’t Is een bekend fenomeen in steden die populair zijn bij toeristen en er soms door overstroomd worden: de lokale bewoners, ondanks dat het hen (indirect) enige welvaart bezorgt, zijn de kleurige korte broeken, bungelende camera’s en wapperende stadsplattegronden op een gegeven moment helemaal zat. Enrico, een jonge Italiaanse stagiair op de krant, komt uit Florence, maar is zelf al jaren niet meer in het kleine stukje binnenstad rond de Duomo, Uffizi en Ponte Vecchio geweest. Want juist in zo’n kleine stad met grote attracties merk je het overschot aan toeristen eerder dan in grotere metropolen.
Deze week verschenen in drie straten van Barcelona in het Barri Gòtic plotseling deze ‘schilderingen’ op straat. Ironisch bedoeld, maar zij wakkeren het debat opnieuw aan: er is een stad voor toeristen en een stad voor de locals, dus zouden van die ‘aparte’ voetpaden nog niet eens zo’n gek idee zijn.
De grote groepen Japanners zouden er ongetwijfeld aan gehoorzamen.
Helemaal origineel is het idee trouwens niet; vorige maand verscheen een zelfde soort opschriften in New York, op de hoek van Fifth Avenue en 22nd Street. Op een weblog begon iemand over de gelijkenis met Nederland, omdat daar aparte fietspaden zijn. Ja maar, schreef een ander, ‘die zijn er omdat fietsers en voetgangers verschillende snelheden hebben’. Dat is echter voor toeristen en locals, beide te voet, meestal ook zo. Nog nooit een toerist stevig zien doorlopen.


Natuurlijk hadden Londen (1863) en New York (1868) als eerste een ondergronds netwerk van openbaar vervoer, maar mediterrane steden als Athene (1869) en Istanboel (1874) zaten die metropolen op hun hielen. Een lange reeks steden volgde, waaronder Parijs (1900), Madrid (1919) en Barcelona (1924). Ik weet niet of het komt doordat al die steden al zolang gewend zijn zich ondergronds te verplaatsen dat de bewoners hun metro redelijk respecteren. Natuurlijk bestaan er overal graffiti’s en vandalisme, maar nergens ter wereld heb ik de metrowagons zo goor en mishandeld gezien als op de paar miserabele lijnen die enkele wijken in Rotterdam (1968) en Amsterdam (1977) met elkaar verbinden. En nergens heb ik me zo unheimisch gevoeld als op sommige stations of op bepaalde uren van de dag (avond) in de twee Nederlandse metro’s.

