Het zal wel aan mijn opvoeding gelegen hebben, of aan de andere tijden die het toen waren, of aan een vader die altijd veel meer van bier dan van wijn heeft gehouden, maar ik kan me niet herinneren dat er vroeger ooit om kwart voor zes bij de gekookte aardappelen met draadjesvlees en bloemkool een fles wijn op tafel kwam. Ik bedoel: dertig, veertig jaar terug dronken we in Nederland nauwelijks wijn. Anders was het in Spanje: in de jaren zeventig dronken ze hier zeventig liter per persoon per jaar. Niet altijd even goede wijn -pas de laatste 15 jaar zijn er veel prestigieuze DO’s (denominación de origen) bijgekomen-, maar dat wijntje (met gazeuse er doorheen als de tafelwijn wel een erg stevig bocht was) hoorde er gewoon altijd bij.
Schrikbarend zijn dan ook de allerlaatste statistieken: dronk Spanje in 2000 nog slechts 35 liter wijn per persoon per jaar, afgelopen jaar is dat nóg eens met de helft gedaald en zitten ze op slechts 16 à 17 liter. In Europa drinken slechts de Noren minder, waarschijnlijk omdat het daar zo peperduur is (de wijn schenken ze er trouwens meestal uit vijf liter-pakken, en daar zitten goede bodega’s bij). Ter vergelijking: in 2009 dronk de Nederlander gemiddeld 21,7 liter. Weg dus met de mythe van nog geen tien jaar geleden: toen vertelden de Nederlandse Barça-voetballers Frank de Boer, Cocu en Koeman me dat zij in Spanje wijn hadden leren drinken, dat ze dat thuis in Nederland nooit hadden gedaan.
De cijfers zijn extra zuur voor Spanje omdat het na Frankrijk en Italië het derde wijn producerende land van Europa is. En als je landgenoten al niet eens die wijn meer drinken, hoe raak je al die flessen dan kwijt op een steeds meer versplinterde internationale markt? Eén van de verklaringen voor die enorme teruggang is het gegroeide aantal alcoholcontroles in het verkeer. Vroeger bestonden die niet eens en toen reden, mede door die alcohol, meer dan 6.000 Spanjaarden per jaar zich dood. Nu is iedereen doodsbang voor die controles, is het aantal verkeersdoden naar minder dan 1.900 gedaald (in 2010) en komt er bij de lunch en het diner in restaurants en bij vrienden steeds minder wijn op tafel.
Ik zit trouwens, vrees ik, dik boven het gemiddelde van de jaarlijkse wijnconsumptie, zowel voor Spanjaarden als voor Nederlanders…




Syrah-wijnen in Spanje vinden is overigens niet zo eenvoudig; hij wordt pas sinds enkele jaren geplant. Bij een wijnboer hier in Sitges heb ik nou een paar bodega’s uit de Montsant-streek gevonden die die druif gebruiken en er heerlijke, maar geen goedkope wijnen van brouwen: hun prijs ligt tussen de 9 en 18 euro. En dat terwijl de Montsant eigenlijk iets goedkopere varianten biedt van de D.O. (Denominación de Origen) die ernaast ligt, of eigenlijk overlappen ze elkaar gewoon: de Priorat. De bijzondere wijnen uit deze laatste streek, waar ook beroemdheden als Gerard Depardieu eens een wijngaard zijn begonnen, doen het met hun kleine, exclusieve produkties goed in de meest luxueuze restaurants ter wereld.

andere landen. In de eerste plaats de overige klassieke wijnproducenten, Italië en Spanje. Ondanks een sterke terugval in crisis-2008, bleef Italië vorig jaar met 17,2 miljoen hectoliter de grootste exporteur. Opvallend is dat Spanje, dat wél een lichte vooruitgang boekte, voor het eerst Frankrijk voorbij streefde: met 16,5 miljoen hectoliter tegen 13,6 miljoen. Gezamenlijk hebben de drie landen trouwens nog altijd 53% van de totale exportmarkt in handen.
het land had, net als de Europese buren, wel last van minder goed weer en een, in kwantiteit, veel mindere oogst: met 4,6 miljoen hectoliter minder produceerde Frankrijk het minst sinds 1991.