Tagarchief: cabo de gata

In de voetsporen van Indiana Jones en Clint Eastwood

Er zijn verschillende woestijnen in Spanje die de mooite waard zijn als je op zoek bent naar een verrassend landschap dat we in het groene Nederland absoluut niet kennen. De prachtige Bàrdenas Reales in Navarra (bij Pamplona) of Los Monegros langs de snelweg van Lleida naar Zaragoza. Maar mijn favoriete gortdroge streek blijft toch Cabo de Gata in Spanje’s zuidoosthoek, waar ik al eerder over heb geschreven maar die in zo’n bescheiden ‘vakantieserie’ als deze niet mag ontbreken. Een favoriete woestijn omdat je er de zee binnen handbereik hebt, zoals hier op het betoverende, vulkanische strand van Mónsul (ónder San José een zandweg op en je vindt het vanzelf, net als het iets minder mooie, maar heerlijke strand van Los Genoveses), waar ooit Harrison Ford en Sean Connery een beroemde scène van Indiana Jones opnamen:

Cabo de Gata is zó fotogeniek dat er al talloze andere speelfilms zijn opgenomen, vooral enkele van de beroemdste spaghettiwesterns van Sergio Leone met Clint Eastwood (A fistful of dollars, The good, the bad and the ugly, met die historische slotscène in de woestijn van Tabernas), maar ook klassiekers als Lawrence of Arabia, Cleopatra, Patton en James Bond’s Never say never again. Toch is de streek vooral zónder filmsterren en drukte het leukst. In augustus gaat een flink deel van Madrid er op vakantie, maar omdat het er bijna altijd mooi weer is (er valt de minste neerslag van heel Spanje), kun je er de rest van het jaar ook terecht.

De stranden zijn er bijna allemaal bijzonder – er zijn nog enkele maagdelijke baaitjes te vinden, daar waar je wat auto’s plompverloren langs de weg ziet staan loopt meestal een pad naar de zee – en in de dorpjes keer je terug in de tijd, neem je een drankje in een sfeer die je aan de jaren zeventig doet denken, zoals in Las Negras of Agua Amarga, waar ik nooit de verse vis uit zee zal vergeten die ik op mijn bord kreeg terwijl mijn voeten voor het klapstoeltje in het zand staken. Weet niet of die terrasjes aan het strand nog bestaan, trouwens.

Eén van de meest verrassende ervaringen was het bezoek aan het onooglijke dorpje Fernán Pérez, waar we toevallig het park Entorno Natural La Reserva ontdekten. Een soort mini-dierentuin, maar zonder hokken noch tralies, met nauwelijks bezoekers en één opvallende bewoner: de poema Kimba. Toen, halverwege de jaren negentig, konden de kinderen nog met het beestje ravotten, in 2002 bleek Kimba enorm gegroeid. Het Catalaanse echtpaar Josep Magaña en Montse Suárez was de stad Barcelona ooit zat en nestelde zich hier, in Cabo de Gata. Aan publiciteit doen ze nauwelijks, La Reserva heeft geen internetpagina, maar ze overleven er nog altijd. Volgens een recent besluit van de gemeente mag Josep er zelfs een hotel bouwen. Het is het enige dat in al die jaren in Cabo de Gata is veranderd: het is toeristischer geworden, maar verder nog altijd een vergeten uithoek ergens halverwege de Costa Blanca en Costa del Sol.

Cabo de Gata, mijn paradijs

isletadelmoro1

De vakantie komt eraan, ruim drie weken in september, al zal er waarschijnlijk geen reis in zitten. Toch, september betekent altijd het verlangen naar mijn mooiste plekje in Spanje, ontdekt in 1989, toen we van ons verder onbekende Nederlanders (advertentie in de krant; toen was er nog geen internet) een huisje huurden in Los Molinos del Rio Aguas, zo exotisch als de naam ook klinkt. Het bleek een verlaten dorpje te zijn in de provincie Almería, aan de rand van het beschermde maar tegelijk ook bewoonde natuurpark van Cabo de Gata, voor mij het paradijs in Spanje. Een groep Engelsen had het dorp weer bewoonbaar gemaakt, voor een project waarin zij bestuderen hoe je land- en tuinbouw in Afrikaanse woestijnen zou kunnen toepassen. Want dat is Cabo de Gata voor een groot deel, een woestijn.

rodalquilar1Toen kwam er bijna niemand, was San José nog een idyllisch plaatsje aan de kust. Ook nu is Cabo de Gata nog redelijk onherbergzaam en maagdelijk, zonder al te veel voorzieningen, maar in augustus is het er te druk, zoals overal. Het voorjaar of september is ideaal om de droogste streek van Spanje te bezoeken, met zijn ongelooflijke strandjes (Playa de los Muertos, Mónsul, Genoveses), met de restaurantjes in Aguamarga op het strand, met deze (op de foto) verlaten goudmijnen in Rodalquilar, waar een mooi ‘natuurhotel’ staat, met de heuse woestijn van Tabernas waar vroeger spaghettiwesterns werden opgenomen maar ook enkele scènes van Indiana Jones.

Ik ben er sinds ’89 om de zoveel jaar teruggekomen, en niet alleen omdat dat eerste jaar in een apotheek van Cabo de Gata onze dochter Sara voor het eerst op het watje van een zwangerschapstest verscheen. Het is goed te bereiken uit Barcelona en heeft geen groot vliegveld in de buurt (dat van Almería, maar daar landen weinig toestellen), wat ideaal is om het (internationale) massatoerisme te voorkomen. Voor altijd, hoop ik.

cabogata3