Voor de mensen die graag een leidraad voor hun reis hebben. Én voor degenen die vooral van de costa’s en minder van het diepe binnenland houden, al kom je op deze route alle mogelijke landschappen tegen en kun je ook op 20 kilometer van de kust al rustige dorpjes of verlaten natuurgebieden aantreffen. Ik deed de reis in 2002, mede als project voor de zomerbijlage van El Periódico én om twee kleine kinderen (met 3 maanden vakantie) in ieder geval een maand te vermaken en een soort vakantie te bieden terwijl papa zijn (aangename) werk deed. We trokken ruim 30 dagen met een gehuurde camper langs de N-340, van kilometer nul bij Cádiz/Chiclana de la Frontera tot kilometer 1254 op de grens van l’Hospitalet de Llobregat en Barcelona; daarna verdwijnt de weg op de Carrer de Sants.
Het is de langste weg van Spanje en, ideaal voor zo’n zomerreportage, eentje die bijna volledig langs de kust loopt. Campings genoeg ook, om de camper te parkeren en, tussen het schrijven door – één paginagroot verhaal per dag – van het zomerse leven te genieten. Zo ontdekten we mooie en minder mooie campings in Chiclana, Tarifa, Nerja, Almería, Torrevieja, Benicàssim en een lang etcetera, met één heel bijzondere: Els Alfacs in Alcanar, de camping aan de zuidrand van Catalonië waarover in 1978 een tankwagen zijn brandende lading uitstortte, een ramp die ana meer dan 200 kampeerders het leven kostte. Mooie camping, trouwens.
Op zo’n reis ontdek je de volledige diversiteit van Spanje, hoor je ook mooie verhalen (althans, daar ben je als journalist naar op zoek), zoals die van de vier vriendjes die bij toeval in de jaren vijftig de grotten van Nerja ontdekten; nu zijn zij een mooie toeristische trekpleister (de grotten, niet die jongens van toen. Eén van hen leidde me rond, heeft voor eeuwig gratis toegang). Spaanse taallessen in Vejer de la Frontera, de man van het barretje op de weg bij Tarifa waarvandaan je Marokko ziet liggen, een zwerver met rolstoel in Marbella, een oud-stierenvechter met een imposante cortijo bij Algeciras, de kassen van El Ejido, de woestijn van Tabernas, een Nederlandse vrouw met reuma die in de droogte van Murcia was gaan wonen, de historische stuwdambreuk van Tous in 1982, de restaurants voor vrachtwagenchauffeurs bij Castellón, de grote bordelen ook… En zou je nog een keer gaan, dan zou je weer andere, nieuwe, bijzondere verhalen opdoen. Hieronder een kort overizchtje van de N-340 in foto’s…
Spaanse lessen voor buitenlanders in Vejer de la Frontera.
Zicht op Marokko vanaf de Mirador del Estrecho bij Tarifa.
Miguel Muñoz bij het gaat waar hij de grotten van Nerja spelenderwijs ontdekte.
Het strand bij het nudistencomplex van Vera.
En, tot slot, het dorpje Tous bij Valencia. De witte tegel tussen beide balkons geeft aan tot wáár het water kwam te staan toen in oktober 1982 de enorme stuwdam brak, echt zo’n beeld van een nachtmerrie die de bewoners nog goed kunnen navertellen – behalve de 12 die om het leven kwamen. Er was tussen de 450 en 1.000 mm regen in 15 uur gevallen, door een fout waren de sluizen van de dam niet opengezet om water van de Jucar-rivier te laten wegstromen en het beton kon de druk uiteindelijk niet meer aan. Een gigantische tsunami stortte zich over de vallei en het was nog een wonder dat er maar 12 doden vielen; de meeste mensen waren al geëvacueerd.