Crisis? Minder toeristen? Af en toe is er niets van te merken, zeker niet in en rond de binnenstad van Barcelona. Wil je op een dinsdagavond nog snel even ergens iets prikken, blijken er om half negen al (teken dat er veel toeristen zijn) stevige rijen voor de populaire tapas-zaken te staan. Eigenlijk moet je er tevoren al vanaf zien, het bezoeken van hot spots die natuurlijk ook in allerlei gidsen staan en waar alle guiris massaal op afkomen.
Verreweg de populairste is de Cervecería Catalana, aan de Carrer Mallorca, net om de hoek bij de Rambla Catalunya, en die volgens mij ook in Komt een vrouw bij de dokter van Kluun voorkomt; de schrijver heeft er in ieder geval regelmatig gegeten. Bovendien staat deze tapas-tent nummer 5 van de liefst 2.570 restaurants van Barcelona volgens de waardering van reizigers op Tripadvisor. Hier vormt de rij zich al om zeven uur, vrees ik, omdat vooral Amerikanen zich door deze website laten leiden.
Een stukje verder naar beneden moet je voor Ciudad Condal en Tramoia tegenwoordig ook al minimaal 20 minuten in de rij staan, wat er uiteindelijk altijd 40 blijken te zijn. En mijn favoriete Tapaç24, waar al niet veel plaats is, is ook al wereldwijd bekend geworden en daar kun je dus ook niet meer zomaar even binnenvallen.
De kleine keten Taller de Tapas, met vier restaurants op strategisch goede plaatsen, blijft een goed alternatief – niets te klagen over de gefrituurde artisjokkenreepjes en de malse stukken solomillo -, maar ook hier moet je af en toe geduld opbrengen. Eén van de weinigen waar je je nog altijd een beetje kunt binnenwringen, ook al omdat je er staand eet, is een klassieker, de Bask Irati (één van de eersten in Barcelona met pintxos), in het straatje dat van de Rambla naar de Plaça del Pi loopt. Een paar prikkertjes, een zurrito (Baskisch glaasje bier) en je bent weer even blij, zeker als je er, zoals ik, een ongelooflijke hekel aan hebt om voor restaurants in de rij te gaan staan.