Een dagje geen Barcelona, Catalonië of Spanje. Bijna een jaar geleden vertrok ik naar Nepal, zaterdag stond het verhaal erover in de Reiswereld-bijlage van het AD. Bij deze, voor degenen die erover denken zo’n trek te maken, de reproductie ervan; vanaf deze maand is het weer een mooie periode om te gaan.
POKHARA – De lucht is helder en blauw, de toppen van de Himalaya eeuwig wit. Tijd voor een onvergetelijke tocht langs de voet van de Annapurna. Soms hevig hijgend, maar meestal met een tevreden glimlach op de lippen.
// Drukte in de terminal van de binnenlandse vluchten in Nepal. Veel rugzakken, groepen meer tot minder ervaren bergbeklimmers en -wandelaars. Het populairst is de vlucht naar Lukla, vertrekpunt voor trektochten van twee weken naar het basiskamp van de Mount Everest. Pokhara is precies de andere kant op, naar het westen. Het is een vroeger hippie-paradijs aan een meer aan de voet van het Annapurna-massief, met de Dhaulagiri (8167 meter), de Annapurna I (8091) en de betoverende Machapuchare (6993), ofwel ‘vissenstaart’.
De een na de andere vlucht wordt geannuleerd. Vervuiling, in combinatie met een grote grauwe zandwolk vanuit India die boven het halve land hangt. Het gevolg van maanden zonder regen. Snel regelt het agentschap een auto met bestuurder om naar Pokhara te rijden, want een dag later moet de Poon Hill-tocht beginnen.
Dag 1
Pokhara – Nayapul – Tikhedunga
6 uur opstaan in Pokhara – een tijdstip dat gewoon zal zijn, de komende dagen – en met de taxi naar Nayapul, letterlijk Nieuwe Brug, op iets neer dan 1000 meter hoogte. Die hangbrug is eigenlijk het begin van de tocht, de vier- of vijfdaagse trek naar Poon Hill, een populair uitkijkpunt op 3210 meter hoogte, vanwaar het Annapurna-massief in al zijn overweldigende schoonheid is te zien. Vóór het vertrek eerst een warme kop chai, de Tibetaanse kruidenthee met melk en zoute yak-boter. Plus de kennismaking met de gids en de drager.
De laatste is het meest noodzakelijk, want kan tegelijk ook als gids optreden; hij kent de vrij eenvoudige route op zijn duim. Want al is de rugzak maar 10 kilo zwaar, het zal in de loop van de hike een groot voordeel blijken dat de drager dat extra gewicht torst. Hij is het gewend, al doet het onderweg pijn aan de ogen hoe sommige jongens ineengekrompen tot 40 kilo aan bagage dragen.
De route is vrijwel vlak, langs de bedding van een in het voorjaar bijna droge rivier, die tijdens de moesson verandert in een verwoestende stroom om in het najaar weer tot rust te komen. Al voor 11 uur is het tijd voor een lunch. Die zal, net als het diner, de komende vijf dagen eentonig zijn: gebakken rijst, of wat noodles, of dahl bat, de grote specialiteit van Nepal. Het is verreweg het meest ‘complete’ gerecht, met rijst, linzensoep, aardappels, een spinazie-achtige groente en soms wat vlees. Om 3 uur, na amper vijf uur lopen, wacht Tikhedunga, op 1520 meter. Terwijl de gidsen en dragers zich vermaken met een bordspel, is het voor de trekkers handig een boek paraat te hebben om de tijd door te komen tot het avondmaal. Voordeel is dat het om 7 uur donker is; vroeg naar bed dus.
Dag 2
Tikhedunga – Ghorepani
De eerste dag blijkt bedrieglijk. Vandaag begint het klimmen; bijna zevenduizend ongelijke traptreden om een hoogteverschil van 1350 meter te overwinnen. Het eerste deel, naar de nederzettingen Ulleri en Banthanti, kent bijna geen moment van rust. De dijbenen kraken, het hart pompt bloed naar het verhitte hoofd. Nepalese kinderen vliegen echter omhoog, doen er op slippers anderhalf uur over om bij hun schooltje te komen dat 800 meter hoger ligt.
Het zal de zwaarste dag blijken. Groepen ezels komen voorbij; zij zijn hier het enige vervoermiddel voor zware last, zoals cement en stenen voor nieuwe huizen. Een kippenboer draagt kooien met tientallen kippen. Weinig mensen kopen. Er heerst vogelgriep.
Na de lunchpauze breekt een storm los. Het sneeuwt zelfs even. Iedereen komt drijfnat aan in Ghorepani (2750 meter), waar dragers en toeristen zich rond de kachels in de lodges verzamelen.
Natte kleren worden boven de haard gehangen. Die lodges zijn in elk dorp in overvloed aanwezig. Eenvoudige kamertjes, dunne muurtjes van hout en een centrale ruimte om te eten, te lezen, met onbekenden te praten en een potje te schaken met de eigenaar.
Vroeg naar bed, want morgen om 4 uur op, richting het hoogtepunt van de trek: de zonsopgang op Poon Hill.
Dag 3
Ghorepani – Poon Hill – Ghandrung
Degenen die het best voorbereid zijn, hebben een soort mijnwerkerslampje dat ze op hun hoofd kunnen zetten. Dat is ook nodig, om de laatste 300 meter hoogteverschil van Ghorepani naar Poon Hill te overwinnen. Het is om half 5 in de ochtend een vreemde gewaarwording om mensen in het donker stilletjes tussen besneeuwde struiken naar boven te horen lopen. Soms hevig hijgend, want niet iedereen blijkt in goede conditie aan de trek te zijn begonnen. Een enkeling is beneden gebleven, geveld door maagproblemen.
Eenmaal boven wacht eerst de bekende thee, zeer welkom bij deze frisse temperatuur, en daarna is het wachten op de zon. Maar in plaats van naar het oosten te kijken, blijkt het westen het mooist. Daar begint de zon, nog zonder dat hij zichtbaar is, met zijn bloedrode licht de imposante verticale flanken van de Dhaulagiri te beschijnen. Vijftig, zestig mensen verspreiden zich over Poon Hill om foto’s te maken. Het spektakel duurt zo’n anderhalf uur; dan wacht de weg terug, naar het ontbijt, en een nieuwe dag lopen.
Het blijkt verreweg de mooiste dag. Half klimmend over een bergkam, veel dalend, met voordurend de Annapurna links in het zicht. Zeer welkom zijn de speciaal aangelegde rustplaatsen, met brede banken voor de rugzakken en opgefleurd door de gebedsvlaggetjes met hun mantra’s en in de kleuren van de hemel (blauw), wind en lucht (wit), vuur (rood), water (groen) en aarde (geel).
Na Tadapani (2680 meter) volgt een lange weg door de prachtige Himalaya-jungle, waar tientallen apen (grijze langoeren of hoelmans) de wandelaars aanschouwen. Een bord bij een riviertje herinnert aan Saranga, het zoontje van de Zeeuwse Jacqueline Doens en een Nepalese gids, dat slechts vier dagen leefde. Eenmaal uit de bossen ligt op de bergflanken Ghandrung, het grootste dorp van de tocht.
Dag 4
Ghandrung – Nayapul – Pokhara
In Ghandrung ligt, behalve een intiem klooster van de Sakya-boeddhisten, het toerismebureau dat controleert wie er het gebergte intrekt. Voor elke tocht is officiële toestemming nodig, want het is beschermd natuurgebied. Britten, Chinezen en Koreanen voeren de lijst aan, met tussen de 2100 en 3200 bezoekers in 2008. Ook kwamen bijna 1500 Nederlanders naar het gebied waar de meerderheid van de inwoners Gurung zijn, een oud volk dat de Gurkha-soldaten aan het Britse leger levert.
Vanaf Ghandrung gaat het omlaag over een brede, onregelmatige trap met treden zo hoog dat de knieën na de tocht nog dagen nodig hebben om van de klappen te herstellen.
De gids wist dat al: ,,Stijgen is makkelijker dan dalen, want de longen herstellen sneller van de inspanning dan de knieën.”
Links en rechts verschijnen terrassen met rijst-, aardappel- en groentenvelden. Apen moeten regelmatig worden weggejaagd. De bergen worden lager, in de rug van de trekkers maakt de Machapuchare vanaf zijn steile 6993 meter een laatste groet. Pas straks, vanuit Pokhara, gespiegeld in het meer, zal hij weer te zien zijn. (EDWIN WINKELS)
UIT & THUIS
De reis
Arkefly vliegt rechtstreeks van Schiphol naar Kathmandu.
Retourvlucht vanaf €400. www.arkefly.nl Onder meer Qatar Airways en British Airways vliegen met overstap naar de hoofdstad van Nepal. Retour vanaf €750.
www.qatarairways.com
www.britishairways.com
Slapen
In Pokhara zijn tientallen hotels, van eenvoudig tot luxe. Tijdens de trektocht wordt overnacht in lodges in bergdorpjes – eenvoudige hotelletjes waar het avondeten bij de prijs van ongeveer €5 per nacht is inbegrepen. In het najaar is het wegens de drukte raadzaam een kamer te reserveren via een reisorganisatie. In het voorjaar is er keus genoeg.
Alternatieven
Wie een langere en zwaardere trek vanuit Pokhara wil doen, kan naar het Annapurna-basecamp, een tocht van twee weken (heen en terug) naar meer dan 4000 meter hoogte. Ook is er een tocht van bijna drie weken rond het Annapurna-massief, waarbij de Thorung La-pas op 5416 meter het hoogste punt is. Gidsen en dragers zijn ter plekke te boeken.
Safari
Voor wie tijd heeft: in het zuiden van Nepal, op de vlaktes van de Terai, ligt het Royal Chitwan-natuurpark, waar de bezoekers vanuit hun lodge onder meer op olifanten de jungle intrekken. Neushoorns, apen, luipaarden en tropische vogels zijn de grootste attracties.
www.chitwannationalpark.org
Beste reistijd
De beste maanden voor een trektocht zijn eind september, oktober, november, maart, april en mei. In juni begint de moesson, die tot begin september elke dag voor een hevige regen zorgt en de bergpaden onbegaanbaar maakt. Hetzelfde is het geval in de winter, met sneeuwval in december en januari.