Tagarchief: muziek

Muzikanten in de trein

Soms zijn ze een terreur, op de dagelijkse tocht in de trein (die trouwens steeds modernere treinstellen heeft, en dat met 21 euro voor een 10-rittenkaart voor mijn 45 km/3 zones; dat zijn 3 ritjes A’dam-Utrecht met de NS à €6,70…): de muzikanten. Ik weet niet hoe ik het doe, maar één tref ik er altijd, mijn persoonlijke Gheorghe Zamfir. Hij speelt niet alleen op zo’n panfluit en is vrijwel zeker een Roemeen, hij líjkt ook op die illustere voorganger die ons in de jaren zevntig het hoofd met zoetsappige melodietjes volblies. Zou deze treinfluiter een aan lager wal geraakte Zamfir zijn?

Meestal zit ik met mijn iPod op en haal ik een stevige hit van Muse of de Stones tevoorschijn om die muzikanten niet te horen. Maar vorige week, op een rustige tijd in een zeer lege trein, deed ik de oortelefoontjes direct uit toen ik de eerste tonen van drie tot dan onbekende jonge onbekende muzikanten hoorde. Vriendelijk gingen ze vlak voor me zitten, Patricio op de gitaar, Gonzalo op de dwarsfluit en Raúl met de cajón, de ‘percussiekist’ die in de flamenco wordt gebruikt. Ze speelden geen troep, zoals gebruikelijk is in de trein, en hun kwaliteiten stonden voor mijn verder ongeoefende oor buiten kijf, maar wat me pakte waren de herkenbare tonen van de die door de coupé sijpelden. Ik heb al eens eerder over mijn passie dat prachtige nummer, ooit samen door Paco de Lucía, Al di Meola en John McLaughlin geschreven: bekijk en beluister hier enkele video’s.

Ze traden in de trein op (iédereen gaf hen geld trouwens, kwaiteit loont), zeiden de drie me (de drie jongens, niet Paco, Al en John) omdat ze op straat steeds meer werden vervolgd. Door nieuwe regels van de gemeente Barcelona mag je niet zomaar overal muziek maken, anders worden je instrumenten in beslag genomen. Dat heeft tot enige opluchting geleid tijdens etentjes op terrassen bij het strand, waar nu niet meer elke tien minuten een andere zogenaamde muzikant voor je staat. Maar van mij mogen ze sommigen altijd en overal laten spelen.

A brief encounter

Zij duurde nog geen halve minuut, de ontmoeting. Deze man, ik ken zijn naam niet eens, zat met drie andere kerels op leeftijd wat te pingelen op een terras in New Orleans. Ik zat, na een dag van zes uur in de auto en enkele uren extra in een gore havenstad die naar petroleum stonk, aan een verdiend biertje te nippen. Hij kwam wat geld ophalen, ik zat half in de zon, boven de 30º, een boek te lezen. Wat ik las, vroeg hij, nadat ik hem twee dollar had gegeven. Het is Nederlands, zei ik; ging hem maar niet zeggen dat de schrijver Thomas Verbogt heet. En toen kwam die piepkleine wereld waarin we leven weer om de hoek kijken.

-Ik ben vaak in Veenendaal geweest- zei hij, in het Engels natuurlijk.

-Da’s dicht bij mijn Utrecht- antwoordde ik.

-Ik repareerde Steinberg piano’s. Bij Ron Bole. Be o el ie.

Goed gehoord, Steinberg, die bestaan ook. Geen Steinway. Dat Bole had-ie fout. Blijkt Ron Bol te zijn, de man met de grootste pianowinkel van Europa.

-Jullie Nederlanders… Ik kwam er tegen die wel vijf talen spraken.

-Ja…

-Spreek jij ook vijf talen?

-Zes.

Oh my god. En dan ik met alleen mijn Engels.

Maar toen kwam hij met de allerbeste. Hij tikte op zijn saxofoon, prachtinstrument.

-Maar ík spreek deze taal- zei hij.

Tja. Die had ik ook zo graag willen spreken. Die van de sax, de muziek. Universeel.

De zondagmiddagwals

Zondag, 18 uur, Portal de l’Angel, van maandag tot en met zaterdag de drukste winkelstraat van Barcelona. Hugo staat al klaar, zoals op elke zondagmiddag om deze tijd (hier hebben we het tot acht uur over ‘middag’, geheel in de stijl van het levensritme en de andere indeling van de dag), met zijn opgenomen muziek én een gitaar. Het was eindelijk weer eens een mooie zondagmiddag, met een ondergaande zon die over de majestueuze Passeig de Gràcia te zien was, door de takken van de ontbladerde bomen heen.

Een tiental stellen komt trouw bijeen op de grootste dansvloer van Barcelona; soms komen er nieuwe paren bij, anderen komen ineens niet meer terug. Dood? Ze zijn niet de jongsten meer, hebben waarschijnlijk geen zin meer in een ouderwetse danssalon, waar nog altijd genoeg middagen en avonden voor de gepensioneerden worden georganiseerd. Dit is op straat, en voor de ogen van nieuwsgierige passanten rijgen zij de ene na de andere wals aaneen. Onder Franco mochten ze dit nooit doen, natuurlijk.

 De specialiteit van Hugo, een Argentijnse straatmuzikant, is de Creoolse wals: een afleiding van de Europese wals die door de Spanjaarden tijdens hun verovering van Latijns Amerika daar werd geïmporteerd. De wals bleef slechts in Peru hangen, en heet nu Peruaanse of Creoolse wals.

Zondagmiddag, 18 uur, hartje Barcelona. Het is gezellig druk in de stad, die nooit uitgestorven lijkt. Zélfs niet op zondagmiddag…

Kurt Cobain in Sitges

p1010438

Mag ik natuurlijk nooit van ‘m zeggen, wat in de kop hierboven staat, en het klopt ook niet, maar het was nou eenmaal de sfeer die ontstond, althans in mijn hoofd, een niet zo late zaterdagavond in Sitges. Zo’n avond vol toeval, of juist niet? We liepen langs de talloze overvolle barretjes in Sitges om even wat de drinken en stonden ineens voor Il Piacere, een diepe bar met een ouderwets podium waar je vrijwel elke vrijdag- en zaterdagavond naar live muziek kunt luisteren. Sandor, stond er op het aanplakbiljet, en dat kan er in en rond Sitges maar één zijn. Haarlemmer, ook al 20 jaar in en rond Sitges, behalve een kort uitstapje naar Thailand waar hij duikend op zee de tsunami oveleefde en bijna alles behalve zijn leven verloor. Muzikant en componist. Daar zat-ie, zijn wilde haren al lang kwijt, met zijn gitaar, zijn eigen liedjes en enkele covers zingend.

p1010435De roodpaarse kleur in de zaal, de sfeer, het gevarieerde publiek, van kleine kinderen tot toevallige buitenlandse passanten, van vrienden van de artiest tot modieuze lokale bevolking, zijn iets rauwe stem en die akoestische gitaar. Natuurlijk was het Cobain niet tijdens dat historische MTV-Unplugged-optreden, en heeft Sandor geen enkele reden de passen van de Nirvana-legende te volgen, maar het was meer dan voldoende om bijna twee uur lang even ergens anders te zijn.

Buiten, op de stille straat, kon je de klanken van binnenuit een beetje horen. Geen buur klaagde over overlast. Dit hoort er gewoon bij, in een dorp dat iets meer is dan alleen 25.000 inwoners, een badplaatsje dat ruimte heeft voor andere, mooie dingen van het leven. Muziek, maestro. We hadden ook de avond ervoor moeten komen, zei de eigenaar ons, een grijzende Italiaan. Toen was er een band die de zaal op zijn kop zette. Maar ze komen nog wel eens terug, net als Sandor. Net als wij.

Het feest gaat door

carnaval2

Eerste van de twee grote optochten door Sitges. Een koele, maar onbewolkte zondagavond, tienduizenden mensen rondom een steeds beter beveiligde route door het hele dorp. Elke praalwagen doet er zo’n vier uur over om de nog geen drie kilometer af te leggen en enkele jaren geleden leidde dat nogal eens tot problemen op het laatste deel van het sambodromo. De laatste wagens, vertrokken ver na middernacht, kwamen rond een uur of vier, vijf door de straat met de meeste kroegen, waar de dronkenschap inmiddels massaal had toegeslagen en de billen en borsten van de schaars geklede danseressen, carnaval4vaak gewone huismoeders van een jaar of 40, 50 en zelfs oma’s van 60 en 70, voortdurend werden betast. De vrouwen waren het zat, de gemeente zette hoge dranghekken neer en de politie stuurde tientallen extra manschappen.

Het nam het plezier op de eerste zondagavond niet weg. Was een gezelliger avond dan je als niet-carnavalvierder kunt verwachten. Veel discomuziek, heel veel dans en meer of minder geslaagde verkleedpartijen. Dinsdagavond is de tocht opnieuw, de Rua del Extermini, het rien non va plus, het gekkenhuis voordat op woensdag het carnaval wordt afgesloten en het vasten begint… Historisch: de treinen van een uur of vijf, zes ’s morgens van Sitges naar Barcelona, met de restanten van verklede mensen erin.