Een plaatje, vanochtend, van één van de vele hoeken van de Eixample, de grootste wijk van Barcelona, die met dat schaakbordpatroon. Terrasje, drankje, muziek op, klein zonnetje en het leven is weer aangenaam. In mijn boek Het Barcelona-gevoel schreef ik al over dit wonderbaarlijke stratenpatroon, en vooral het ontwerp dankzij welke dit soort terrasjes mogelijk zijn. Hieronder een fragment uit het boek, over toen Ronald Koeman hier in 1989 voor het eerst neerstreek:
“Rond. Alles rond. Of in ieder geval niet scherp. Koeman kreeg die gedachte toen hij door de Eixample reed, wat vroeger de Ensanche heette, een magistraal stedebouwkundig plan van Ildefons Cerdà, een visionair voor zijn tijd, halverwege de negentiende eeuw. Dat ‘ronde gevoel’ komt van de hoeken van het gigantische schaakbord waarmee Cerdà de uitbreiding van Barcelona buiten de stadsmuren ontwierp en die de stad zou verbinden met de nabijgelegen dorpjes Sants, Les Corts, Gràcia, Sant Martí en Sant Andreu. Het meest opvallende: hij schiep brede straten om voor voldoende ruimte te zorgen voor de paardenkarren, alsof hij wist dat er in de volgende eeuw automobielen over het plaveisel, soms acht banen breed, zoals in de Carrer Aragó, zouden moeten rijden. En hij crëerde heel ruim opgezette tuinen aan de binnenkant van elk huizenblok, dat in Spanje een manzana (appel) heet en aanvankelijk niet hoger dan de begane grond en drie verdiepingen mocht zijn. Een beetje omhoog kijken in Barcelona onthult hoe de hogere verdiepingen er later op zijn gebouwd. Maar een werkelijk geniale vondst van Cerdà was om die blokken niet tot de hoek met de volgende straat te laten doorlopen, zoals bijvoorbeeld in het Newyorkse Manhattan het geval is, maar ze ‘af te ronden’, de hoek een flink stuk af te snijden: zo ontstond er meer ruimte op al die straathoeken, als kleine pleintjes in de vorm van een ruit.”
En hieronder twee luchtfoto’s, ter vergelijking. Eerst de Eixample:
en vervolgens Manhattan: