Hij zal wel Mohammed hebben geheten (op dit moment de meest gegeven naam aan baby’s in de vier grote steden van Nederland), maar precies kan ik het me niet meer herinneren. Hij was chef-bordenwasser in het verdwenen Rick-wegrestaurant aan de A-2 bij (toen) Jutphaas (nu Nieuwegein). Nou ja, chef. Ze waren met z’n tweeën, beide Marokkanen van de eerste generatie gastarbeiders uit dat land; het was eind jaren zeventig en zij waren, denk ik, net rond de dertig jaar. De maand van de ramadan was niet eenvoudig voor ze: ze zagen een hele dag alleen maar eten en etensresten voorbij komen, het gegrilde vlees (weinig halal toen, trouwens) uit de keuken kon je overal ruiken en de verleiding om het deksel van één van de drie soeppannen (tomaten-, champignoncrème- en uiensoep) op te tillen leek mij heel groot. Zij weerstonden die, maar in dat restaurant was er ’s avonds in ieder geval meer dan genoeg eten voor hen als het vasten met de zon achter de horizon was verdwenen.
Moest aan Mohammed denken nu gisteren weer de maand van de ramadan is begonnen. Een extra zware maand. De ramadan loopt niet gelijk met onze jaarkalender en elk jaar schuift de vastenmaand zo’n vier weken naar voren. Dat maakt deze ramadan extra moeilijk voor de moslims (en die van volgend jaar nog veel zwaarder): de zon is vroeg op en weer laat onder. Op de klok in een slagerij in de Raval (dé moslimwijk) in Barcelona (hierboven) staat bij Faj (al-Fajr, de dageraad) hoe laat het vasten begint en bij Mag (al-Maghreb, de zonsondergang) wanneer er weer gegeten mag worden. Zestieneeneenhalf uur zonder eten en drinken, en dat bij een temperatuur van nog steeds boven de 30 graden en veel Marokkanen en Pakistaniërs die hier in de bouw werken…