
Knoeien aan foto’s van Francesc Català-Roca, dat doe je niet, ook niet als je een miljoenen verkopende bestseller-auteur bent. Dat dachten ook de twee zonen van Català Roca toen ze in El Periódico de omslag van het nieuwste boek van de auteur van De Schaduw van de Wind en Het Spel van de Engel zagen. El Prisionero del Cielo (De Gevangene van de Hemel) heeft, net als die vorige twee romans, een foto van de beroemdste Spaanse fotograaf van de vorige eeuw op de cover. Maar, wat blijkt, de politieagent op de hoek van Via Laietana met Jaume I, heeft plaatsgemaakt voor een bevallige dame van stijl.
Nou is de foto prachtig bewerkt, is het licht mooier en zijn de personages duidelijker, maar het is niet het origineel. En zelfs dát zou niet erg zijn als de erfgenamen van Català-Roca, die tevens al het copyright van hun vader bezitten, in ieder geval om toestemming was gevraagd om het origineel zo te photoshoppen. Dat was niet gebeurd, dus konden de zoons Català-Roca twee dingen doen: of eisen dat de oplage van liefst een miljoen reeds gedrukte boeken zou worden vernietigd, of een torenhoge schadevergoeding aan uitgeverij Planeta eisen. Ze zijn echter de slechtsten niet en er tussenin gaan zitten: al die miljoen boeken worden nu verspreid met een brede boekenlegger waarop óók de originele foto staat en een lovende tekst van Ruiz Zafón: “Elk beeld van Català-Roca heeft een in licht geschreven verhaal in zich.” In latere drukken zullen foto en tekst ín het boek zelf moeten komen te staan. Én er zal natuurlijk wel wat geld mee zijn gemoeid.

Andere sporen zijn iets moeilijker uit te wissen: er bestaan in het centrum van Spanje nog kleine dorpjes met opvallende namen, zoals Villanueva de Franco (Nieuwedorp van Franco) en, nóg mooier, Llanos del Caudillo, de Vlaktes van de Führer (Caudillo betekent Leider, maar Führer past in dit opzicht wat beter). Enkele jaren geleden stemden de 700 bewoners van dit laatste gat, ergens in de provincie Ciudad Real op de weg van Madrid naar het zuiden, tegen een naamswijziging van het oord, dat in 1956 met financiële steun van de dictator werd gesticht.