Even op de fiets door Patagonië. Dat klinkt veel stoerder dan het was, trouwens. Op de fiets door Patagonië; ik zou wel willen. Moet denken aan het reisverhaal van een Nederlandse motorrijder die van Alaska tot Patagonië reed; er schijnen er dat wel meer hebben gedaan. Maar het lopen door Buenos Aires zat besloot ik bij aankomst aan de voet van de Andes, ergens op de 41ste breedtegraad, dieper dan Sydney en Kaapstad, een mountainbike te huren en de natuur op die manier te ontdekken, de zon in te kijken en stof te happen in wat nog het meest groene deel van het verder totaal onherbergzame Patagonië is.
(Ook Buenos Aires probeert steeds meer de fiets te promoten als vervoermiddel; er zijn fietspaden aangelegd en overal hangen posters om dankzij die fiets ‘goede luchten’ te creëren (voor de niet-Spaanstaligen: de letterlijk betekenis van Buenos Aires).)
Een zuivere lucht heb je daar wel, op de grens van Argentinië en Chili, ver weg van alle drukte. Plaatsen waar je ontdekt dat onze Europese afstanden, en laat staan de Nederlandse, helemaal niets voorstellen. Waar je twee uur over land kan vliegen zonder ook maar één stadje of dorp te zien. Geen leven, nergens. Er wonen in Argentinië slechts 40 miljoen mensen; het is in oppervlakte het achtste land van de wereld, bijna 66 keer zo groot als Nederland. Dat is leegte, échte leegte.






Vroeger, dat is tot 1993, was de snelweg met tunnels tussen Sitges en BCN er nog niet. Toen ging ál het verkeer over dit onlangs opgeknapte kustweggetje met zijn, ongeveer, 105 bochten. In stille nachten zonder verkeer, op de weg terug naar huis en met werkelijk alle bochten in het hoofd geprent, kon je er 11 minuten over doen; door de tunnels is 8 minuten, dus zoveel scheelt het ook niet. Maar ze zijn wel wat veiliger, die tunnels, en met een Teletac (een soort abonnement, je tocht langs de peperdure tol wordt automatisch afgeschreven, voor iets meer dan de helft van de prijs) hoef je ook nooit in de rij voor een tolhokje te gaan staan.
Mijn bewondering is daarom ook groot voor de 20 cardiologen die ik vorige week opzocht op hun laatste dag van een tocht van Maastricht naar Barcelona (waar een cardiologencongres begon), 1.600 kilometer in 8 dagen, soms met een etappe van 250 kilometer. Niet misselijk, al probeerden ze zo weinig mogelijk ‘hoogtemeters’ te maken en reden ze, bijvoorbeeld, door het Rhone-dal in plaats van de Ardèche (en waren ze onder de indruk van de weg hiernaast, de betoverende bochten tussen Sant Feliu de Guíxols en Tossa de Mar). Maar deze tocht, elke dag met zo’n 28 tot 30 km/u de lange tocht afleggen die wij vroeger in de auto al vermoeiend vonden vergt meer dan alleen een goed werkend hart. Ze deden het voor
Trouwens, een leuk boekje over zo’n fietstocht lezen? Collega Dirk-Jan Roeleven schreef er één, 

Vanmiddag een interview met Johan Cruijff gehad, voor het Audi-magazine. Behalve die ene prachtige Citroën-Maserati waar Cruijff ooit als jonge speler mee reed, ken ik hem alleen van zijn Mercedes-stationwagen, zijn halve leven lang. Maar in Nederland heeft hij een Audi staan, zegt hij.