Wat is er met je land aan de hand? Het was de meest gehoorde vraag vorige week in Barcelona, nadat Nederland al de voorlopige resultaten van de Europese verkiezingen bekend had gemaakt. “Extreem rechts wint in Nederland,” kopten de Spaanse krant en het TV-journaal. In Nederland werd er, op zijn beurt, weer lacherig om gedaan. Hoe konden de Spanjaarden ons nou als extreem-rechts beschouwen?
Of Geert Wilders nou extreem-rechts of héél erg rechts is, dat maakt nauwelijks iets uit. Zijn denkbeelden, waarvoor dus 20% van de bevolking iets voelt, zouden door ons, Nederlanders, gewoon als extreem-rechts, xenofoob en zelfs fascistisch worden bestempeld als Wilders geen Limburger maar een Italiaan, Spanjool, Brit of Fransman was geweest. Om maar niet van een Duitse versie van ‘onze Geert’ te spreken.
Maar die PVV-overwinning is niet wat mij zo verwondert. Het is die totale onvolwassenheid of willekeur wat stemgedrag betreft. Wat drie jaar terug nog massaal op Ossenaar Marijnissen en zijn SP stemt heult nu met de volledige overkant van het politieke bestel. De wekelijkse peilingen die worden gepubliceerd geven dat beeld ook weer. Een partij kan in twee weken tien zetels winnen of verliezen, alles en iedereen schommelt heen en weer, afhankelijk van wat die op televisie heeft gezegd, van wat de ander in het parlement heeft geroepen en van wat de derde voor een luchtbel als wetsvoorstel heeft gepresenteerd.
Anderen zullen het een volwassen democratie noemen. Voor mij, en de buitenwereld, lijken de stembriefjes in Nederland vluchtiger dan WC-papier.