Eentje over tradities, waar ik niet zo goed in ben. Bovendien – en dat bewijst weer eens dat Spanje niet één land is, maar gewoon verschillende volken op hetzelfde schiereiland – kan iets hier in Catalonië traditie zijn en in de rest van Spanje niet. Paasmaandag, bijvoorbeeld. Rond Madrid staan op dit moment, zondagavond, enorme file’s van mensen die terugkeren na een lang weekeinde dat daar al op Witte Donderdag begon; morgen moet er weer gewerkt worden. Maar in Catalonië, Aragón en Valencia, die pas op Goede Vrijdag vrijaf namen, is Paasmaandag gewoon nog een vrije dag. De dag van de mona.
Ook wij hebben er vandaag alvast één gekocht, maar hij is voor morgen bedoeld. (Alle banketbakkers maken weer heerlijk gebruik van de traditie: de monas zijn peperduur; er staan er zelfs van meer dan 250 euro te koop…) De mona is een taart, meestal van chocola, met allerlei figuurtjes erop, en vaak ook de eieren die in Nederland zo typisch zijn, deze dagen. Je hebt hele kunstwerken, afbeeldingen van huizen, auto’s, mensen of tekenfilmhelden, zoals deze, gemaakt door de Barcelonese bakker-kunstenaar Escribá.
De traditie wil dat de peetvader de mona kado doet aan zijn peetdochter of -zoon, die op zijn beurt de paastak van domingo de ramos aan zijn peetvader geeft. Met die mona komt op maandag de hele familie bijeen; de taart is het toetje van een uitgebreide maaltijd met veel wijn. Liefst in de buitenlucht. De mona, afkomstig van een Arabisch woord dat ‘mondproviand’ betekent, staat voor de afsluiting van de cuaresma, de Vastentijd.
Dus gaan wij deze maandag aan de calçots en daarna, op dezelfde barbecue, de lamskoteletjes. Een paar flessen stevige rode wijn en het zal een luie, lome middag worden, in ieder geval stukken aangenamer dan in de file op een meubelboulevard lopen…