Tagarchief: catalonië

Doodsteek voor het stierenvechten?

Heb me nooit zo kunnen opwinden met of over het stierenvechten (met = de liefhebbers; over = de tegenstanders). Heb één keer een halve corrida, dus drie stieren, meegemaakt in de Monumental, de enige arena die in heel Catalonië nog ‘glorieuze middagen’ organiseert. Toen vond ik het wel genoeg. En er was een periode, begin jaren negentig, dat je ze ook voortdurend op de nationale TVE kon zien. Een al wat oudere collega vertelde me gisteren dat zijn vrouw er ineens niets meer aan vond op het moment dat er thuis een kleurentelevisie kwam: toen zag ze pas hoeveel bloed ermee gepaard gaat, vooral wanneer de picadores hun lans in de rug van de stier steken.

Toch voelde ik een glimlach van voldoending op mijn gezicht toen het Catalaanse parlement vanochtend het volksvoorstel (180.069 handtekeningen) accepteerde om het stierenvechten bij wet te gaan verbieden. Echt nodig is dat niet, want het/de  toreo is in Catalonië al jarenlang aan het wegkwijnen, slechts tijdelijk gered door de terugkeer van een magische José Tomás, dus het zou hier vanzelf wel uitsterven.

Maar ik hou wel van historische beslissingen, en eentje tégen het stierenvechten in Spanje is dat natuurlijk (al is er nog een lange weg te gaan voor het ook werkelijk een wettelijk verbod zal zijn). Probleem is dat hier alles direct een politieke zaak wordt. Dit was een initiatief van 11 vegetarische dierenbeschermers (waaronder Zuidamerikanen en een Madrileen), maar veel parlementariërs stemden politiek, nationalistisch tegen la fiesta española. En daar, in Spanje, wordt dit natuurlijk weer verklaard als een aanval van de separatisten op een Spaans symbool.

Aan de andere kant, ik hou ook wel van de passie van mensen die met liefde en kennis over stierenvechten praten, en over de enorme historie erachter. Zo ontdekte ik deze week net achter de Rambla (carrer Xuclà)  het restaurant Los Toreros, waar de supportersvereniging van Los de Gallito y Belmonte (twee historische matadores uit begin vorige eeuw) zetelt. Talloze prachtige foto’s en tekeningen, de onvermijdelijke stierenkop en affiches, en geschiedenis en traditie in elk zaaltje van het verder eenvoudige tapas-restaurant. En ook al zal het stierenvechten worden verboden of zichzelf opheffen, dit soort bedevaartsoorden blijven, hoop ik, bestaan.

Stemmen Catalanen voor onafhankelijkheid?

Dit is het ANP-bericht:

BARCELONA – De Catalanen hebben zondag in een symbolisch referendum ‘ja’ gezegd tegen een onafhankelijk Catalonië in de Europese Unie. Het Spaanse persbureau Europa Press meldde dat 94 procent van de kiezers zich uitsprak voor de volledige afscheiding van Catalonië van Spanje.

Voor de volksraadpleging waren 700.000 kiesgerechtigden, ongeveer 10 procent van de Catalaanse bevolking, in meer dan 160 gemeentes opgeroepen. De opkomst voor het referendum was slechts 30 procent.

De centrale regering in Madrid erkent de door lokale organisaties georganiseerde volksraadpleging niet. Volgens de Spaanse grondwet mag alleen de staat referenda uitroepen.

Een van de initiatiefnemers van het referendum, burgemeester Carles Mora van de gemeente Arenys de Munt, noemde de uitslag een ”triomf voor de soevereniteit”. Hij wil dat er in april een volksraadpleging voor heel Catalonië komt. (ANP)

Dit is de werkelijkheid, met wat gegevens op een rijtje:

– verreweg het grootste gedeelte van de 166 gemeentes waar dit referendum werd gehouden zijn kleinere plaatsen waar de meest nationalistische partij (Esquerra de Catalunya, ERC) een grote aanhang heeft, net als de iets gematigder CiU (Convergència i Unió). Dorpen dus met een sowieso al iets grotere drang naar zelfstandigheid.

– Bijna overal won het ‘ja’ (vóór onafhankelijkheid) met meer dan 90% van de stemmen. Niet omdat het hele dorp vóór was; de opkomst lag rond de 30%: anders dan bij andere referenda hadden de potentiële nee-stemmers nauwelijks enige interesse in de gang naar de stembus. Het was vooral een nationalistisch Catalaanse feestje in al die dorpen, dus die uitslag was te voorzien.

– In de iets grotere plaatsen was de opkomst lager (ook omdat de stembussen soms ver weg waren…), en in een stadje als Vilanova i la Geltrú, waar de socialisten regeren, kwam er net 20% van de kiezers opdagen.

Conclusie: die hele volksraadpleging is wel aardig om de rest van Spanje en de politici in Madrid even te laten weten dat er best wel mensen in Catalonië nog altijd vóór de volledige onafhankelijkheid zijn; een aantal dat volgens de enquêtes al een tijd rond de 20% ligt, ongeveer het aantal dat dat gisteren ook via de stembus liet blijken.Verder zal het referendum nauwelijks enige (politieke) impact hebben. Symbolisch, inderdaad.

Volgend jaar wordt de raadpleging ook onder Catalanen in o.a. Nederland gehouden. Ook zijn er plannen om het referendum naar de stedelijke gebieden uit te breiden, al zal de ‘rode ring’ van immigrantensteden rond Barcelona en ook de hoofdstad zelf nog minder warmlopen voor een dergelijk initiatief dan de mensen in de 166 gemeentes van gisteren.

Het ANP deed het dus ook goed het bericht zodanig te koppen: Catalanen ‘stemmen’ voor onafhankelijkheid, met dat stemmen tussen aanhalingstekens. En dan nog klopt het niet helemaal: slechts 200.000 van de in totaal bijna 5 miljoen stemgerechtigde mensen die in Catalonië wonen stemde gisteren voor onafhankelijkheid…

De waardigheid van Catalonië

 

 

 

 

 

 

 

 

Het is weer een soort Barça-Madrid (die zondag wordt gespeeld), maar dan in de politieke arena. Een wedloop over autonomie die niet zo eenvoudig is uit te leggen als 90 minuten voetbal met winst, nederlaag of gelijkspel tot gevolg. Een wedstrijd die zal worden beslist door rechters van het zogeheten Constitutionele Hof, de Spaanse Hoge Raad. Maar dat zal geen beslissing zijn die op juridische gronden gebaseerd is, maar op de politieke voorkeur van elk van die rechters van dat Hof. En omdat er precies evenveel progressieve als conservatieve rechters zijn (lees: óf voorgedragen door de PSOE óf voorgedragen door de PP) is er al meer dan een jaar een status quo dat maar niet doorbroken wordt.

In het kort, met het gevaar (of de zekerheid) onvolledig te zijn: in 2006 hield Catalonië een referendum over een eigen statuut, het fameuze Estatut op zijn Catalaans; een soort grondwet waarmee de regio/het land zich niet onafhankelijk verklaart van Spanje, maar wel duidelijk vastlegt hoe ver de autonomie binnen de Spaanse staat gaat. Eén van de meest heikele punten: Catalonië noemt zichzelf een natie, en dat is tegen het zere been van de conservatieven en Spaanse nationalisten.

Zowel het Catalaanse als het Spaanse parlement keurden het statuut, inmiddels na lange onderhandelingen flink gekort, goed, maar de Partido Popular stapte naar die Hoge Raad om delen van het statuut ongrondwettelijk te laten verklaren. Dat hof debatteert daar nu dus al meer dan een jaar over en met het verstrijken van de tijd vreest Catalonië dat er nóg veel meer aan dat statuut gemorreld gaat worden.

Om de rechters en politieke macht in Madrid even wakker te schudden publiceerden donderdag 12 in Catalonië gemaakte kranten een gezamenlijk hoofdredactioneel commentaar over ‘De waardigheid van Catalonië’. Normaal grote concurrenten van elkaar, waren ze het nu volledig eens. Een ongekend initiatief dat een dag later (vandaag, zie de voorpagina’s hierboven) stof gaf tot een nieuwe lange reeks pagina’s met alle reacties uit de maatschappij en de politiek.

Om terug te keren naar het voetbal: zelfs FC Barcelona vaardigde een persbericht uit, waarin de club eist dat “de sociale, culturele en ecnomische realiteit van ons land” (Catalonië dus) gerespecteerd wordt. Barça zal “het beeld van Catalonië zonder minderwaardigheidscomplexen in de wereld blijven uitdragen.” Wie dacht er nog dat sport en politiek niets met elkaar van doen hebben? Wordt dus weer een nationalistisch feestje, zondag op de tribunes van het Camp Nou. Een overwinning van Barça zal, dat weer wel, ongetwijfeld veel uitbundiger worden gevierd dan een positief besluit van de Hoge Raad…

Een treurige nationale feestdag

11-setembre-1714

Vreemde feestdag altijd, de Diada, de nationale feestdag van Catalonië, op 11 september (die trouwens pas sinds 1980 wordt gevierd). Een vreemde dag omdat er een nederlaag wordt herdacht, de val van Barcelona in 1714, en daarmee het einde van de Catalaanse rechten. Een beetje typisch Catalaans ook, om een treurige nederlaag te herdenken. Het is ook nooit een vrolijke feestdag, de Diada, altijd volgepropt met politiek, spanningen, fluitconcerten. Een strijd om wie er nou meer of minder Catalaans is. Geen echt volksfeest ook. Ik zou voorstellen Sant Jordi, op 23 april, tot nationale feestdag uit te roepen, want daar word je gewoon vrolijk van. Van de Diada niet. Weinig mensen die de straat opgaan om iets te vieren. Gewoon een mooie dag om nog eens naar het strand te gaan. En tot overmaat van ramp werd 11 september in 2001 ook nog eens wereldberoemd, maar niet door de Catalanen, maar door wat moslim-terroristen.

Voor wie een beetje van die Catalaanse geschiedenis in 1714 wil weten en niet een halve encyclopedie wil doorlezen, bij deze een fragment uit mijn boek, Het Barcelona-gevoel, over de Successie-oorlog van bijna drie eeuwen geleden en de oorsprong van de Diada.

De Vrede van Münster maakte in 1648 een einde aan de Tachtigjare Oorlog. Ook de Catalanen haalden daardoor opgelucht adem. Sinds 1618 hadden zij last gehad van een andere oorlog, de Dertigjarige tussen Spanje en Frankrijk, die vaak Catalonië als strijdtoneel aan beide kanten van de Pyreneeën gebruikten en op dezelfde dag werd beëindigd. In 1640 waren de Catalanen alle bemoeienissen van buiten zat en landbouwers uit Girona begonnen een opstand, de Oorlog van de Maaiers (la Guerra dels Segadors; dat laatste woord is nog altijd de naam van het volkslied van Catalonië), die leidde tot de onthoofding van een Spaanse onderkoning op het strand van Barcelona en het uitroepen van de Catalaanse republiek, die vooral op de steun van de Fransen vertrouwde. Maar die grootmacht maakte al snel een einde aan bepaalde voorrechten van de Catalanen, die diep teleurgesteld raakten in de Franse ‘bezetter’. In het verdrag van Münster wist Catalonië wel zijn rechten te behouden en de officiële afgevaardigde, Josep Fontanella, keerde uit de Duitse stad terug met een boodschap: ‘Wij zouden ons aan de Nederlanders moeten spiegelen.’ Hij vond het bewonderenswaardig hoe een ander klein volk zich jarenlang zo dapper verweerd had tegen de Spanjaarden en uiteindelijk als één van de overwinnaars uit de strijd en de vredesonderhandelingen was gekomen.

senyera

Niettemin zouden de Catalanen zich de volgende eeuw behoorlijk bedrogen voelen door de Nederlanders én de Engelsen. Catalaanse schepen hadden de beide grootmachten van de zee bijgestaan om in 1704 Gibraltar op de Spanjaarden te veroveren. Op dat moment was de Spaanse Successie-oorlog aan de gang, waarin Europa’s twee grootste koningshuizen, de Bourbons uit Frankrijk en de Habsburgs uit Oostenrijk, om de vacante Spaanse troon streden. Nederland, Engeland en andere kleine staten, waaronder Catalonië, Portugal, Savoye en Pruisen, steunden de Oostenrijkse aartshertogen in hun aspiraties, want zij vreesden een te grote Spaans-Franse macht van Filips de Anjou, die als Filips V troonpretendent van de Bourbons was. In 1705 sloten de Catalanen in Genua een pact met Engelsen en Nederlanders waarin hen werd beloofd dat zij een eigen staat zouden behouden, die zelfs door een flink regiment van Engels-Nederlands-Oostenrijkse troepen verdedigd zou worden.

 De dood van de Oostenrijkse aartshertog Jozef I in 1711 en diens opvolging door Karel VI, die tot dan toe in Barcelona gezeteld was om daar de Bourbon Filips V buiten de deur te houden, zorgde echter voor een totale ommekeer in de houding van Engelsen en Nederlanders, die nu ineens de Oostenrijkse macht wilden beperken en er geen probleem mee hadden Spanje aan de Bourbons te schenken. Toen in 1713 de Vrede van Utrecht werd gesloten en alle kemphanen Europese en overzeese gebieden verdeelden, met Engeland als de grootste winnaar – die dag werd onder anderen Gibraltar definitief een Engelse kroonkolonie -, dachten de Catalanen nog altijd dat zij als eigen staat zouden blijven bestaan, door die grote Europese alliantie beschermd tegen de ongetwijfeld boze bedoelingen van Filips V om van het Iberisch schiereiland een volledig Spaanse eenheid te maken. In het geheim was echter al afgesproken dat de nieuwe koning van Spanje geen strobreed in de weg zou worden gelegd als hij Catalonië bij zijn rijk wilde voegen. rafael_casanova_4In 1713 en 1714 belegerde een gezamenlijke Frans-Spaanse troepenmacht van, op het hoogtepunt van het offensief, 40.000 soldaten 18 maanden lang de stad Barcelona, waar zo’n 5.500 Catalaanse mannen onder leiding van Antoni de Villarroel en Rafael de Casanova (bij zijn monument in Barcelona wordt altijd op 11 september door de politieke leiders én voetbalclubs als FC Barcelona en Espanyol een bloemenkrans gelegd) heroïsch verzet boden. De Engelsen, Nederlanders en Oostenrijkers waren allang vertrokken. Ruim 30.000 bommen die onophoudelijk op de stad vielen vernietigden éénderde van Barcelona en op 11 september 1714 viel de stad in handen van de vijand. Die dag hield de souvereine natie Catalonië voorgoed op te bestaan. De eigen wetten werden nietig verklaard en uitingen van Catalaanse taal en cultuur verboden. Bijna drie eeuwen na de zege van Filips V zijn de Bourbons nog altijd de koninklijke familie van Spanje.

Handboeien in het Catalaans

poster pp

De foto komt van een poster van de Partido Popular, in een campagne tegen het onderwijssysteem in Catalonië, één van de favoriete stokpaardjes van de conservatieven. De kinderen (of hun ouders, vooral) mogen niet vrij kiezen hoeveel uur Spaans en hoeveel uur Catalaans zij op school krijgen. In principe moeten álle lessen op de publieke scholen in Catalonië in het Catalaans worden gegeven, van wiskunde tot geschiedenis, van gym tot biologie. Daarnaast zijn er natuurlijk de taalvakken Catalaans, Spaans en Engels. De uren Spaans zouden veel te weinig zijn, volgens de PP, waardoor de kinderen een taalachterstand zouden oplopen in vergelijking met de kleintjes in de rest van Spanje. Statistieken wijzen echter uit dat de ‘Catalaanse’ leerlingen over het algemeen zelfs een iets hoger cijfer voor Spaans hebben dan die in de rest van Spanje.

De ouders die er het meeste moeite mee hebben dat het onderwijs verplicht in het Catalaans plaatsvindt komen meestal uit andere delen van Spanje. Ikzelf heb er nooit enkele moeite mee gehad: het is juist een ongelooflijk voordeel dat kinderen van zo jongsafaan al tenminste twee talen met de paplepel krijgen ingegoten. Kinderen van Spaanse ouders hebben juist een groot voordeel: op school horen ze veel Catalaans, thuis veel Spaans. (Groter vind ik juist het probleem voor kinderen van volledige Catalaanse echtparen; die horen bijna nooit Spaans praten, ook al omdat ze vaak in zeer Catlaanse dorpjes wonen, en hebben er meer moeite mee.) Mijn kinderen, in Barcelona geboren, hebben altijd in het Catalaans les gehad, al ‘smokkelen’ sommige leraren ook wel eens met het Spaans, en praten thuis en met hun vriendjes en vriendinnen vooral Spaans, maar soms ook Catalaans. Deze zomer willen ze werken, en de vermelding van vier talen (ook nog Nederlands en Engels) op hun CV maakt het hen, hoop ik, alleen maar iets gemakkelijker…