In Nederland is het voor onder de rivieren, in Spanje voor heel het land. Gevolg van het katholicisme. Maar binnen Spanje zijn er weer drie plaatsen waar het carnaval het beroemdst is, op Tenerife, in Cadiz en in mijn dorp, Sitges. Heeft trouwens helemaal niets te maken met boerenkapellen en zo. Vooral een kleurig feest met veel muziek, maar dan nog: je moet er van houden. Het begon donderdag, met de binnenkomst van koning Carnaval (geen alaaf of zo, maar een meestal origineel verkleed persoon en zijn hele hofhouding), vrijdag bezocht hij alle scholen en vanochtend de markt. Ook vanochtend werd een oude traditie in ere hersteld: een beddenrace. Jolig, niet meer dan dat. Het was gelukkig nog niet druk.
Dat wordt het zondag en vooral dinsdag. Beide dagen zijn de rua’s, de enorme, urenlange optochten. ’s Middags van de kinderen, zo’n 30 praalwagens, ’s avonds van de ouderen, met het dubbele aantal feestvierders. Het is de grootste gekte van het jaar. Z0’n 250.000 bezoekers uit Barcelona en omgeving komen op dinsdagavond naar de Rua del Extermini, het extatische slot dat tot ergens ’s morgens vroeg duurt. We zullen erover blijven berichten…