Tagarchief: tapas

Bijna 100 jaar staand een heerlijk hapje eten

Was er een eeuwigheid niet geweest, en dat is altijd jammer. Quimet & Quimet ligt buiten de typische toeristische route’s, maar vanzelfsprekend hebben de buitenlanders de stokoude taveerne uit 1914 allang ontdekt, dichtbij de metro Paral·lel. Voor mij was het altijd een vaste pleisterplaats vóór een concert of spektakel ergens op de Montjuïc, waarvan de flanken aan het einde van dit straatje (Poeta Cabanyes) omhoog beginnen te gaan, of voor een theatervoorstelling aan die Paral·lel zelf.

Er is, natuurlijk, vrijwel niets veranderd. Is ook geen ruimte voor, met twee tafeltjes om aan te staan, een bar en een soort tweede, smalle bar aan de andere kant. Twintig, 25 man, hooguit, kunnen ze er kwijt, dus het kan wel eens dringen of wachten zijn. Maar dan heb je ook wat, van raciones (bordjes) van tapas tot de montaditos (heerlijke dingen op een minuscuul broodje, zoals de tonijn met zeeëgel) en de conservas (hapjes uit blik, en dat moet je lekker vinden; de chipirones vielen een beetje tegen). En dat alles overgoten met één van de honderden verschillende wijnen die je er kunt krijgen voor prijzen die soms zelfs ónder die van de supermarkten liggen; het zijn in ieder geval geen restaurantprijzen. Wij kozen op een warme middag – en het blíjft 28 graden en zonnig, deze week! – natuurlijk voor een albariño, met een mooie tekst over Galicië op de binnenkant van het etiket: Tierra de lluvia que gota a gota riega el cuerpo e inunda el alma (land van regen die druppel na druppel het lichaam besprenkelt en de ziel overstroomt).

Het is alweer de vierde generatie van Quimets (verkleinwoord voor het Catalaanse Joaquim) die de taveerne leidt. Sommigen zeggen dat de bar zijn oorspronkelijke karakter van wijk-taveerne heeft verloren, dat de locals zijn verdwenen, maar ik ken veel mensen uit Barcelona die er nog altijd komen. Zij zijn ook niet gek en laten zich niet door een paar toeristen wegjagen.

Ontdekkingen dankzij de tapa’s

Ja, en als er dan een soort tapa-wedstrijd is (zie vorige post), dan moet je ze ook maar eens gaan uitproberen, al is het voor de krant – vreselijk vak toch. Ben vandaag in drie van de 49 tentjes geweest die voor deze week een bijzondere tapa hebben bedacht en die je samen met een biertje in een leuk, speciaal glas (de échte caña-maat – een pilsje dus, en niet de halve liter die je voor 8 euro op de Rambla krijgt voorgezet, óók als je om een caña hebt gevraagd…) voor 2,40 euro tot je neemt. En ze stelden niet teleur, óók niet de twee die ik ver buiten het toeristische centrum opzocht, het redelijk gewone Tres Vilas in de carrer Berlin en het zeer bescheiden Cal Pinxo (niet te verwarren met de beroemde Cal Pinxo’s in de Barceloneta en Sitges) op de hoek van Mallorca met Dos de Maig, waar eigenaresse Laura de tapa live bereidde; kan ook niet anders, met een klein kalfshaasje met bacon en mosterdsaus.

Maar de ontdekking, want redelijk dicht in de buurt en in het centrum, was Bona Sort (Goed Geluk) in wat ik altijd één van de meest authentieke straten van Barcelona heb gevonden, de Carrer de Carders die de wijk La Ribera doorsnijdt. Een kwartelei op kleine frietjes met inktvisjes, groene asperges en paddestoelen… Mar i montanya heet dat hier, zee en bergen in één gerecht.

De Carders (op de foto het smalle deel, later wordt het straatje wat breder en lichter) móet je een keer doorheen zijn gelopen. Vroeger liep hier in de buurt ook het water van het Rec Comtal en in de omgeving daarvan vestigde zich vooral de textielindustrie. Veel straten in de Ribera zijn vernoemd naar de ambachten die er werden bedreven; carders waren zoiets als wevers. De Carrer dels Carders, die trouwens ongemerkt overgaat in die van de Corders (dat heeft iets met dradenmakers te maken, niet met het Spaanse corderos, lammetjes), is nu een afwisseling van Dominicaanse kappers, moderne barretjes, Pakistaanse supers en talloze curieuze winkeltjes.

Een tapa en een biertje voor €2,40

Ik ben ervan overtuigd dat de tapa met groot verschil het populairste exportprodukt van Spanje is. Een export, trouwens, waar het BNP van het nog altijd ploeterende land geen eurocent beter van wordt, want iedereen overal ter wereld denkt maar zomaar tapa’s te kunnen opdienen zonder copyright te betalen. Hoeft ook niet, natuurlijk, maar ze zouden wel eens aan minimum kwaliteitseisen mogen voldoen, al die tenten die je van Tokio tot San Francisco een ‘echte tapa’ serveren. Hoewel, ook in Spanje zelf houdt de kwaliteit natuurlijk niet altijd over.

En om dat te stimuleren houdt Barcelona voor de tweede keer in een jaar een soort tapa-wedstrijd. In bijna 50 barretjes en restaurants, door de hele stad verspreid, kun je vanaf morgen (en tot en met komende zondag) een biertje en een tapaatje bestellen voor 2,40 euro en mag je die hap ook nog beoordelen. (Onder de ‘recensenten worden gastronomische uitstapjes en notebooks verloot.) Uiteindelijk zal er één tapa als de beste worden gekozen; in mei was dat een tempura van garnaal met romescosaus die ze bij El Reloj hadden bedacht, een populaire tent aan de bovenkant van de Via Laietana, dichtbij het Palau de la Música.

Hier een foto van groot formaat (erop klikken voor de maximale versie), om te zien wie deze week wat precies hoe en waar serveert:

Het zo serveren, een vaste tapa bij een biertje, is trouwens de authentieke oorsprong van het nu wereldberoemde hapje. En op sommige plaatsen in Barcelona doen ze dat nog steeds (al is het meer een gewoonte in plaatsen als sevilla en Madrid); laatst, op 20 meter van de krant, een eenvoudig barretje dat wij ‘el gallego’ noemen, zette bij onze cañas van het lekkere bier Estrella Galicia een bordje vlees en één met vijf calamares-ringen neer. We moesten 4,30 betalen…

Drukke dinsdagavond

Crisis? Minder toeristen? Af en toe is er niets van te merken, zeker niet in en rond de binnenstad van Barcelona. Wil je op een dinsdagavond nog snel even ergens iets prikken, blijken er om half negen al (teken dat er veel toeristen zijn) stevige rijen voor de populaire tapas-zaken te staan. Eigenlijk moet je er tevoren al vanaf zien, het bezoeken van hot spots die natuurlijk ook in allerlei gidsen staan en waar alle guiris massaal op afkomen.

Verreweg de populairste is de Cervecería Catalana, aan de Carrer Mallorca, net om de hoek bij de Rambla Catalunya, en die volgens mij ook in Komt een vrouw bij de dokter van Kluun voorkomt; de schrijver heeft er in ieder geval regelmatig gegeten. Bovendien staat deze tapas-tent nummer 5 van de liefst 2.570 restaurants van Barcelona volgens de waardering van reizigers op Tripadvisor. Hier vormt de rij zich al om zeven uur, vrees ik, omdat vooral Amerikanen zich door deze website laten leiden.

Een stukje verder naar beneden moet je voor Ciudad Condal en Tramoia tegenwoordig ook al minimaal 20 minuten in de rij staan, wat er uiteindelijk altijd 40 blijken te zijn. En mijn favoriete Tapaç24, waar al niet veel plaats is, is ook al wereldwijd bekend geworden en daar kun je dus ook niet meer zomaar even binnenvallen.

De kleine keten Taller de Tapas, met vier restaurants op strategisch goede plaatsen, blijft een goed alternatief – niets te klagen over de gefrituurde artisjokkenreepjes en de malse stukken solomillo -, maar ook hier moet je af en toe geduld opbrengen. Eén van de weinigen waar je je nog altijd een beetje kunt binnenwringen, ook al omdat je er staand eet, is een klassieker, de Bask Irati (één van de eersten in Barcelona met pintxos), in het straatje dat van de Rambla naar de Plaça del Pi loopt. Een paar prikkertjes, een zurrito (Baskisch glaasje bier) en je bent weer even blij, zeker als je er, zoals ik, een ongelooflijke hekel aan hebt om voor restaurants in de rij te gaan staan.

Authentieke tapas

tapas1

Tapas heb je overal in Spanje. En in Nederland. Overal ter wereld, van Tokio tot San Francisco. Sinds een jaar of tien is het eenvoudige woordje synoniem aan lekker eten. Vroeger was paella hét Spaanse gastronomische product, nu zijn dat de tapas geworden. Zet in Amsterdam tapas op de deur (of tapa’s) en je hebt kans op een vrij grote groep potentiële klanten. Net zoals de Chinezen in plaats van Babi Pangang nu hun Dim Sum promoten. Staat moderner.

Maar in die overvloed aan tapas moet je wel de juiste weg vinden. Zoals iedereen heb ik een favoriet in Barcelona. Geen geheim barretje, want er staat elke dag een flinke rij voor de deur, dus mag ik hem eenvoudig op een (dank jullie allemaal) steeds beter gelezen weblog zetten. Ben er zojuist weer een keer geweest, met een Spaanse vriendin uit Nederland.

Tapas24 ligt centraal, op Diputació, bijna op de hoek met Paseo de Gràcia. Aanvankelijk heette het Tapaç24, maar die ç deed het waarschijnlijk slecht op internet, want op veel toetsenborden buiten Spanje en Frankrijk bestaat de ç niet. De naam is een knipoog naar het moederrestaurant, Comerç24, straatnaam- en nummer van de zaak met 1 Michelin-ster.

tapas1-1Beide zijn van Carles Abellán, een leerling van meester Ferran Adrià. Tevreden met het succes van Comerç24 vond Abellán het tijd de authentieke tapa opnieuw uit te vinden. Geen moderne hapjes, maar veel klassiekers op de best mogelijke manier bereid. De netten hangen er vol met de meest verse en grote scharreleieren. Zoals de kenners zeggen: het belangrijkste in de goede keuken is het basisproduct.

Vandaag: alcachofas fritas (gefrituurde artisjokken), pinxos de alhucema (Marokkaanse spiesjes), biquini Tapaç24 (een dure tosti met eikeltjesham), patatas bravas (fijn gesneden, zachte saus) en calçots (een soort lente-ui, typisch Catalaans). Daar moest een foto bij en het meisje uit de bediening wilde even poseren, want ze staat ook op alle foto’s van de Japanners die in de zaak komen, zei ze.

Zo klein en knus is de zaak, dat je met andere mensen aan de bar of een tafel zit. Wij zaten met vijf mannen/vrouwen die een klein prijsje uit de toto aan het verzilveren waren. De twee mannen zagen dat ik onze rekening betaalde en zeiden dat ik stom was. Ik zei dat een echte heer geen toto nodig heeft om een dame te tracteren. De vrouwen lachten, één van de mannen werd boos. Spaanse macho in een klassiek overhemd. Weet niet of-ie het eten nog lekker vond.