Tagarchief: strand

In de rij voor een plekje in de hemel

Het is nog lang geen weer om op het strand te liggen; sterker, de lente begon met, weer, een nat weekeinde. Miezerige dagen waarop de Barcelonezen de immense lobby van het nieuwe Hotel W hebben ontdekt. Dus toch maar eens gaan kijken, ook al vind ik het niet gepast dat een dergelijk hotel op het strand, bijna in het water is gebouwd, terwijl in de rest van Spanje huizen en appartementen worden gesloopt die ooit te dicht aan de kust zijn neergezet.

De lobby, de bar, was op een luie zondagmiddag rond vijf uur helemaal afgeladen, en dat ondanks het feit dat je er ook 5-sterrenprijzen voor een glaasje wijn of een kopje thee betaalt. Mag de vreugde van veel mensen niet drukken, blijkt.

Architectonisch – ontworpen door Ricardo Bofill – en qua design mag het hotel van de Starwood-keten er zijn. En dan zijn we nog niet boven geweest, in de Eclipse-bar op de bovenste verdieping, die elk weekeinde the place to be is en daarmee de lobby van Hotel Omm een beetje lijkt te hebben verdreven. De bar gaat om zeven uur ’s avonds open en tegen middernacht staat er soms een enorme rij casual geklede mensen voor de lift te wachten op hun beurt om naar de hemel te mogen. Mooi ook, het contrast met de oude, verlaten havengebouwen aan het begin van de vroegere pier.

Trouwens, wil je in het Nederlands worden aangesproken? Natasja en stagiaire Naima aan de welcome-desk doen dat graag. En als je erg belangrijk bent, of een BN-er, dan kun je misschien rechtstreeks bij de directeur terecht, Richard Brekelmans, een Nederlander die jarenlang het Le Meridien aan een zijstraat van de Rambla leidde.

Nu nog wachten op het mooie weer, want sinds het in het najaar opende, hebben de soms beroemde gasten van Hotel W zich op het terras of de enorme explanade nog nauwelijks in de zon kunnen baden.

Een zwembad verstopt tussen de huizen

piscina1

De Eixample. In een vorige post erover had ik het over de ‘oudste’ kruising in deze zo karakteristieke wijk. Op die kruising stond ooit, meer dan een eeuw geleden, een fonteintje, want precies eronder was een groot natuurlijk waterdepot. torre aiguesDat bestaat nog steeds (dat depot, niet het fonteintje) en achter één van de aangrenzende huizenblokken staat ook nog een heuse watertoren.

Enkele jaren geleden besloot de gemeente de binnenterreinen van die Eixample-blokken te ‘heroveren’: in de loop der decennia zijn ze in bezit genomen, op de begane grond, door garages, winkels, pakhuizen etcetera, terwijl de oorspronkelijke, idealistische bedoeling van stedebouwkundige Ildefons Cerdà was om er gemeenschappelijke tuinen van te maken.

Sommige zijn inmiddels een een grote, voor iedereen toegankelijke tuin geworden, maar deze binnenplaats, bereikbaar door een poort vanaf Roger de Lluria, bijna op de hoek met Consell de Cent, is de meest originele van allemaal: de aanwezigheid van het waterdepot is benut om er een zwembad van te maken. In juli was het overvol, maar nu in augustus, met de thermometer elke dag boven de 30º en met veel stadsbewoners op vakantie, is het prettig toeven voor de (jongste) kinderen en hun ouders. Het is een klein paradijsje middenin de stad waarvoor de toegangsprijs slechts 1,45 euro bedraagt. Voor dat geen-geld kun je er elke dag van 10 tot 20 uur terecht (het weekeinde tot 15 uur) en er is zelfs een heuse badmeester die op de kinderen in het water let.

Er is ook een klein strandje bijgebouwd, waar vooral jonge moeders heel lang met elkaar kunnen keuvelen over baby’s, mannen, echtscheidingen en andere dagelijkse besognes, maar Barcelona heeft zo’n namaakstrandje niet echt nodig (in tegenstelling tot Parijs aan de Seine en Rotterdam aan de Maas); het is één van de weinige wereldsteden met zijn eigen echte strand bijna aan de rand van de binnenstad.

piscina2

De mooiste strandjes van de costa’s

playadela tavellera

Een artikel over de economische crisis en het toerisme, vorig jaar in het AD, lokte op de website van deze krant een kleine, altijd welkome discussie uit over iets heel anders: de kwaliteit van het toerisme, het volledig verpesten van de Spaanse costa’s, en of het in Frankrijk – of een deel ervan, de Cote d’Azur – allemaal veel en veel mooier is. Spanje of Frankrijk?

puntadelfangar

Frankrijk heeft vanzelfsprekend meer pleitbezorgers in Nederland dan Spanje. Kijk alleen maar naar de aantallen vakantiegangers die daar blijven hangen én de mensen die er een droomhuisje willen. Vorig jaar was ik even in Frankrijk, in een rond een klein gehucht dat Die heet, in de Drôme, in een huis playa fondo of waikiki in Tarragonadat een Nederlander er ooit had laten bouwen.
We gingen naar de zaterdagse markt, en het leek of we op de het Utrechtste Vredenburg liepen, maar dan zonder allochtonen en alleen met blonde koppen die in ons school- of vakantie-Frans om een komkommer vroegen. Bovendien: niet één Duitser, niet één playa de desenroscada in sitgesEngelsman, niet één Italiaan. En we gingen naar het zwembad van de camping in Recoubeau en voelden ons in een Center Parks- of Landal-zwemfestijn. Ik sneed er bovendien twee vingers diep open aan de glijbaan. Rotland, Frankrijk…

Dus ga ik hier toch nog maar eens Spanje Cala sa Futadera in Tossa de Marverdedigen, met een paar fotootjes. De Costa Brava dan vooral, de kust die samen met die van het Baskenland het dichtst bij Nederland ligt (tussen de 1300 en 1500 kilometer) en die toevallig precies honderd jaar geleden van een plaatselijke schrijver-journalist deze naam kreeg: de wilde, woeste kust.

Cala Vallpresona in Santa CristinaIk ging er laatst weer eens op speurtocht naar kleine paradijsjes aan de Middellandse Zee. Natuurlijk, alles is al ontdekt, zeker zo dicht bij huis, maar toch is het mogelijk in augustus, de topmaand in Spanje, rustige strandjes aan te treffen. Ook als je geen zeiljacht hebt dat in één van die baaitjes kan playa Mas Pinell in Torroella de Montgriaanleggen die over land onbereikbaar zijn.

Zo kwam ik terecht in de Cala Tavellera of Taballera, ongeveer het allerlaatste echt maagdelijke strand aan de Costa Brava. Je komt er alleen door vanuit Port de la Selva – één van de eerste dorpjes als je vanuit Frankrijk komt – ruim een uur door de playa de Can Comes in Castelló d'Empuriesbeschermde heuvels van Cap de Creus te wandelen. Maar na al dat gezweet heb je ook wat: bijna niemand op het kiezelzand, slechts wat bootjes in de baai. Het moet er alleen niet waaien, dan word je er gek.

Eén keer per jaar houden playa del Pi in Portboude plaatselijke vissers er hun feest. Alles wat zij overdag hebben gevangen nemen zij mee naar deze baai, waar ze het ‘s avonds zelf bereiden en vervolgens de hele nacht opeten en wegdrinken.

Dát Spanje bestaat nog, dat van de tradities, van paradijselijke stukjes kust (op bijgaande foto’s ook strandjes in de buurt van populaire plaatsen als Tossa de Mar, Santa Cristina en Sitges) die in niets doen denken aan Benidorm of Torremolinos. En ook al probeert de regering de kust te beschermen, tegen hotelblokken die in voorgaande decennia aan de rand van het water zijn neergezet is bijna niets meer te doen. Heel af en toe wordt er een illegale constructie gesloopt.

Maar er zijn dus plaatsen waar de bouwkranen nooit zijn toegelaten. Heel erg veel plaatsen: officieel heeft het vasteland zo’n 3900 kilometer kust, maar alle kleine baaitjes meegerekend kom je snel op 7900 kilometer, schijnt. Genoeg om te kiezen.

Een paradijs in Lloret de Mar, echt waar

lloret1

Geheime plekjes die je op onverwachte plaatsen vindt moet je eigenlijk nooit verraden aan het grote publiek, maar zoveel lezers heeft dit blog ook niet dat er nu ineens duizenden vanuit Nederland naar dit kleine baaitje zullen trekken. Vanzelfsprekend ligt het aan de Costa Brava, die dit jaar officieel 100 jaar bestaat; de kust is al veel ouder, natuurlijk, maar in 1909 was er een plaatselijke journalist die deze ruige streek de Woeste Kust noemde. (Om de Costa Brava dit jaar te promoten liet het regionale toeristenbureau foto’s van mooie stranden afdrukken, maar al snel werd ontdekt dat dat prachtige zandstranden uit de Caribe en Australië waren; beetje dom, de Costa Brava kan het best met zijn eigen foto’s af.)

lloret2Dit hierboven en hiernaast is Cala Banys, dat middenin één van de ergste oorden, zoniet het ergste, van de kust ligt. Lloret de Mar is vooral bekend als het paradijs van de dronken jeugd, en ach, we zijn allemaal 17 en 18 geweest en hebben de straten in dit soort vakantieplaatsjes met ons gelal onveilig gemaakt. Wat heel weinig bezoekers in Lloret echter weten (ze kijken meestal niet verder dan het strand en de bodem van een glas) is dat je vanaf het grote strand voor het dorp maar een paar trapjes hoeft op te lopen en een grote rotspartij omzeilen om dit tegen te komen. Cala Banys is eigendom van een Catalaanse familie en is beschermd gebied; er mag niet méér gebouwd worden dan de fabuleuze bar die er al staat en van die familie is. Vroeger was het een restaurant, nu wordt er slechts drank geschonken, met een opvallend verbod: na 10 uur ’s avonds is het verboden gebied voor jongeren onder 16 jaar.

Overdag heerst er vooral rust. Het blauwe water is in deze tijd van het jaar nog te koud, behalve voor de Britten, maar het genot van een biertje of rode Martini in een bamboe-stoel midden tussen de twee grootste stranden van Lloret is er niet minder om. Je kunt er ook met de auto komen, maar omdat er maar parkeerruimte voor zes wagens is, ga ik dié route niet verklappen.

Eindelijk lente

strand

In Nederland zouden we misschien al gelijk in bikini en zwembroek liggen, maar dat durven de Spanjaarden nog niet in maart. Maar de eerste voorjaarsdag na een ongekend lange, koude, natte en winderige winter werd vandaag direkt gevierd. Sitges liep bomvol – ook al omdat er de ‘rally’ van 70 historische auto’s plaatsvond – en enkele mensen verlieten de boulevard en doken een uurtje het strand op. De terrasjes zaten vol met eters, alles was ineens wat vrolijker. Eindelijk.