In een nostalgische bui de foto’s gevonden (dia’s eigenlijk, dat was mode toen), van de dag dat we ons helden voelden, februari 1986. Een dag dat er ook al iets van een weeralarm was: kom vooral niet op straat, het is te koud, te gevaarlijk. De moderne maatschappij, altijd maar betutteld. (Laatst een verhaal gemaakt over Oymyakon, in Siberië, 900 inwoners, gemiddelde temperatuur in de winter, die er heel lang duurt, is -42º. Het record was -72º, uit 1926. Je plast er in kristallen, je spuug komt solide op de grond terecht en van de auto’s doe je overdag nooit de motoren uit, anders starten ze niet meer; ’s morgens stook je een houtvuur onder de motor om hem weer op gang te krijgen.)
Die dag dus, dat je binnen moest blijven, gingen we natuurlijk schaatsen. De namen in de buurt van Vlist komen ineens weer bekend voor wanneer ik ze op de kaart zie: Haastrecht, Vlist, Schoonhoven, Bergambacht, Stolwijk en weer terug. De wind tegen, op de foto boven goed te voelen, was dodelijk, ijskoud. Dát was de chillfactor waar ze het over hadden, kou waartegen je je nauwelijks kon beschermen. De vaart was, zo is ook goed te zien, spiegelglad maar ook helemaal leeg; nauwelijks gekken die zich op het ijs waagden. Een paar bevroren ballen, dat moest je er maar voor over hebben. En de schade was niet blijvend, is wel gebleken.
Enkele dagen later vond de eerste Elfstedentocht in 22 jaar plaats.