Tagarchief: jeugd

Honkvaste Spaanse jongeren

Zojuist m’n zoon (17) in Londen afgeleverd voor, hoop ik, een jaartje Engels leren. En over twee weken vertrekt m’n dochter (20) voor enkele maanden naar Nepal. Vermoedelijk zullen ze wel weer thuis terugkeren, maar het is in ieder geval een eerste indicatie dat ze ook een beetje Nederlandse genen in hun Spaanse bloed hebben en het is de eerste stap om te voorkomen wat het grootste deel van de Spaanse jeugd overkomt. Vandaag werden er weer eens wat cijfers bekend: 86% van de Spaanse jongeren tussen 18 en 24 jaar woont nog thuis. Veel van hen studeren nog, een andere grote groep is werkloos, en hier is het niet, zoals in Nederland, een gewoonte om op kamers te gaan wonen. Die zijn er weinig, en zijn heel duur, net als de rest van de woningen. En thuis is ook wel gemakkelijk, vooral voor de was en het eten. (Opvallende cijfers uit Nederland, trouwens: van de 18-24-jarigen woont nog 72% van de jongens thuis maar slechts 55% van de meisjes.)

In de groep tussen 25 en 34 jaar woont in Spanje nog altijd ruim 35% thuis, 30% van de meiden en 41% van de jongens. (Nederland: 3% respectievelijk 12%.) En van al die Spaanse jonge thuiswoners heeft 60% slechts een tijdelijk arbeidscontract en is 10% werkloos. Uit andere onderzoeken blijkt dat van de jongeren tussen 16 en 34 jaar meer dan 700.000 (zo’n 6%) helemaal niets doet: noch studeren noch werken. Omdat noch in het Spaans ni is wordt dit ook wel de Ni-Ni-generatie genoemd.

Overigens valt het algemene Europese gemiddelde redelijk hoog uit, want veel andere landen kampen met hetzelfde probleem als Spanje: zo’n 46% van de 18-34-jarigen woont nog thuis, met landen als Griekenland, Italië, Slowakijke en Slovenië als uitschieters. Het volledige lijstje staat hier.

Pas op hun dertigste het huis uit…

Eén groot, één héél groot verschil tussen Spanje en Nederland: je krijgt hier je kinderen bijna het huis niet uit. Volgens de statistieken moet ik nog zo’n tien tot elf jaar wachten voor deze twee hun eigen rommelkamer verlaten en ergens anders gaan ontdekken dat het wel erg comfortabel was bij papa te wonen. De Spaanse jongeren zijn, samen met de Portugezen en Italianen, de laatsten in Europa die zich emanciperen: de jongens gaan met 28,8 jaar het huis uit, de meisjes met 29,8. Nou kan ik me herinneren dat dat in de jaren negentig nog 34 jaar was, dus het land is er op vooruit gegaan. Maar de huidige crisis heeft die tendens weer geremd; slechts drie van de tien Spaanse jongeren zijn nu vóór hun dertigste het ouderlijk huis uit.

Belangrijkste reden: flats en woningen zijn voor die jeugd nauwelijks te betalen. Als ze al werk hebben, dan is dat voor velen voor een salaris van minder dan 1.000 euro. En het fenomeen van studenflats of -kamers dat ons in Nederland gemiddeld met 24 jaar van huis doet gaan, bestaat in Spanje nauwelijks. Dus wachten de meesten op een stabiele relatie of, direct, het huwelijk om met twee salarissen de huur of hypotheek op te hoesten. 

Niet dat Spaanse 17- en 19-jarigen niet een beetje zelfstandig zijn; ze gaan alleen met vrienden een paar dagen skieën – lang op vakantie, dat nog niet echt, want zolang pa je meeneemt naar Nepal, Cuba, New York, Lofoten of, dit jaar, Zuid-Afrika, dan wil je wel mee -, proberen in de zomer wat bij te verdienen, komen regelmatig ’s nachts niet meer thuis, maar toch: dat geliefde en soms zo gehate huis helemaal achter zich laten, dat lukt niet echt.

Bijna nergens in Europa is de jeugdwerkloosheid ook zo hoog; dat zal er ook wel mee te maken hebben. En die werkloosheid is weer het hoogst onder de vele jongeren die slechts de middelbare school tot de verplichte 16 jaar hebben afgerond, nooit hoger dan een VMBO-niveau, en daarna geen enkele opleiding meer hebben genoten.  Ook dat onderwijsgat is met het welvarende deel van Europa heel groot.

Kortom, het valt niet mee, volwassen worden in Spanje. Misschien moet je als ouder blij zijn dat ze pas op hun dertigste oprotten; dan is de kans kleiner dat ze directbij het verlaten van de voordeur in de sloot belanden.