Het type passagiers in de trein valt direct op. Op de lijn Barcelona-Port Bou, de grensplaats met Frankrijk, zitten steeds minder rugzaktoeristen die aan hun treintocht door Europa bezig zijn, maar wel steeds meer Japanners. En je hoort ook Engels met Amerikaans accent praten. In Girona stappen de meeste passagiers uit, forensen die tussen deze stad en Barcelona pendelen. En in Figueres gaan die Japanners en Amerikanen van boord. Figueres, stadje van 43.000 inwoners, zou waarschijnlijk helemaal niets voorstellen als Salvador Dalí niet in 1967 besloten had daar in het oude theater zijn collectie ten toon te stellen. Nu – ik was er een eeuwigheid niet geweest – is er bijna het hele jaar door activiteit, zitten de terrasjes gezellig vol (ja, ook eind oktober nog; het is heerlijk weer, met een beetje meteorologisch geluk een mooie tijd om hier te zijn) en is het oude centrum mooi opgeknapt. Zou allemaal veel moeilijker zijn geweest zonder de economische inbreng van de toeristen. Aparte cijfers zijn er niet, maar vorig jaar werden de drie musea van Dalí (Figueres en zijn vroegere huizen in Pubol en Portlligat) door 1,23 miljoen mensen bezocht, wat er toch zo’n 4.000 per dag zijn (op maandag zijn de meeste musea gesloten).
Probleem is dat, ook al ligt Figueres maar iets meer dan 100 kilometer van Barcelona, je er met die trein zo lang over doet om er te komen, zeker als je de pech hebt de oude, oranjegekleurde Regional te pakken. Die stopt op de meest onooglijke, verlaten stations en doet er bijna tweeëneenhalf uur over. De modernere, snelle treinen leggen het traject in net iets meer dan twee uur af. Maar daar moet, als alles goed is, in 2012 verandering in komen. Dan gaat ook de hogesnelheidstrein tussen Barcelona en de Franse grens rijden en komt Figueres op iets minder dan een uur te liggen. Ideaal voor al die toeristen, die niet wakker zullen liggen van de iets hogere prijs voor het treinkaartje; het huidige retourtje kost €17,10.
Er is echter één probleem, vindt de gemeente. Het nieuwe station van de AVE (Alta Velocidad Española) ligt aan de westrand van de stad. Kom je nu aan in Figueres, dan stap je uit in het centrum en loop je door de oude stad naar het museum-theater. Straks gaat de wandeling door de wijk Sant Joan, eentje waar je niet vrolijk van wordt. Gebouwd in de jaren zeventig om de zigeuners uit de krotten een huis te geven. Velen wonen daar nog steeds, maar ze klagen erover dat er al jaren een slechte groep gitanos is neergestreken, die de wijk zo’n slechte naam bezorgen. Mensen komen er liever niet. Dus wil de gemeente nu de helft van de wijk slopen en de rest opknappen. En de bewoners over Figueres verspreiden, zodat de Dalí-bezoekers geen slechte indruk van het stadje krijgen.