De steigers van de verbouwing, die bijna twee jaar duurde, zijn deze week weggehaald. Het Casa Amatller is weer in vol ornaat te bewonderen. Soms staat het een beetje in de schaduw van de beroemde buurman, het Casa Batlló van Gaudí, waarop dagelijks duizenden camera’s van toeristen zich richten, maar dit huis is niet minder de moeite waard, ook al omdat het het werk is van Barcelona’s tweede beroemde architect van het modernisme, Josep Puig i Cadafalch.
Amatller, Batlló en de andere buurman, het Casa Lleó, vormen met zijn drieën de manzana de la discordia. Dat behoeft een korte uitleg: letterlijk vertaald is dit de ‘twistappel’ uit de Griekse mythologie, maar manzana (appel) is in het Spaans ook het woord voor een huizenblok. En dit blok was een twistpunt omdat de drie huizen zo enorm van elkaar verschillen en zij samen braken met het uniforme beeld dat stedenbouwkundige Josep Cerdà met de wijk Eixample voor ogen had.
Het Casa Amatller was er als eerste, zoals op deze foto uit 1900 is te zien. Er stonden hier op de majestueuze Passeig de Gràcia al woningen, maar chocoladefabrikant Antoni Amatller wilde in 1898 een huis volledig naar eigen wens gebouwd.
Het meest opvallende, voor Barcelona, is de trapgevel, zo gewoon aan de Amsterdamse grachten. En dáár deed Puig i Cadafalch ook zijn inspiratie op bij de bouw. Amatller wilde per se een mooie fotostudio met schuine daken op de bovenste verdieping, terwijl in Barcelona alle daken plat zijn en er zo een mooi en ruim dakterras ontstaat. Door de wens van de eigenaar moest de architect een andere manier vinden om het regenwater af te voeren én om die schuine daken een mooi frontaal aanzicht te geven en daarvoor hij ging te rade in Noord-Europa. Sindsdien staat er midden op de Passeig de Gràcia een half huis uit de Amsterdamse Gouden Eeuw.