Lorca is zo’n stadje waar je altijd hard voorbij rijdt, halverwege tussen Valencia en Granada; geen tijd om te stoppen, geen zin ook om te ontdekken of er wel wat te ontdekken valt, ook al omdat het er in de zomer bloedheet moet zijn. Ben er nu drie volle dagen geweest, en zoals alle stadjes in Spanje heeft ook Lorca zijn charme, zijn barretjes, zijn monumenten, zijn oude straatjes, zijn mooie kerken en vooral zijn kasteel boven op de berg. Dat bestaat allemaal nog wel, maar is behoorlijk beschadigd. Geen van de 16 kerken is nog te betreden – morgen zijn er nergens missen – en het kasteel is gesloten, allemaal geteisterd door een aardbeving van 5,1 op de schaal van Richter. Dat leek niet zoveel, toen ik het in Barcelona las en direkt door mijna bazen bij El Periódico naar Lorca werd gestuurd, maar ter plekke bleek de impact toch behoorlijk groot, en niet alleen vanwege de negen dodelijke slachtoffers.
Bijna 80% van de gebouwen liepen min of meer schade op, en enkele duizenden mensen zullen voorlopig niet naar huis kunnen. Lorca ligt op de ‘spleet’ in de aarde die enkele jaren terug ook het Italiaanse l’Aquila teisterde; een actieve aardbevingstreek dus, maar dat bleef meestal beperkt tot enkele lichte trillingen. Tot woensdag dus. Dat maakte nog het meeste indruk, hoe de mensen vertelden wat ze hadden meegemaakt. Een hevig trillende aarde is uiterst beangstigend, je kunt soms zelfs niet blijven staan. Veel stoere mannen moesten huilen of kregen kippenvel als ze het verhaal nog eens vertelden.
Zorgen maak ik me niet, ondanks de kop boven deze post, maar tot woensdag had ik nooit gedacht dat ik ooit een dodelijke en verwoestende aardbeving ergens dichtbij in Spanje zou moeten verslaan.