Tagarchief: priorat

Een plezierig terras op een onbestaand plein

latertulia

Omdat ik me, met het afstaan van mijn Otxoa-drama aan de door de ambassade uitgegeven bundel met wielerverhalen (Mi querida bicicleta, Mijn geliefde fiets) zo ‘voor het Koninkrijk’ had ingezet kreeg ik een uitnodiging, in naam van dat Koninkrijk, dus Beatrix, voor een diner. Ik mocht de plaats uitkiezen en kwam, bijna per toeval, na twee jaar weer eens terecht bij La Tertulia, één van de leukste en minst bekende terrasjes van de stad. (Een tertulia is een soort rondetafel-gesprek over van alles en nog wat, populair op de Spaanse radio’s.)

Ik ontdekte het enkele jaren geleden, toen ik voor El Periódico een zomerse serie over de geschiedenis van de terrasjes in de stad maakte. De meeste die ik beschreef, van kleine café’s tot luxe restaurants, kende ik vooraf niet, dus was ’t ook voor mij een plezante ontdekkingstocht. En iedereen heeft een verhaal, ook de eigenaars van een terras. Dit is van een dame die één van de beroemdste arrocerías van de stad heeft, Xátiva, naar een paella-dorp onder Valencia. La Tertulia ligt op een pleintje, plaça del Carmen, dat eigenlijk geen pleintje is, maar een stokoude kruising bij de Colonia Castells, een tot verdwijnen gedoemde textielkolonie met arbeidershuisjes in de wijk Les Corts.

Alles is hier authentiek, de rust is aangenaam, de afwezigheid van toeristen een voordeel en het eten voortreffelijk. De diplomatieke disgenoot ging voor zeeëgels en een solomillo die er mals uitzag, ik voor een tempura van groenten met romesco– saus en een overheerlijke rodaballo a la sal, een tarbot die in een dikke laag van twee kilo grof zout de oven in ging. Zachter kun je witte vis niet bereiden. De rode wijn was een Mas Perinet uit de Priorat (hij is er ook van de Montsant), een bodega van, onder anderen, zanger Joan Manuel Serrat.

Welke Spaanse wijn?

marzo2008-terra-alta1

Een vervolg op de vorige post. Nu geen cijfers, maar smaken, want daar gaat het bij wijn toch om. Al zijn die smaken natuurlijk weer heel persoonlijk. Bij deze dan, die van mij, een kleine selectie van mijn voorkeuren. Ik zal het niet over concrete bodega’s hebben, want dan blijkt het weer onmogelijk die ergens te kopen, noch in een Nederlandse slijterij noch in een Spaanse supermarkt.

Waarom Spaanse wijn? Tja, als je hier woont is de keus enorm, zie je nog altijd weinig flessen uit andere landen voorbij komen en kun je binnen die uitgebreide keus genoeg goed materiaal vinden. Nou blijkt mijn smaak, ontdekte ik veel later, grensoverschreidend. Toen ik voor de krant jarenlang de Tour de France versloeg ging er ’s avonds, na een lange dag werken, natuurlijk altijd een flesje rode wijn open. Maar collega Sergi en ik wilden de krant niet al te veel op kosten jagen, dus een Bourgogne zat er bijna nooit in. Zo ontdekten we, in een heel goede prijs-kwaliteit verhouding, de Crôzes-Hermitage uit de Rhône-streek. Moet ik eerlijk bekennen dat ik toen niet eens naar de druif keek, maar later kwam ik er dus achter dat die van dezelfde druif is gemaakt die ik altijd al lekker heb gevonden, de syrah-shiraz.

poda-penedes-pere-diciembre3Syrah-wijnen in Spanje vinden is overigens niet zo eenvoudig; hij wordt pas sinds enkele jaren geplant. Bij een wijnboer hier in Sitges heb ik nou een paar bodega’s uit de Montsant-streek gevonden die die druif gebruiken en er heerlijke, maar geen goedkope wijnen van brouwen: hun prijs ligt tussen de 9 en 18 euro. En dat terwijl de Montsant eigenlijk iets goedkopere varianten biedt van de D.O. (Denominación de Origen) die ernaast ligt, of eigenlijk overlappen ze elkaar gewoon: de Priorat. De bijzondere wijnen uit deze laatste streek, waar ook beroemdheden als Gerard Depardieu eens een wijngaard zijn begonnen, doen het met hun kleine, exclusieve produkties goed in de meest luxueuze restaurants ter wereld.

Een andere favoriet van me is de D.O. Costers del Segre, aan de oevers van de rivier Segre. Hier in Catalonië is de Raimat de beroemdste wijnboer uit die streek dichtbij Lleida, waar ook een groot deel van de olijfteelt plaatsvindt. Ietsje verder weg was de Toro, bij Valladolid, een grote ontdekking van een jaar of tien geleden. Laatst in het voortreffelijke Vinya-roel, een wijnrestaurant in Barcelona, met enkele Hollandse heren die héél veel van wijn weten – één ervan is, heel dom, weer in Nederland gaan werken om daar de topsport in goede banen te leiden –  een magnum-fles Toro opengetrokken. Wil je je bij de overbekende Rioja houden, dan breng ik de tip van de fotograaf over met wie ik ook die Tour altijd deed: je hebt drie soorten Rioja’s, de Rioja Alta, Rioja Baja en Rioja Alavesa. Die laatste is, naar zijn en ook mijn smaak, meestal de lekkerste. (Staat het op het etiket niet aangegeven, meestal komt de bodega uit de plaats Laguardia.)

En bij de witte wijn heb ik het al vaak over mijn favoriet, de albariño uit de Rías Baixas gehad, hoewel in het verre zuiden, aan de Costa del Sol, de eenvoudige Barbadillo uit Cadiz bij gefrituurde tapa’s ook een belevenis is. Rueda is, door een veel steviger smaak, de witte wijn die in het buitenland erg in de mode is, maar mijn vriend Jaap, die nooit rood drinkt, zweert bij de witte wijn uit de Costa Brava (de Empordà), van het kasteel van Perallada.

Onbekende wijn

 

ribeira-sacra1

Heb al veel, heel veel Spaanse wijnen gedronken. Maar deze kende ik nog niet. Galicië is voor mij vooral de albariño, de delicate witte wijn die het best smaakt in de haven van La Coruña of in een restaurant bij Finisterre (letterlijk: Finaes Terrea, het einde van de wereld) bij een bord inktvis, pulpo a la gallega. In het hart van het land, ver van de kust, aan de oevers van de rivieren Miño en Sil, liggen de terrassen van de Ribeira Sacra, de heilige wijngrond die pas in de laatste 10, 15 jaar echt populair is geworden.

De produktie is er moeizaam en kostbaar, het gelaagde terrein staat geen machines toe: alles gebeurt handmatig. We waren op bezoek bij Adega da Cova, met zijn vijftig jaar één van de oudste bodega’s van de Ribeira Sacra. Ze maken daar vooral een jonge, maar volle rode wijn, 13 procent alcohol van de mencia-druiven. Later bij het eten van de grote lap vlees in het naburige Monforte de Lemos natuurlijk een fles besteld: hij smaakte uitstekend.

Deze bodega produceert maar 300.000 flessen per oogstjaar. De voorraad is snel op, zei José Manuel Moure, de zoon van de oprichter. Nu willen ze wat meer gaan exporteren, dus houd het in de gaten: er is veel meer dan de Rioja, Penedés, Ribera de Duero of Priorat. En de streek, op de foto nog verstopt onder de ochtendmist, is ook nog eens prachtig.