Dat van dat ‘leukste’, dat is natuurlijk heel persoonlijk. Iedereen heeft z’n favoriete plekken. En dit is er niet eens één waar ik heel erg veel kom. Maar juist dat sporadische, dat maakt elk bezoek weer extra aangenaam. Zeker op dagen als deze, met net als in Nederland mooi strandweer.
Joanet zit al sinds mensenheugenis op de Plaça Sant Agustí Vell, dichtbij de markt Santa Catarina, op het einde van één van de leukste straten van de binnenstad, Carders. Joan en zijn vrouw bleven ook open toen dit pleintje, zo’n 10 tot 15 jaar geleden, een no go area was. De drugshandel tierde er welig, nooit zette hier enige toerist zijn voet en de lokale bewoners waren doodsbenauwd voor de handelaars en junks. Joan klaagde vandaag nog altijd over de chusma, het tuig dat hij elke dag voor zijn terrasje ziet hangen, maar tóch is ook hij intens verliefd op deze plek, onder de schaduw van de torenhoge almeces, die we als de ‘Europese netelbomen’ zouden moeten vertalen.
Bij Joanet eet je authentiek, uitstekende tapa’s maar ook, doordeweeks, een prima menu. Met mensen uit de buurt, klanten sinds tientallen jaren, en wat verdwaalde toeristen. Bejaarden en jonge gezinnen. Het is er net alsof je, middenin de stad, op 5 minuten van het Picasso-museum, ergens op een Spaans dorpspleintje zit. En ondanks dat ‘tuig’ dat Joan altijd ziet, is het er redelijk veilig geworden; veiliger dan op de Rambla, denk ik. Wat stadsvernieuwing in de directe omgeving en vooral het nieuwe leven dat deze wijk door talloze winkeltjes is ingeblazen hebben een positief effect gehad.
Zit Joanet vol, en die kans is groot, dan kun je trouwens ook aan de overkant, bij l’Económic. En ’s avonds voor een biertje bij een beruchte bar op de hoek, Mundial.