Tagarchief: motor

De meeste doden waren weer motorrijders

Hier rijd ik, rondjes draaiend op een Honda 650, wat niet zo makkelijk is als het lijkt als je al bijna 30 jaar niet meer op de motor hebt gezeten. Maar ook voor de andere deelnemers aan de cursus, mannen die wél regelmatig rijden, waren sommige proeven der bekwaamheid niet eenvoudig te volbrengen. Het bleek het aardige te zijn van de eendaagse cursus ‘veilig rijden’ die we kregen op het terrein van Honda, in Santa Perpètua de Mogoda, een industrieel voorstadje van Barcelona: veel mensen blijken al jaren ‘verkeerd’ te rijden op de motor en werden daarop voortdurend gecorrigeerd. De meest voorkomende fout: motorrijders kijken niet ver genoeg vooruit, dus niet naar het einde van een bocht maar slechts naar het begin ervan… Te veel het hoofd omlaag, in plaats van trots omhoog.

Zo’n bijspijkercursus (85 euro, geloof ik) is hard nodig, voor velen. Misschien óók voor de vele Nederlanders die in Barcelona wonen en hebben ontdekt dat de motor of scooter de gemakkelijkste, snelste en meest comfortabele manier van verplaatsen is in de miljoenenstad (ikzelf hou het bij de fiets). De cijfers van het aantal verkeersslachtoffers in de stad in 2010 zeggen weer genoeg: 39 doden vielen er – de meeste op de kruisingen in de Eixample, waar velen te snel optrekken (met het stoplicht nog op rood) terwijl anderen te laat remmen (oranje of ook al rood) – en 17 daarvan waren motorrijders, terwijl er twee als ‘pakketje’ achterop zaten. Zestien voetgangers werden dodelijk aangereden, slechts vier doden waren automobilisten. Fietsers, niet één.

Terwijl op het wegennet buiten de steden het aantal doden drastisch is gedaald, blijft het in de straten van Barcelona al jaren op ongeveer dezelfde hoogte. Een groot aandeel daarin hebben de ‘nieuwelingen’ op scooters van 125cc, mannen en vrouwen die hun autorijbewijs hadden en, als ze minstens drie jaar auto hebben gereden, sinds 2005 zonder examen of wat dan ook op zo’n motor/scooter tot 125cc mogen gaan rijden, zonder te beseffen dat ze ineens veel kwetsbaarder zijn.

Met hun massale komst – parkeren met de auto is steeds moeilijker, die laten ze dus thuis of verkopen ze – is het aantal motorrijders in Barcelona alleen maar gegroeid. Hoewel in absolute aantallen Rome het Vespa-paradijs is, is Barcelona de Europese stad met relatief gezien de meeste motoren/scooters: 173 per 1.000 inwoners. Tja, en dan gaat er wel eens wat fout. Ik vind het altijd weer hartverscheurend, zo’n gevelde motorrijder op het wegdek van een kruising in de Eixample te zien liggen, in afwachting van een ambulance. De jongen op de foto, één van twee broers op dezelfde motor, overleefde het niet.

Motoren en het knipperende stoplicht

motos ©Ricard Cugat

Een stukje statistieken, altijd leuk. De RACC (de Catalaanse ANWB zeg maar) presenteerde vandaag zijn studie naar motorongelukken in Barcelona. Ik heb er al eens terloops over geschreven, de enorme populariteitvan de motoren in Barcelona. Het is met Rome de Europese stad waar de motorische tweewieler het meest aanwezig is, mede beïnvloed natuurlijk door het weer: écht koud hebben de motorrijders het bijna nooit en de kans om nat te worden is ook niet groot.

Die studie dus, met heel wat cijfers. De belangrijkste, even kort: in Barcelona zelf staan 266.000 brommers, scooters en motoren geregistreerd (liefst 193.000 daarvan tót 125cc) en er rijden ook nog eens 55.000 van de omringende steden door de metropool, samen goed dus voor 321.000 brommers en motoren.motos2 (Dat het moeilijk is die netjes te parkeren, daar gaat de studie verder niet over.) Liefst 48% van al die motorrijders heeft trouwens meer dan 10 jaar ervaring. Degene met de minste ervaring zitten in een vrij nieuwe groep van bestuurders van moderne scooters van 125cc; sinds vier jaar mag je daarop rijden met een B-rijbewijs, mits je al twee jaar ervaring met de auto hebt. Maar door hun onervarenheid met de tweewieler, waarop ze dus nooit een examen hebben hoeven afleggen, is dát de groep die relatief gezien het meest bij ongelukken is betrokken.

Over die ongelukken. Iedereen in Barcelona weet allang hoe de meeste daarvan ontstaan (en bijna allemaal in de Eixample): de motorrijders, altijd op de eerste rij, zien het groene voetgangerslicht knipperen – teken dat het bijna op rood springt – en trekken vast op. Maar van links of rechts komt op vrij hoge snelheid een auto die nog even door oranje rijdt (dat is gesynchroniseerd met het flikkerende voetgangerslicht). Boem, gewonde, dode, brommer of motor helemaal in de vernieling, bestuurder automobiel ongedeerd.

motos4 ©DannyCaminal

In 2007 vielen er in totaal 7.769 gewonden en doden onder motorrijders en passagiers in Barcelona, en ‘slechts’ 3.289 onder automobilisten en hun passagiers. Vorig jaar vielen er 30 doden onder de motorrijders. Een stuk of zes kruisingen zijn het gevaarlijkst, waarvan drie op de Diagonal en de rest op Aragó en de Gran Vía, niet toevallig de drie belangrijkste verkeersaders die door de stad lopen. Dat door rood licht rijden is daar één van de meest voorkomende oorzaken, maar ook geven motorrijders vaak geen richting aan en wisselen ze voortdurend van baan zonder achterom te kijken (of in de spiegel); vanuit de auto zie je ze allemaal zigzaggend aankomen en voorbijracen. Vanzelfsprekend hebben auto’s ook vaak schuld aan die ongevallen, maar de motorrijder komt er altijd het slechtst van af.

honda550cbIk zou graag, na 25 jaar, weer motorrijden, had als 17-jarige met proefrijbewijs al een toen stevige Honda 550. Maar deze cijfers overtuigen je ervan dat in Barcelona in ieder geval niet te doen. Ook de fiets is een kwetsbare tweewieler, maar je gaat er niet zo hard mee en valt dus ook minder hard. Bovendien kun je beter en sneller reageren. 

 

De eenzame fietser

motos

Het station van Sitges, vanmorgen. Zo’n dorp is uitstekend om alles op de fiets te doen. Naar school, naar het werk, naar de winkel of naar het station. Maar kijk je naar de straat voor de middelbare scholen, dan zie je hetzelfde beeld als hier op het station: een zee van motoren, scooters en brommers. Links, tegen de lantaarnpaal, mijn eenzame en belaagde fiets.

Ook al is het gebruik in Barcelona explosief gestegen, ook al winnen de Spanjaarden de Tour de France, fietsen zit hier niet in de dagelijkse cultuur. Elk jochie vraagt op zijn veertiende om een brommer om naar school te gaan of ’s avonds met zijn vriendjes af te spreken. (Ze willen die minimumleeftijd naar 16 verhogen, trouwens.) Op de fiets naar school, dat is voor losers. Herrie moet je maken als je aankomt, dus er moet ook nog een andere uitlaat op dat 50cc-kreng.

De macht van de motoren is zo groot dat ze alle vrijheid krijgen; in Barcelona, waar er nóg meer schijnen te rijden dan in Rome, parkeren ze waar ze maar willen, vooral breeduit op de stoep, want het zijn er zoveel dat er geen controle op uit te oefenen is. Volgens de laatste cijfers heeft de stad 193.000 motoren en 93.000 brommers (tegenover 608.000 auto’s) en die tweewielers hebben niet genoeg parkeerplaatsen.

Helaas bezetten ze ook volledig het kleine stationpleintje van Sitges, waar liefst één fietsrek staat, met plaats voor vier rijwielen. Nee, dán mijn Utrecht:

utrecht