In Spanje ben je links of rechts, een middenweg bestaat er niet. Misschien een erfenis uit de tijd dat de Nationalen en de Republikeinen in een Burgeroorlog terechtkwamen. Kort nadat de overwinnaar, generaal Franco, vier decennia later in 1975 overleed, maakte Spanje zijn fameuze transición van dictatuur naar democratie aan de hand van de gematigde centrum(-rechtse) partij UCD van premier Adolfo Suárez, een memorabele politicus die nu overigens door Alzheimer vrijwel geveld is. Maar al in 1982 namen de socialisten van Felipe González het over en sindsdien, met het aan de overzijde groeien van de Alianza Popular en de latere Partido Popular, is de tweedeling van het land steeds groter geworden.
Dat oude gevecht tussen links en rechts wordt in deze campagne voor de verkiezingen voor het Europees parlement door de PSOE van premier Zapatero weer uit de kast gehaald. Wees bang voor rechts, is de boodschap van de spot die in Spanje de meest bekeken op You Tube is. Achtereenvolgens verschijnen een ober (“De immigranten beroven ons van ons werk”), een priester (“In Europa is plaats voor maar één godsdienst”), een netjes geklede en gekamde mevrouw (“De gezondheidszorg zou geprivatiseerd moeten worden”), een wijnboer (“De klimaatverandering is een grote leugen”), een skinheid (“Homosexualiteit is een ziekte”), een ondernemer (“Ik geloof in het vrije ontslag”) en een wat oudere dame (“Ik ben voor de doodstraf”). Daarna de tekst van de PSOE: ‘het probleem is niet wat ze denken…. maar wat ze gaan stemmen’.