Opvallend moment, vannacht in Spanje. Overal waait het deze dagen flink en daar maken de duizenden windmolens die door het hele land over tochtige plaatsen verspreid staan dankbaar gebruik van. Om 4.50 uur vannacht kwam liefst 45,1% van de energie die in heel Spanje werd gevraagd en dus geleverd van de wind, een record. Oké, om vijf uur ’s nachts is de vraag een stuk minder, maar óók om één uur vanmiddag leverden de molens nog altijd 32%. In aantallen megawatts, rond de 10.000, was dat ongeveer hetzelfde als in de nacht. Om dezelfde hoeveelheid energie te ontwikkelen zijn ongeveer 10 kerncentrales nodig.
Spanje heeft net als de meeste andere landen zijn windenergiepraken de laatste jaren sterk uitgebreid. Aanvankelijk kwamen de molens te staan op uitzonderlijk winderige plaatsen, zoals de kust bij Tarifa, waar een plaatselijke ondernemer cq. grondbezitter enorm rijk is geworden toen energiebedrijven de verder onbruikbare heuvels van hem wilden kopen. Inmiddels staat er voor 16.000 MW aan windmolens opgesteld, waarmee Spanje het derde land is na de VS (25.000) en Duitsland (24.000). Nou zullen sommigen denken: ja, maar in Nederland hebben we ook lange rijen van die molens staan, vooral in Flevoland. Veel levert dat echter nog niet op: vorig jaar was de capaciteit slechts 2.216 MW.
Nu heeft Nederland niet zoveel ruimte als het oneindige Spanje om dat soort gigantische parken te laten bouwen. En ook hier, in Spanje, zijn er protesten als het uitzicht van sommige bewoners ineens wordt onderbroken door die lange witte palen met drie wieken. Aan de andere kant beseffen de meesten dat het de toekomst is, de renovabele energie die niet eens een minimaal hoopje afval achterlaat. En soms, als de wind raast en de wolken openbreken, zijn de windmolens eigenlijk bedreigend mooi, zoals op de Catalaanse Serra de Montsant, op de weg van Reus naar Falset in de Priorat.