Sardinie staat in brand, deze dagen, toeristen vluchten de zee in om aan de vlammen te ontkomen, wij zitten te eten in een dorp, Ploaghe, waar een sirene begint te schreeuwen. Als we klaar zijn met de overheerlijke maaltijd is de weg door het vuur afgesloten, waarop we de andere kant uitrijden, de wind vooruit, onder donkere rookpluimen door, en met een recordtemperatuur van 44 graden op de thermometer (dat allemaal drie dagen geleden), maar zij, of hij (ze is zo voluptueus als de Italiaanse actrices, dus liever een zij) , overleeft, en dat al 3.000 tot 4.000 jaar. S’Ozzastru is één van de oudste bomen van Europa, een overweldigende olijfboom van 8 meter hoog en 12 meter breed. Wat was er op aarde, op dit eiland, 4.000 jaar geleden? Deze olijfboom dus, aan het Lago Liscia. Je hoeft haar maar even aan te raken en je voelt de oerkracht in je dalen; dit is geen boom meer, dit is historie, overlevingsdrang, puur natuur. Even verderop staat een jonger broertje/zusje van slechts 2.000 jaar. De jongen en het meisje die er elke dag de wacht houden en 2 euro entree vragen voor het bezoeken van het erkende natuurmonument hebben deze dagen met spanning naar de lucht gekeken. De gloed van de vlammen was iets verderop te zien, de gloeiendhete zuidwestenwind loeide over het hele eiland, de branden waren bijna niet te stoppen maar uiteindelijk, ver voordat ze vlammen bij s’Ozzestru kwamen, konden zij worden gedoofd.
De olijbomen bleven gespaard, net als ons prachtig hotelletje Valkarana in Sant Antonio di Gallura, net aan de overkant van het meer. Vanaf het terras konden we de olijfbomen zien liggen, majestueus, terwijl de zon zich half verborg achter de van rook zwangere lucht. Sardinie brandde als nooit tevoren in de afgelopen 20 jaar, net zoals delen van Spanje brandden, en Marseille, en Griekenland. Veertig graden, harde wind, kurkdroge vegetatie; het ideale werkterrein voor zieke pyromanen. Maar s’Ozzestru zal altijd overleven. Ik weet het zeker.