Dit, op de achtergrond, is Peguera, in de streek Berguedà, halverwege Barcelona en de Pyreneeën, daar waar de eerste echte bergen beginnen. Dichtbij ligt Rasos de Peguera, een skistation om te langlaufen. Maar Peguera zelf is niets meer, is slechts oude stukken steen. Ik was er vanmiddag, om de herinnering op te halen aan een verhaal van zes jaar geleden, dat niet groot, maar wel leuk nieuws was in de kranten: een Arabische sjeik had het dorp en de omliggende grond gekocht, voor 3,6 miljoen euro.
Een prachtig stukje grond, dat wel. Mooie, groene, hooggelegen vallei, slechts wat dennebomen en verder alleen grasland. Hij ontdekte het via een Duitser, die er dicht in de buurt woont, en hem valken verkocht. De Arabier wilde er een mooi, ecologisch verantwoord project opzetten en onder anderen raspaarden fokken.
Zes jaar later is er nog altijd niets gebeurd. Poolshoogte nemen, dus. Wat blijkt. De grond was tot vorig jaar aan een boer verpacht die er zijn tientallen koeien mocht laten grazen. Maar nu wil de boer niet weg. Althans, hij woont ergens anders, maar hij laat de koeien, op de foto van vanmiddag op de voorgrond, gewoon staan. En de Arabier, sjeik Butti Bin Maktoum Bin Juma Al Maktoum, dierenliefhebber én vanzelfsprekend een bemiddelde man uit de Verenigde Arabische Emiraten, vraagt zich af wat nu te doen.
Peguera is één van de vele verlaten dorpjes in Spanje. Volgens het nationaal instituut van de statistiek zijn er, officieel, 2.648, maar waarschijnlijk ligt dat aantal nog hoger. Driekwart ervan ligt in Noord-Spanje, in de talloze berggebieden die uiteindelijk voor de bewoners te vijandig waren om het er nog langer uit te houden. De jongeren vluchtten er weg, naar de stad, de ouderen stierven er.