Tagarchief: expositie

Jij kan de volgende zijn…

De meiden, fotografe Naomi Williams en organisatrice Petra van Poelje, legden vandaag de laatste hand aan hun grote avontuur dat vrijdagavond de werkelijke start beleeft, met een feestelijke opening in de gallerie Cosmo, die ook nog een cafeetje is, op de hoek van Enric Granados met Diputació. Ze lazen ooit in mijn krant, El Periódico, het zoveelste verhaal over een door haar (ex-)man vermoorde vrouw in Spanje. Naomi besloot voor elke in 2010 vermoorde vrouw een foto te maken, een portret van poserende vrienden en bekenden met elk een verschillende vorm, een ander moment van emotie op hun gezicht. Uiteindelijk kwam de teller vorig jaar op 73 vermoorde vrouwen uit.

Niet al die 73 foto’s hangen tot en met zondag (en daarna in verschillende centros cívicos, een soort buurthuizen)  aan de muur bij Cosmo. De selectie van dertig platen heeft óók een reden: het is het aantal mannen dat vorig jaar door hun vrouw of vriendin om het leven werd gebracht of door haar de (zelf)dood in werd gedreven. Dat laatste, zeggen Naomi en Petra, is om aan te geven dat hun ambitieuze project La próxima eres tu (Jij bent de volgende…) over (huiselijk) geweld tussen de seksen in het algemeen gaat, en niet alléén de vrouw als slachtoffer wil presenteren. De foto’s gaan van beelden van woede, wanhoop en kwetsbaarheid via ruzie en conflict langs liefde, vertrouwen en passie naar het slot van kracht, bescherming en moed. Met op het allerlaatst een spiegel waarin we onszelf zien: “En jij, wat ga jij doen?” is daar de vraag, met de bedoeling: waarschuw en help als je sporen van geweld bij vrienden, buren of familie waarneemt, om al die doden en honderdduizenden mishandelden te proberen te voorkomen.

Drukke ‘Nederlandse’ avond, trouwens, die van vrijdag. Comedy Lounge / Open Podium haalt de zoveelste stand up-comedian naar Barcelona, in iets wat een traditie begint te worden. Surinamer Roue Verveer heeft alle kaartjes voor de lounge-bar-theaterclub Fahrenheit trouwens al uitverkocht, maar mensen die naar zijn voorstelling gaan kunnen daarvóór even cultureel en sociaal langslopen bij Cosmo; beide plekken liggen vrij dicht bij elkaar, nog geen tien minuten lopen.

Asbakken, een kleed vol wormen en de Montesa Impala

Eén van de leukste exposities die ik me kan herinneren was er één over Nederlandse ontwerpers in het MOMA van New York, ergens in 1996; stond er versteld van hoeveel prachtige en beroemde ontwerpen uit talentvolle Nederlandse breinen waren ontstaan. In Barcelona doet het Palau Robert, altijd gratis toegankelijk op de hoek van de Passeig de Gràcia met de Diagonal, vanaf vandaag net zoiets, maar dan op een iets kleinere schaal en, natuurlijk, gericht op het Spaanse industriële design. De leidraad zijn de Delta-prijzen voor beste ontwerpen die elk jaar worden vergeven, sinds 1960.

Het mooie van industrieel design is dat we er allemaal wel iets van in huis hebben en er meestal geen moment bij hebben stilgestaan dat sommige van die dingen eigenlijk prachtig zijn bedacht. (Er zijn natuurlijk ook een heleboel ondingen, maar die zullen wel geen prijzen winnen.) Deze citruspers van Braun, bijvoorbeeld, hebben we allemaal wel eens gebruikt, tot hij waarschijnlijk door het intensieve gebruik kapot ging. Het ontwerp dateert van 1970.

Roodzwarte asbakken van Andreu Ricard (later de ontwerper van de Olympische fakkel van Barcelona) zijn van 1966 en de lamp van Miquel Mila is van 1961; prachtig beeld van de jaren zestig, terwijl het vloerkleed boven uit de jaren zeventig lijkt maar pas in 2003 is bedacht door Nani Marquina; de naam van het kleed, Cuks, komt van het Catalaanse woord voor wormen.

Maar mijn favoriet op deze expositie is toch eentje die je nog altijd heel af en toe door de straten van de stad kunt zien rijden, in bezit van liefhebbers die de motor hebben opgeknapt of gewoon altijd goed hebben onderhouden. De Montesa Impala, uit mijn geboortejaar (1962), was hier in Spanje dé motor cq brommer in tijden dat de jeugd in Nederland geloof ik op Zündappjes en Kreidlers ging scheuren.