De Champions League nadert zijn einde, het gekkenhuis dat voetbal heet wordt groter. Vanavond FC Barcelona-Chelsea, gisteren waren de persconferenties. Tientallen journalisten, vooral uit Spanje en Engeland (de crisis raakt ook de kranten, er wordt steeds minder gereisd – vroeger zat het halve Nederlandse journaille bij een wedstrijd als deze, nu waren we slechts met het AD, ik dus, en De Telegraaf), 24 TV-camera’s (rechtenhouder NOS is er wel altijd bij; nog geld genoeg bij de publieken) en twee trainers die die gekte bijzonder losjes ondergaan.
Op de foto Guus Hiddink; heeft al te veel meegemaakt om zich nog gek te laten maken. Daarvóór was Pep Guardiola aan de beurt, een nieuweling eigenlijk, 30 jaar jonger dan zijn Nederlandse tegenstander. Wij Nederlanders zoeken altijd graag ónze jongens (ja, we zijn één van de meest chauvinistische volkeren op aarde), dus zien we graag ónze Guus met zijn vroeger toch weinig populaire Chelsea van dat Barça-zonder-Nederlanders (voor het eerst sinds 1997) winnen. Morgen wordt het iets moeilijker; Van Persie (Arsenal) of Van der Sar (Manchester Utd)?
Mijn keus is duidelijk: in de 20 jaar dat ik hier woon heb ik Barça nog nooit zó oogstrelend mooi voetbal zien spelen als dit jaar. (De NOS, ook verblind door de ‘Engelse’ successen, is er te weinig bij geweest.) Het is het enige voetbal waarvoor je eigenlijk naar een stadion gaat. Het enige voetbal dat verdient te winnen. Helaas weten we sinds 1974 dat niet altijd het mooiste voetbal ook daadwerkelijk wint.