Ik groeide op op het Utrechtse Kanaleneiland, in de jaren zeventig een arbeiderswijk vol met blonde kinderen; nu is het één van de wijken met de hoogste concentratie allochtonen in heel Nederland, maar ik kan er, anders dan in bijvoorbeeld Franse banlieu’s, maar geen ghetto in ontdekken. Zal ook wel komen door het groen dat er nog altijd is. Hetzelfde is gebeurd met mijn eerste woonplaats in Spanje, l’Hospitalet de Llobregat (257.000 inwoners), alleen heeft de verandering daar nog veel sneller plaatsgevonden, al is het aantal buitenlanders (zo’n 25%) er nog altijd veel lager dan in de Nederlandse ‘zwarte’ wijken.
Kom er nog regelmatig, in La Florida, de dichtstbevolkte wijk van Europa waar we van 1988 tot ’93 leefden. Er wonen 77.500 mensen per vierkante kilometer (in absolute aantallen is dat minder, de wijk is 0,38 km2 groot); ter vergelijking: de dichtstbevolkte wijk in Nederland schijnt het Delfste Veenhof te zijn met zo’n 23.000 inwoners/km2. Vriend Anton vond het er altijd wel gezellig, in La Florida, zag er het authentieke Spanje: klein flatje, wat palmbomen voor de deur op mijn Avenida Masnou en heel veel terrasjes en mensen op straat.
Hospitalet groeide, net als andere voorsteden van Barcelona, explosief in de jaren zestig met de komst van Andalusische emigranten naar Catalonië. In de jaren zeventig was tweederde van de inwoners afkomstig uit Andalusië, Extremadura en andere regio’s, slechts éénderde was in Catalonië zelf geboren. Buitenlanders waren er nauwelijks, en zeker als (niet eens zo blonde) Nederlander was je op de markt van La Florida een exotische verschijning.
Er wonen nog altijd veel Andalusiërs in La Florida, al zijn de kinderen van die eerste emigranten in Catalonië geboren; charnegos is daar de bijnaam voor. In 2008 kwamen 9.800 inwoners uit Catalonië, 3.900 uit Andalusië en… 11.000 uit het buitenland. Vooral uit Zuid-Amerika, dat voor 65% van alle ‘allochtonen’ in l’Hospitalet zorgt. De cijfers zijn spectaculair: in 1997 woonden er 50 Ecuadoranen en 21 Bolivianen in de stad. Tien jaar later waren dat er 14.000 respectievelijk 10.500. Ik noem het nu een ‘klein Quito’, het Andalusische accent is er vervangen door de Zuidamerikaanse tongval. Veel Europeanen zullen niet snel het verschil zien tussen een Spanjaard en Zuidamerikaan, maar de mensen hier zien dat maar al te best. En horen het. Het levert ook problemen op al zijn die, en dat verbaast me, nooit zo gemeengoed en wijdverbreid als in de Nederlandse probleemwijken.