet zo hysterisch als iedereen nu wordt zodra het enkele nachten een beetje vriest.

De foto’s zeggen, denk ik, genoeg. Dit was de ploeg verslaggevers van Het Vrije Volk, in de jaren zestig de grootste krant van Nederland, nog groter dan De Telegraaf, de jaren dat Nederland nog wakker én rood was, en wij trokken twee dagen vóór die historische dag in februari naar Leeuwarden/Ljouwert om het gebeuren te verslaan. Maar wat zien we op de foto’s? Henk Blanken (nu al jaren in de hoofdredactie van het Dagblad van het Noorden; was die dag één van voorbestemming?), oud-Spanje- en Duitsland-correspondent Aly Knol (historische journalistieke dame; ze gooide ooit een typemachine op de Rotterdamse Witte de Withstraat van vier hoog door de enorme ruit naar buiten), fotograaf Niels van der Hoeven (waar is Niels? Niels, waar ben je?) en kunstredacteur Louis du Moulin (ja, de elf steden waren kunst, zeldzaam mooi) en mijzelf (sorry voor de snowboots en de joggingbroek óver een spijkerbroek, waarmee ik tevergeefs dacht de kou buiten de ballen te kunnen houden), wij allen dus op volledig verlaten ijs in een dorp waarvan ik de naam niet meer weet (Henk zal het wel weten, móet het weten).

Een plaatje dat nu totaal onmogelijk zou zijn. Drie centimeter ijs, en we moeten er met zijn allen tegelijk op. Nee, dan in 1985, zegt de nostalgicus, toen was het écht lang geleden dat er heus ijs had gelegen. We schaatsten voor het eerst de tocht over de Rottemeren, direct vanuit ons flatje in Crooswijk, en daarna de Molentocht in de Alblasserwaard, en toen mochten we ineens naar de Elfstedentocht, de eerste in 22 jaar. Dát was pas bijzonder. (Foto’s heb ik er niet van; digitale camera’s bestonden niet, een mobiele telefoon was onwaarschijnlijke toekomstmuziek). Sindsdien is er elk decennium wel een Elfstedentocht geweest, dus wanhoop niet; hij komt eraan. Maar hij zal nooit meer zijn als in 1963, natuurlijk, maar zelfs niet als in 1985. We zijn te groot, te veel geworden, met zijn allen. De media, de TV-stations, de schaatsers… Iedereen wil er nu bijhoren, iedereen wil het ijs op. Omdat het zo zeldzaam is. Vriendjes proberen me van afstand gek te maken, met de verhalen over het schaatsen op natuurijs, zo leuk vanuit hun huis in Oegstgeest of Breda. Het zal wel. Ik koester de dagen toen dat ijs nog een stille oase was.

De vele wegen naar Barcelona

amsterdam barcelonaDe zomervakantie komt eraan, het is crisis, veel meer mensen dan voorheen gaan met de auto op pad, de vliegreizen zitten in het slop en op google kwam ik enkele zoekopdrachten tegen over wat de beste weg van Nederland naar Barcelona is. Het antwoord? Variatie! Om die ruim 1.500 kilometer afwisselend door te komen.

Vroeger, zo’n 30 jaar geleden, was er maar één echte weg van, zeg maar, Amsterdam naar Barcelona. De enige snelweg. Eentje die niet meer op bijgaande kaart staat: je reed via Brussel en Lille naar Parijs, vandaar opzij naar Dijon en over de steeds vollere Autoroute du Soleil onder Lyon door (een véél mooiere stad dan ik, met herinnering aan de tunnels en het industriegebied, ooit had vermoed)  en langs Montpellier en Perpignan naar Spanje. Sommigen van ons probeerden toen al wat later de meest gebruikte route (in het rood op het kaartje) zou worden: over Luik of Brussel via Luxemburg (om goedkoop te tanken) naar dezelfde Autoroute du Soleil. In de begintijd van die pioniers was er vanaf de Luxemburgs-Franse grens tot Dijon nog helemaal geen snelweg, ging alles over behoorlijke vertragende tweebaanswegen.

FRANCE

Met de auto naar Nederland ga ik nooit meer, de vliegreizen blijven net iets goedkoper dan benzine en tol bij elkaar. Maar op verschillende autotochten naar Parijs ontdekte ik de laatste jaren wel twee leuke, alternatieve routes van Nederland naar Barcelona. Beide gaan dus over Parijs, waar de périphérique echt niet zo afschrikwekkend is als velen vrezen – gewoon niet met de spits eroverheen -, en splitsen zich even later, kort na Orléans. De roze route is de mooiste, sinds enkele jaren geleden het duizelingwekkende viaduct – het hoogste ter wereld – van Millau openging. Alleen is het met caravan of aanhanger iets moeilijker rijden, over een snelweg met vrij veel bochten; maar lang niet zo geestdodend als de Autoroute du Soleil.

De groene route was een verrassing voor me; ik dacht altijd dat afdalen langs Toulouse een omweg zou zijn, maar dat bleek verkeerd gedacht. Bovendien is het een door veel bossen omgeven weg, ook met veel afwisseling en weer eens wat anders dan die eeuwige route door oost-Frankrijk.

De kilometers, volgens ViaMichelin:

rode route (Lyon): 1.581 km

roze route (Millau): 1.567 km

groene route (Toulouse): 1.589 km

Wie de állerkortste route wil nemen én meer dan één dag voor de trip wil uittrekken, kan ook bij Toulouse rechtstreeks afzakken naar beneden, via Aix-les-Thermes bij Puigcerdà de Pyreneeën over: in totaal 1.525 km, maar wel een stuk trager dus.

Danone werd geboren in de Raval

FRANCE-RETAIL-FOOD-DANONE

De koperen herdenkingsplaat naast de de voordeur van nummer 16 van de Carrer dels Angels, in de wijk Raval schuin tegenover de verblindend witte gevel van het Macba, is verdwenen. In 1994 kwam Daniel Carasso naar Barcelona om de plaat samen met de burgemeester te onthullen: “In dit gebouw fabriceerde Isaac Carasso de eerste Danone-yoghurt van de wereld.” Daniel was erbij, vertelde hij. Hij was toen 14 jaar, herinnerde zich een laboratorium vol grote flessen melk en veel rook. Daniel overleed deze week in Parijs. Hij werd 103 jaar.

danoneDanone is officieel een Franse gigant in de voedingsmiddelenindustrie. Nummer één van de wereld in verse melkproducten. Maar zijn wortels liggen op de benedenverdieping van dat oude Barcelonese huis uit 1878. De Carasso’s waren joden die in de vijftiende eeuw door de Reyes Católicos uit Spanje waren verdreven. Isaac Carasso keerde vier eeuwen later vanuit Thessaloniki in Barcelona terug en ging daar de yoghurt produceren die hij op een reis in Bulgarije had ontdekt. In West-Europa bestond het goedje nog niet.

Nobelprijs-winnaar Ilia Metchnikoff van het Pasteur Instituut uit Parijs hielp hem te bewijzen dat twee bacterieën uit gefermenteerde melk een heilzame werking in maag en darmen hadden. Toen Carasso in 1919 het eerste potje yoghurt produceerde werd het door artsen aanbevolen en slechts in apotheken in Barcelona verkocht. De merknaam die hij ervoor verzon kwam van het verkleinwoord van de naam van zijn zoon: Danon.

Isaac stuurde Daniel vervolgens naar Marseille en Parijs om te studeren. In de Franse hoofdstad richtte Daniel op 25-jarige leeftijd de Société Parisienne du Yoghourt Danone op, wat later het moederbedrijf zou worden.

De metro als meter van de beschaving

metro-barcelona

Vandaag regende het weer eens, en omdat ik er hier toch nooit op ben voorbereid en dús nooit een regenjasje bij me heb, de fiets maar laten staan en met de metro richting Barceloneta, voor een leuke lunchafspraak. Vind nog altijd dat, waar je ter wereld ook bent, de metro het beste vervoermiddel is om een (grote) stad te doorkruisen en bekijken. Oké, je zit onder de grond en je ziet niets, maar tegelijk zie je een heleboel, de mensen, de inwoners, het dagelijkse leven onder de stad. Ook kun je aan de metro de beschaving van de stad aflezen. Jarenlang, tot de fiets kwam bovendrijven, is de metro mijn dagelijkse drug in Barcelona geweest.

metro1Natuurlijk hadden Londen (1863) en New York (1868) als eerste een ondergronds netwerk van openbaar vervoer, maar mediterrane steden als Athene (1869) en Istanboel (1874) zaten die metropolen op hun hielen. Een lange reeks steden volgde, waaronder Parijs (1900), Madrid (1919) en Barcelona (1924). Ik weet niet of het komt doordat al die steden al zolang gewend zijn zich ondergronds te verplaatsen dat de bewoners hun metro redelijk respecteren. Natuurlijk bestaan er overal graffiti’s en vandalisme, maar nergens ter wereld heb ik de metrowagons zo goor en mishandeld gezien als op de paar miserabele lijnen die enkele wijken in Rotterdam (1968) en Amsterdam (1977)  met elkaar verbinden. En nergens heb ik me zo unheimisch gevoeld als op sommige stations of op bepaalde uren van de dag (avond) in de twee Nederlandse metro’s.

Zelfs met de kinderen ooit op weg naar de dierentuin van de Bronx in New York, met ons als enige blanken in de wagon, voelde ik me veiliger dan bij het naderen van station Wibautstraat in A’dam. Het verbaast me niet dat de ingewanden van de oude stad zelf zich met water en bewegende gronden verzetten tegen de Noord-Zuidlijn.