Qué será, será…

Deze mannen, op de foto, heten van achteren Morales, Gonzalez en Anglada en zitten in de enige bar cq winkel van Delacroix Island, één van de vele plaatsen die kunnen doorgaan voor het einde van de wereld. Het zijn geen Mexicanen of Zuidamerikanen, praten zo Amerikaans als wat, een plat accent dat wel uit deze streek, Saint Bernard, van Louisiana zal komen. Het was een sportvisser die me er zaterdag op wees: “Ben je van een krant uit Spanje? Dan moet je naar de islenos aan de overkant van de rivier gaan.” Hij zei islenos, maar bedoelde isleños; die n-met-slangetje kennen ze natuurlijk niet

 En zo ontdek je opnieuw een volledig onbekende (voor mij dan) geschiedenis. Die isleños heten zo omdat ze van ‘de eilanden’ komen, de Canarische Eilanden. Hun voorouders werden eind 18e eeuw door de Spaanse koning verplicht naar de Verenigde Staten te emigreren om Louisiana tegen de vijand te verdedigen. Het grootste deel vestigde zich hier net onder New Orleans, aan de baai van Breton Sound, en in plaats van vechten gingen ze vissen. Nog altijd zijn de meeste isleños vissers.

Geen van deze mannen spreekt nog Spaans. Ze leerden het vroeger thuis, maar op de Amerikaanse school was het verboden. Hun ouders en grootouders hadden het nog gesproken, maar na ruim twee eeuwen is het bijna verdwenen. Wat woordjes, tot honderd tellen, een enkele zin. De halfblinde Erroll Nunez (ook de ñ al kwijt) kon zich niet goed meer herinneren van welk eiland zijn familie kwam. “Dat van de grootste vliegtuigramp uit de geschiedenis,” wist hij nog. Oh ja, Tenerife, dat kwam hem bekend voor.

Ongelooflijke verhalen hebben ze, van Judge Fernández, die me op blote voeten en een t-shirtje ontving maar voor de foto even de toga aandeed, tot Mabel Morales (89) en haar diepgebruinde zoon Frankie Campos. Over de Katrina vooral, die hier op deze laaggelegen, onbeschermde grond alles vernietigde. Geen huis stond er meer overeind, toen ze er na de storm terugkeerden. Van de 67.000 inwoners die de streek in 2000 had, zijn er nu 20.000 minder. Gewoon nooit teruggekeerd. Vandaar de zo lege highways ook, brede wegen waar slecht sporadisch huizen aan staan. En nu de olieramp eroverheen, dodelijk voor de vissers onder de isleños. Ze willen niet eens meer weten wat de toekomst hen zal brengen. Eentje kwam nog met een Spaanse zin, al stamt die uit een Italiaans-Engels liedje: Qué será, será. What ever will be.

Plaats een reactie