Morgen is het weer de dag, die van de massale gekte, vooral van ons (de media) in een vliegende jacht op de talloze winnaars van de Gordo, de hoofdprijs van de kerstloterij. Stand-by staan voor de krant, soms gedurende de volle vier uur die de trekking kan duren, en dan snel richting de plaatsjes of loterijkantoren waar de hoofdprijs het meest is verkocht. Vorig jaar was een makkie, met bijna alle series die in en rond Barcelona werden verkocht, zoals onderaan de Rambla.
Het is een ook in het buitenland bekende prijs, die Dikke van de Spaanse Kerst, misschien omdat het één van de meest sympathieke prijzen in de wereld, eentje die niet alle miljoenen bij één iemand terecht doet komen, maar de rijkdom onder duizenden dolgelukkige winnaars verdeelt.
Nog even het proces kort uitgelegd: morgenochtend gaan er 85.000 nummers in een grote bol. Van elk nummer zijn er 195 series verkocht. Zo’n serie is weer onderverdeeld in décimos, tiende delen van een lot die 20 euro per stuk kosten; de meest gebruikelijke manier om een lot te kopen. Dus zijn er in totaal 1.950 winnende tiende-loten die, bij de hoofdprijs, 300.000 euro per stuk opleveren; in totaal, 585 miljoen euro voor de hoofdprijs.
Maar nóg leuker dan tiende loten zijn de participaciones die in talloze winkels en bij clubs worden verkocht, zoals in het marktkraampje in Sant Andreu hier op de foto. Miquel verkocht aan zijn klanten 625 participaties van 1,20 euro van het winnende 32.365; voor dat miniscule bedrag kregen alle winnaars 18.000 euro terug. Het is de makkelijkste rekensom die de meeste mensen maken: van El Gordo krijg je 15.000 euro per gespeelde euro…
En ook al komen lang niet alle winnaars opdagen – vaak is het beter je anoniem te houden – die massale vieringen op plaatsen waar winnende nummers zijn verkocht maakt de kerstloterij altijd een stuk leuker dan, bijvoorbeeld, de Staatsloterij.