Niet alle Nederlanders die ergens in een buitenland zijn gaan wonen zweren hun gewoontes van vroeger af. Er schijnen er zelfs te zijn die het voor elkaar krijgen in Spanje gewoon vóór zeven uur ’s avonds warm te eten. Bij mij thuis is de belangrijkste warme maaltijd tussen twee en drie uur ’s middags. Zelf ben ik er bijna nooit, dus maak ik ’s morgens het eten voor de kinderen klaar en kunnen ze aan tafel (of aan het bureau met computer, of op bed, of op de grond…) zodra ze uit school komen. Nou had ik natuurlijk een foto kunnen maken van een paella, of een heerlijk stukje vis, of de eenvoudige arroz a la cubana maar juist déze, van vanochtend, vind ik zo grappig omdat mijn kinderen bijna niets hebben met Nederland. Ze zijn, 18 en 16 jaar geleden, in Barcelona geboren en kennen het land van hun vader van slechts sporadische bezoekjes. Toch willen ze graag één keer per twee weken, ongeveer, een bord met aardappelpuree, boontjes of spinazie en een stukje vlees, dit keer – stom toeval – een heuse gehaktbal… Met natuurlijk een flinke sloot jus erbij.
Boter is eigenlijk uit den boze wanneer je altijd met olijfolie kunt koken, maar kinderen blijken de smaak ervan op de één of andere manier toch lekker te vinden. Dus eten ze de vis niet alleen van de grill of uit de oven (meestal een dorada of lubina, een zeebaars), maar soms ook merluza (heek) in een botersausje. Vis trouwens die hen denk ik opvallend gezond houdt, want ziek zijn ze bijna nooit, al eten ze nauwelijks groente of fruit. Maar twee of drie keer per week een héél erg vers visje – nóóit gefrituurd – doet ook wonderen, blijkt.
Eet smakelijk.