Tagarchief: raval

De kroeg op straat

Steeds meer barretjes en restaurants in Barcelona die niet over een eigen terras beschikken hebben iets ‘nieuws’ bedacht: geïnspireerd door de strengere anti-tabakswet, die het verbiedt overal binnen te roken, hebben ze ontdekt dat je een nieuwe markt aanboort (of je oude cliëntele behoudt) als je niet alleen buiten voor de deur een asbak op een tafeltje zet, met soms een stoeltje erbij, maar tegelijk ook de ramen volledig opent. Met andere woorden: er wordt een nieuwe ruimte gecreëerd, een soort bar op straat, met bediening van binnenuit aan de rokers buiten.

Maar dat is niet écht nieuw, natuurlijk. Al sinds mensenheugenis bestaan er in de stad ouderwetse quioscos of kioscos, minuscule barretjes die binnen geen ruimte hebben voor tafels of wat dan ook en alleen maar mensen op straat bedienen. Twee van de bekendsten zitten, natuurlijk, in de wijk Raval. De oudste is La Cazalla, uit 1912, bijna helemaal onderaan de Rambla, aan de Arc de Teatre. Hij is jaren dichtgeweest, maar bestaat nu al weer een tijdje als vanouds. En waar ik zelf het meeste langs kom is een wat drukkere straat, de Carrer Hospital, waar ik in de jaren tachtig undergorund-pizzas bij Rivolta at (een prachttent die niet meer bestaat) en waar je nu een biertje aan de bar bij Mendizábal kunt nemen, op de hoek met Junta de Comerç (een straat die vroeger Mendizábal heette, vandaar). De foto helemaal bovenaan bedriegt een klein beetje; de kiosk, die in de jaren dertig begon als een horchatería was dit weekeinde toevallig toe aan een kleine verbouwing, maar woensdag is Mendizabal, met ook nog een leuk terrasje aan de overkant, op een al even klein pleintje (Canonge Colom), gewoon weer open.

En het is inmiddels gewoon weer 20º in Barcelona, dus het échte seizoen is begonnen.

Volle zaal voor Nederlandse comedy

Toen ik schreef dat ik ‘m niet kende, stuurde een vriend van Endemol me deze video en zei me dat ik er toch echt moest naar gaan kijken. Henry van Loon heet de stand-up comedian die morgen (vrijdag) in Barcelona optreedt en straks, bij terugkomst in Nederland, kan bluffen dat-ie in de wereldstad toch mooi voor een volle zaal heeft opgetreden. Nou ja, zaaltje, in het Teatre Llantiol, in het hart van de Raval, waar de bezoekers daarna in de leuke Bar Raval nog een biertje kunnen doen. Anderen kenden die Van Loon blijkbaar wel en de Nederlandse kolonie in en rond Barcelona heeft alle beschikbare kaarten al gekocht, lees ik op Facebook van Comedy Lounge, die de komende maanden trouwens nog meer van die Nederlandse grappenmakers naar Barcelona gaat halen. Spanjaarden zullen er wel niet in de zaal zitten; onmogelijke taal, natuurlijk, dat Nederlands, en een voor Catalanen niet altijd begrijpelijke humor, zo ontdekken wij allemaal bijna dagelijks. Opvallend trouwens, dat steeds meer mannen van die toch Amsterdamse Comedy Train een Brabants accent hebben… Nóg moeilijker te verstaan voor de Spaanse partners die wél “un betje Neddelans” hebben geleerd.

De Amerikaanse vloot in Barcelona

Sinds 1987 heeft er geen Amerikaans oorlogsschip meer aangelegd in de haven van Barcelona, maar in de 36 jaar daarvóór was de Zesde Vloot een vaste bezoeker van de stad. Het was de roerige, ruige en rijke tijd van de Raval, waar de hoertjes hun handen vol hadden aan de honderden, soms duizenden marinemannen die per keer de stad overspoelden. De eerste kroeg  die ze steevast tegenkwamen, in het eerste zijstraatje (Arc de Teatre) onderaan de Rambla, was een bar waar ze zich vanwege de naam direkt thuisvoelden: Kentucky. Een toevalstreffer van de eigenaar, trouwens. Kort voordat de eerste schepen op 9 januari 1951 aanlegden had hij de naam, La Flor, in dit stevig Amerikaans klinkende woord veranderd, zonder te weten dat die Amerikanen, na een akkoord met generaal Franco, de haven mochten gebruiken.

Bar Kentucky bestaat nog steeds. Het is een échte nachttent geworden, één die alleen op donder-, vrij- en zaterdag vanaf 10 uur ’s avonds opengaat en pas sluit als de laatste gasten zijn verdwenen. Achterin staan twee stokoude jukeboxen, en achter de bar hangen tientallen foto’s die de Amerikaanse mariniers hebben achtergelaten, vooral van hun schepen. Foto’s die zwart zijn geworden door tientallen jaren zware rook. Prachtige relikwieën, net als de bandjes van de matrozenpetten waarop de namen van de verschillende fregatten en vliegdekschepen staan.

Toen dichter en antropoloog Xavier Theros die foto’s zag kwam hij op het idee een boek te maken over het beruchte verblijf van de Amerikaanse mariniers in Barcelona. Vandaag presenteerde hij het resultaat, La sisena flota a Barcelona,  met ook prachtige foto’s van toen maar vooral een overvloed aan anecdotes. Zoals deze: Barcelona was voor de Amerikanen niet alleen de goedkoopste stad, maar ook de haven waar zij het meest een geslachtsziekte opliepen. Zó goedkoop vonden zij de stad, dat ze de obers het geld uit hun pet lieten pakken dat zij dachten dat de consumpties hadden gekocht. Een ober van de Jamboree aan de Plaça Reial lukte het zo binnen twee jaar redelijk rijk met pensioen te gaan. Ook de Tequila ( die eveneens nog bestaat) aan de Carrer Escudellers was één van de favoriete kroegen van de Amerikanen. Daar waren de banken iets hoger dan gebruikelijk, omdat de stevige marinejongens groter waren dan de gemiddelde Spanjaard. En er stonden geen stoelen, opdat zij elkaar niet daarmee te lijf konden gaan.

Prachtige naam van een groep trouwens, in de jukebox: Earl & his Hoedowners. Jaren vijftig, uit Texas.

’n Biertje na het theater

Veel mooie dingen verdwijnen, zeggen de nostalgische geesten. Ik zal nooit de pizzeria Rivolta in de Raval vergeten, eentje waar ik bij elk bezoek in de jaren tachtig aan Barcelona wel eens kwam. Goedkoop, een soort rovershol, alternatief en bovendien heerlijke pizza’s. Het was, sinds de opening in 1977, één van de ontmoetingsplaatsen van de anarchistische beweging van Barcelona. Hij zat aan de carrer Hospital en als ik geluk had kon ik de auto, een blauwe Renault-9, soms op 30 meter in een klein steegje parkeren. Dat deed ik liever, in die tijd, dan de halve straat door te lopen, een gure buurt als je er om één uur ’s nachts uit de pizzeria kwam. Veel is er veranderd, sindsdien. Het gebouw bestaat niet eens meer, stond ongeveer op de plek waar nu de Rambla de Raval de straten Carme en Hospital ‘raakt’, een open ruimte nu. Soms mis ik Rivolta een beetje, ook al omdat hij ‘ineens’ was verdwenen, zonder tijd te geven om afscheid te nemen.

Maar er zijn dingen die de vooruitgang wel weerstaan. Bar Raval is er zo één. Niks bijzonders, eigenlijk, behalve de enorme flamenco-pop aan de ingang en het ontspannen sfeertje. Maar zo’n tent die, eenmaal ontdekt in de jaren tachtig, je blijft trekken, al is het maar heel sporadisch. Raval was, en is nog altijd, de plaats om na een avondje theater af te spreken en een biertje of glas wijn te pakken. Ook acteurs en regisseurs zelf komen er graag, als ze ergens in de buurt, of in één van de theaters aan de Parallel, hebben gespeeld. Oh ja, het adres: Doctor Dou, om de hoek bij het Macba…

File om 0.53 uur

Afgelopen week in Nederland weer eens kunnen ontdekken hoe eenvoudig kilometerslange file’s kunnen ontstaan: een paar regendruppels, een kleine kop-staart botsing op de A-2 bij Maarssen, één rijbaan gesperd en een file tot Abcoude; moet meer dan 20 kilometer zijn geweest. Even verderop, hetzelfde op de A-9 bij Amstelveen; 10 kilometer. Gelukkig reed ik aan de overkant en was ik redelijk snel op Schiphol.

Maar ik mag niet meer zeiken over Nederland. Schrijf je een keer dat het in Rotterdam om negen uur ’s avonds wel érg leeg en eenzaam is, krijg je allemaal bewijzen dat het op andere plaatsen in het land wél een levendige maandagavond was. Toch, zoals gisteren in Barcelona heb ik het in Nederland nooit gezien. Het was niet eens zo’n zwoele avond, hoewel de thermometer 23º aangaf, en op de Moll de la Fusta, langs de oude haven, stond van de kruising met Laietana tot Colon één lange rij zwijgende auto’s. Het was, zo bewijst de foto, even voor één uur ’s nachts.

Waar ze allemaal heen gingen of vandaan kwamen? Geen idee. Misschien kwamen ze van het grote feest dat 36 uur lang op de Parallel is gevierd, de oude theaterboulevard van Barcelona die veel van zijn charme van vroeger heeft verloren; het feest was bedoeld om de straat en zijn bewoners weer wat zelfvertrouwen te geven.

Of misschien gingen de automobilisten naar één van de feestjes op het strand van Barceloneta. Wij waren er op de gezamenlijke verjaardag van Karin, Josefina en Naomi. Een soort botellón van twintigers, dertigers en veertigers (wordt wel een beetje erg zo, één van de oudsten op de party te zijn) en zo te zien waren wij niet de enigen. Het strand blijkt een geliefde plek een biertje of wijntje open te trekken en zelfs wat te eten, ook ver nadat de zon is ondergegaan. Nu moet het alleen nog écht warm worden, ook ’s nachts.

Trouwens, niets zo lekker om na middernacht op je fiets door de Barceloneta, over die Moll de la Fusta en door een enorm levendig Raval te rijden…

Danone werd geboren in de Raval

FRANCE-RETAIL-FOOD-DANONE

De koperen herdenkingsplaat naast de de voordeur van nummer 16 van de Carrer dels Angels, in de wijk Raval schuin tegenover de verblindend witte gevel van het Macba, is verdwenen. In 1994 kwam Daniel Carasso naar Barcelona om de plaat samen met de burgemeester te onthullen: “In dit gebouw fabriceerde Isaac Carasso de eerste Danone-yoghurt van de wereld.” Daniel was erbij, vertelde hij. Hij was toen 14 jaar, herinnerde zich een laboratorium vol grote flessen melk en veel rook. Daniel overleed deze week in Parijs. Hij werd 103 jaar.

danoneDanone is officieel een Franse gigant in de voedingsmiddelenindustrie. Nummer één van de wereld in verse melkproducten. Maar zijn wortels liggen op de benedenverdieping van dat oude Barcelonese huis uit 1878. De Carasso’s waren joden die in de vijftiende eeuw door de Reyes Católicos uit Spanje waren verdreven. Isaac Carasso keerde vier eeuwen later vanuit Thessaloniki in Barcelona terug en ging daar de yoghurt produceren die hij op een reis in Bulgarije had ontdekt. In West-Europa bestond het goedje nog niet.

Nobelprijs-winnaar Ilia Metchnikoff van het Pasteur Instituut uit Parijs hielp hem te bewijzen dat twee bacterieën uit gefermenteerde melk een heilzame werking in maag en darmen hadden. Toen Carasso in 1919 het eerste potje yoghurt produceerde werd het door artsen aanbevolen en slechts in apotheken in Barcelona verkocht. De merknaam die hij ervoor verzon kwam van het verkleinwoord van de naam van zijn zoon: Danon.

Isaac stuurde Daniel vervolgens naar Marseille en Parijs om te studeren. In de Franse hoofdstad richtte Daniel op 25-jarige leeftijd de Société Parisienne du Yoghourt Danone op, wat later het moederbedrijf zou worden.